Maak kennis met Robin Keyaert, de nieuwe ochtendstem van MNM: “Ik ben niet bezig met zaken af te vinken”

© Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Amper twee jaar nadat hij voor het eerst kwam piepen in medialand, timmert MNM-dj Robin Keyaert (28) stevig aan de weg. Dinsdag volgt hij Peter Van de Veire op en presenteert – samen met Kawtar Ehlalouch – de ochtendshow bij MNM. Hij bouwt ook iets moois uit op de theaterplanken, waar hij naar eigen zeggen kleine verhalen een groot podium wil geven. Robin, net vader geworden, is ook dankbaar met de steun die hij kreeg van thuis uit. “Die was onvoorwaardelijk. Een heel mooi cadeau.”

Wie is Robin Keyaert?

De 28-jarige zoon van Roland Keyaert en Ingeborg Sergeant groeide op in Brugge, maar woont vandaag in Gent met zijn vriendin en pasgeboren dochter. Tijdens zijn studies kleinkunst aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen kwam hij in contact met radiozender MNM, waarvoor hij enkele radioprojecten mocht uitwerken en ook een programma kreeg op zondagavond. Vorige zomer en afgelopen krokusvakantie mocht hij mee de ochtendshow op de zender presenteren. Robin is ook lid van theatercollectief More Dogs en straks duikt hij ook op in twee langspeelfilms, waaronder die van Lukas Dhont, genomineerd voor een Gouden Palm op Cannes. Eerder was hij al te zien in de film L’Ennemi.


If you think that love isn’t found on the radio. Then tune right in, you may find the love you lost”, zong Donna Summer ooit. De liefde voor de radio is groot bij Robin Keyaert, en ze werkt aanstekelijk voor iedereen die luistert. Als het over de liefde voor muziek gaat, kunnen we in de richting kijken van zijn ouders, manager Roland Keyaert en zangeres/meditatiecoach Ingeborg Sergeant. Maar Robin doet vooral zijn eigen ding, in de radiostudio van MNM als gedoodverfde opvolger voor Peter Van de Veire, maar evengoed op de theaterplanken, op filmsets of als… handpop in een Ketnet-reeks.

Donna Summer deelt overigens haar verjaardag met de kersverse dochter van Robin en zijn vriendin. “Ruby is de mooiste, de slimste en de liefste”, klinkt het van bovenop zijn roze wolk. “Echt, ik had op voorhand nooit durven denken dat ik ze zó graag zou zien. Vroeger had ik het al eens moeilijk om het werk van mij af te zetten als ik thuiskwam, maar als ik haar nu zie, ben ik meteen bij haar, in dat moment. Het zet alles in perspectief. En misschien is het naïef, maar ik hoop dat het zo blijft.”

Vanwaar die naam Ruby?

“Wel, mijn vriendin heet Jade, wat een edelsteen is. Robin doet denken aan robijn en Ruby dus ook. Het grappige is dat we dat pas achteraf beseft hebben. We kozen de naam puur op klank, en omdat we het zo mooi vonden. Ik hoop dat nu niemand denkt dat we hip wilden doen. Er is net een film uit op Netflix (Rescued by Ruby, red.) en de dochter van het hoofdpersonage in het nieuwe seizoen van Peaky Blinders heet blijkbaar ook Ruby. Laat ons zeggen dat we de naam gekozen hadden before it went mainstream.” (lacht)

In de krokusvakantie deed je nog de ochtend. Met een baby van een paar maanden jong lijkt me dat moordend.

“Hout vasthouden, maar ze is een goeie slaper. Ik mag echt niet klagen, ze doet het heel goed. Ik stond op om half vier. Als ze wakker werd om 2 uur, was dat al eens pittig, maar ze valt gelukkig ook snel weer in slaap.”

Vorige zomer deed je ook al de ochtend bij MNM, samen met Kawtar Ehlalouch. Toen bekende je dat je eigenlijk geen ochtendmens bent.

