Koen Crucke, eeuwig jong, viert 70ste verjaardag: “Tomorrowland mag mij altijd bellen”

Koen Crucke kijkt nog lang niet naar zijn pensioen: “Ik loop ambetant als ik drie dagen niets te doen heb.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Als Koen Crucke ooit een biografie schrijft, dan wordt het ongetwijfeld een zevendelige reeks, met als titel ‘Je ne regrette rien’. De veelzijdige artiest, in de fleur van zijn leven, mag vandaag 70 kaarsjes uitblazen in zijn appartement in De Haan. Hij heeft naar eigen zeggen alles om gelukkig te zijn, professioneel én privé. “Al 53 jaar krijg ik elke dag ontbijt op bed. Héérlijk.”

Zelfs de bakkersvrouw kon het niet geloven dat er een 70 op de verjaardagstaart moest staan. Crucke ziet er zo fris uit als een vijftiger en heeft als een volleerde dertiger de taart al binnen de twee minuten op Instagram gezwierd voor zijn lieve volgertjes. Crucke heeft de allures én de carrière om een full blown diva te zijn, maar is heerlijk down-to-earth, relaxed en een levensgenieter pur sang. Het is ook een van de weinige artiesten die in Vlaanderen hele generaties aanspreekt – van 7 tot 77 zo noemt hij het zelf – en zo’n brede waaier aan artistieke kwaliteiten heeft. Hij flaneert moeiteloos tussen theater en opera, pakt kinderen moeiteloos in als meneer Spaghetti en laat twintigers helemaal uit hun dak gaan, zoals afgelopen weekend op een podium vol après-skiërs op Andorra. Wat kan een mens nog meer verlangen voor zijn verjaardag? “Ik kreeg van Jan (Gheysens, zijn man, red.) de Rolls Royce van de oortjes voor op een podium. Daar ben ik heel blij mee. Al hoef ik geen grote cadeaus. Ik word het liefst verrast. Zoals recent nog, toen ik tijdens een nieuwjaarsconcert van de gemeente een Pluim kreeg als verdienstelijke inwoner…”

“Er is straks Koenference, een concertenreeks en muzikaal feest tijdens de Gentse Feesten, in de Minardschouwburg. Het brengt alles samen wat ik allemaal al gedaan heb. Maar er staat nog heel wat op de planning. Ik doe dit