“Ik denk ook niet dat dat intussen al veranderd is. (grijnst) Wat ik heel fijn vond aan de ochtend, is dat je meteen heel hard in de actualiteit staat. Je zoekt naar manieren om verhalen te vertellen en hoort ook uit de eerste hand waar mensen mee bezig zijn. Ik vond en vind dat een heus voorrecht. ’s Morgens zijn er al veel mensen onderweg, of niet goed wakker. Dan is het een cadeau als ik het eerste aanspreekpunt mag zijn voor die mensen. Met Kawtar was het overigens heel fijn werken. We zijn heel verschillend, ook qua achtergrond. Zij komt uit de journalistiek en leert mij goeie vragen stellen, terwijl ik zelf meer focus op muziek en klank. We vulden elkaar eigenlijk perfect aan en gaven tegelijkertijd ook de nodige ruimte aan elkaar om de best mogelijke show te maken. Het voelde nooit aan als ellebogenwerk.”

Voor veel mensen in je vak is radio een logische stap geweest. Maar jij hebt een achtergrond in het toneel.

“Alles begon eigenlijk met muziek. Ik schreef heel graag nummers en ik zocht een opleiding in die richting. Er was niet echt een opleiding als songwriter op dat moment. In de richting kleinkunst vond ik wel mijn ding en daar was een toneelluik aan verbonden. Ik merkte dat ik dat heel tof vond om te doen, zeker de mix van muziek en toneel. Een beetje wat ik nu doe bij de radio. Creatief omgaan met muziek, items bedenken, songs schrijven en maken… Vroeger maakte ik arrangementen, nu kan ik dat perfect in mijn radiowerk verwerken.”

Wat maakt de job zo leuk?

“Dat je heel veel zelf kan doen en altijd nieuwe mensen leert kennen. Er waren tijden dat ik de ene week in Shanghai een theatervoorstelling deed, om dan een week later een sokpop te spelen in de Ketnet-reeks Sarah. En een dag later stond ik dan weer op de planken in Amsterdam. Geweldig, ook al omdat het ene niet noodzakelijk beter of belangrijker was dan het andere.”

In medische termen zouden ze wel eens naar ADHD durven verwijzen…

“Het is ook niet dat ik mijn dag per se vol moet steken. Het is eerder uit een soort… nieuwsgierigheid. Ik vraag me heel vaak af: zou dat iets voor mij zijn? Ik droomde er al lang eens van om een quiz te presenteren. Dat deed ik in mijn radioprogramma. Ik merk dat ik op dat moment ook echt die quizmaster bén, dat ik niet doe alsof.”

© Christophe De Muynck

Is het soms niet lastig in je hoofd, want het lijkt… véél?

“Dat valt erg goed mee. Het voordeel is dat je niet veel tijd hebt om alles te overdenken op de radio. Je moet heel kort op de bal spelen. Daar schuilt een zekere valkuil in, dat je kwantiteit boven kwaliteit gaat verkiezen. Ik waak daar bewust wel over, zodat ik altijd op het best mogelijke resultaat mik binnen de kortst mogelijke tijd.”

Zit de valkuil er ook niet in dat je jezelf voorbij loopt?

“Ik voel het al heel snel aan als het te veel wordt, of als het ten koste van iets anders dreigt te worden. Dat kan ik goed aanvoelen, ja. Ook al omdat ik het benader vanuit een zekere filosofie: zolang ik er plezier, energie en creativiteit uit haal, doe ik ermee verder. Als het voelt als een beslommering, sta ik op de rem. Bij een creatief idee is er altijd wel een moment waar je eventjes moet doorbijten, maar ik weet al vrij snel of het mij op lange termijn de nodige energie geeft.”

Ben je dan iemand die makkelijk nee kan zeggen?

“Euh… nee.” (grijnst)

Radio is op vele vlakken zelden saai.

(knikt) “Er komt veel in samen. Het is moeilijk om niet in clichés te vervallen, maar ik ben iemand die graag iets maakt voor een breed publiek, dat tegelijkertijd een extra laag heeft en niet goedkoop aanvoelt. Ik wil in zekere zin verbindend werken. Het is fantastisch als je letterlijk kan binnenkomen bij de mensen en die kleine verhalen een groot podium kan geven. Ik heb dat altijd, op familiefeesten of onlangs nog in de lift bij de VRT. Dan stapt iemand binnen met een gigantische kartonnen doos. Dan wil ik weten wat daarin zit, van waar die mens komt en waar die naartoe gaat.”

Alweer… ADHD.

“Haha, dat kan. Maar ik zit dan niet in de rol van Robin de radiopresentator, maar eerder die van Robin de nieuwsgierige. En dat om de supersimpele reden dat iedereen echt iets te vertellen heeft. En soms weten ze het zelf niet eens. Het klinkt misschien filosofisch, maar als je in de file staat op de Brusselse ring, zie je allemaal mensen in hun eigen auto zitten, in hun eigen wereld, met een eigen gezin, honderden connecties en duizenden verhalen, anekdotes en gebeurtenissen. Dat vind ik ongelooflijk boeiend. Maar pas op, ik kan evengoed zeggen: laat mij nu even gerust. Het voordeel is dat ik in een gesprek heel vaak andere mensen het woord kan laten voeren. Dat ik vooral luister. En dat niks moet. Heel fijn.”

Hoewel je je ei kwijt kan in radio, blijf je daarnaast ook acteren.

“Soms kijken mensen vreemd op als ze horen dat ik ook in de huid kruip van een handpop in een kinderprogramma, maar het is net heel bevrijdend dat je die pop zijn ding kan laten doen. Dat spelen wordt herleid tot het kinderlijke. Dat zijn zaken die je niet meteen leert op school en dat is fantastisch.”

Tegelijkertijd stond je ook al op de set van de film ‘L’Ennemi’, naast kleppers als Sam Louwyck, Peter Van den Begin, Jeroen Perceval en Bruno Vanden Broecke. Ben je dan onder de indruk?

“Het was eerder een ondersteunende rol. Het maffe is dat ik vooral scènes had met hoofdrolspeler Jérémie Renier. Een heel straffe acteur. Ik was heel dankbaar om te mogen zién hoe hij omgaat met zijn métier. Of ik dat wil blijven combineren? Ik herinner mezelf vaak aan het feit dat ik nog maar 28 jaar ben. Ik kan mezelf perfect een paar jaar toespitsen op radio of even de focus op theater leggen. Er zijn 24 uren in een dag, hé.”

Iets zegt me dat 24 uren niet genoeg is voor jou.

“Er is ook zoveel mogelijk, zeker binnen de VRT. Toen ik vorige zomer de ochtend deed en bedacht dat het wel eens leuk zou zijn om met een crèmekar te rijden, dan was dat mogelijk. Of een loodgieter volgen bijvoorbeeld. In alles wat ik doe, ben ik altijd benieuwd naar verschillende jobs. Daarom sprak de samenwerking tussen VDAB en MNM mij indertijd aan, om knelpuntberoepen in een positief daglicht te stellen.”

© Christophe De Muynck

Je studeerde toen volop en stapte nadien af op Peter Van de Veire met een idee voor ‘Song for a Friend’, waarbij je een nummer schreef voor een onbekende.

“Dat was heel tof. Een tweede seizoen verscheen op VRT NU en ik deed ook nog zoiets voor de Kom op tegen Kanker-actie.”

Als iemand zo’n nummer voor jou wil maken, aan wie zou jij het dan opdragen?

“Mijn dochter. Sowieso omdat ik heel benieuwd ben hoe je iets onder woorden kan brengen, terwijl ik het zelf niet kan beschrijven. Het valt simpelweg ook niet onder woorden te brengen hoe graag ik haar zie. Ik hoop dat ze even vrij kan zijn in alles wat ze doet. Ik zal er alles aan doen om dat zoveel mogelijk te ondersteunen.”

Over steun gesproken, dat duwtje in de rug van Peter Van de Veire heeft je wel op weg geholpen. In hoeverre is hij een voorbeeld?

“Het is zo dat Peter een heel groot radiotalent was en is. Hij kan als geen ander zoveel verschillende petjes opzetten. Hij kan moeiteloos overschakelen van een luchtige, entertainende babbel naar een boeiend actua-interview waarbij hij de juiste vragen stelt. Heel interessant hoe hij ook moeilijke thema’s heel behapbaar kan maken.”

Het is geen geheim dat ze voor de opvolging ook in jouw richting kijken.

“Er zijn raakvlakken tussen Peter en ik, maar zeker ook verschillen. Ik vind het altijd moeilijk om twee mensen te vergelijken. Ik probeer alleen maar mezelf te zijn. Ik vind Otto-Jan Ham een hele goeie presentator en Tom Lenaerts een fantastische televisiemaker. Maar moet je hetzelfde als hen doen om goed te zijn in je vak? Nee, ik laat me liever inspireren dan dat ik me eraan spiegel.”

Wat als ze je de vraag zouden stellen?

“Ik zou er zeker over nadenken. Er staan nog heel wat projecten op stapel in elk geval. (denkt na) Ik ben nog niet op het punt dat ik op tafel sla en zelfverzekerd zeg: fuck it, ik kan dit ook. Maar ik besef tegelijkertijd ook goed dat die mensen die ik net noemde ook begonnen zijn als jonge gast. En dat zij vast ook vergeleken werden met legendes in hun vak. Maar ze zijn er net geraakt door hun eigen ding te doen.”

Het fijne is vast dat er bij MNM veel andere jonge gasten zitten, waarmee je je leefwereld kan delen.

“Het klinkt misschien raar, maar ik heb soms het gevoel veel ouder te zijn dan ik eigenlijk ben. Misschien komt dat door vader te worden. (lacht) Mensen als Kawtar, Wanne, Aaron… Allemaal supergedreven mensen met veel talent, die er ook altijd 200 procent voor gaan. Heerlijk om mee samen te werken.”

Om er ook maar eens een cliché tegenaan te gooien: je klinkt wat als een oude ziel in een jong lichaam. Is dat iets dat je erfde van je moeder?

“Bij haar heb ik het gevoel dat ze een jonge ziel in een ouder lichaam is. (lacht) Maar het is fantastisch om haar bezig te zien, hoe enthousiast en ongeëvenaard ze is. Als ik ze bezig zie in panelshows, denk ik altijd: ocharme de mens die ernaast zit. Ze is altijd zo enthousiast, zo oprecht ook… dat is zalig. Intens, ja. Maar ook een onwaarschijnlijk cadeau. Ook de steun die ik van mijn ouders kreeg. Doe wat je graag wil doen, we steunen je. Probeer maar. We zijn er. Onvoorwaardelijk. Dat is fantastisch.”

Is het niet vervelend om in elk interview omschreven te worden als ‘zoon van Ingeborg’?

“Nee. Ik ben ongelooflijk trots op wie ze is als mens. Ik zie haar ook als mens, niet als BV. Als mensen commentaar hebben, raakt me dat wel, maar ik steek liever energie in zaken die mij energie geven. Met het risico dat ik te zweverig klink: ik wil zoveel mogelijk in het moment leven. Ik ben niet bezig met zaken af te vinken. Ik snap dat anderen iets anders willen. Als er leeftijdsgenoten op donderdag uitgaan tot 4 uur, dan is dat oké. Net als opstaan om 4 uur om radio te maken.”

© Christophe De Muynck

Bij MNM is er ook aandacht voor studenten, met onder meer de Marathonradio. Was je zelf eigenlijk een goeie student?

“In het middelbaar zat ik in een heel slimme klas. De lat lag heel hoog en ik zat net boven het gemiddelde. Ik was wel slecht in natuurwetenschappen, fysica en chemie. Maar het ding is: ik gaf er altijd mijn eigen draai aan. Zo moesten we eens een spreekbeurt geven voor geschiedenis. Ik maakte dan maar een nummer over een of andere Britse maarschalk en zijn veldoorlogen. Het grote voordeel: ik hoefde niet zoveel te leren, ik had minder werk en de leerkracht vond het zo origineel dat ze veel milder waren met punten geven. Al waren de leerlingen die veel werk en energie staken in een powerpoint met 80 slides natuurlijk pissed toen ze hoorden dat ze evenveel punten kregen als ik, die een paar strofen en een refrein had geschreven. Die dan ook nog niet eens zo goed rijmden.”

“Wel grappig: een paar van die gasten schrijven vandaag voor De Standaard. Toen ik op de planken stond en hen zag zitten, dacht ik: shit, die gasten gaan mij terugpakken met een slechte recensie. (lacht) Nu ik eraan denk: ik herinner mij plots dat mevrouw Lanckriet ooit gezegd heeft dat ze mijn 5 op 10 naar een 6 op 10 zou veranderen als ik later ooit in een interview zou zeggen dat natuurwetenschappen cool is. Geen idee van waar die opmerking kwam, want er was toen geen sprake van dat ik iets in de media zou doen. Maar goed: natuurwetenschappen is heel cool. Bij deze, mevrouw Lanckriet: mijn schuld is vereffend!”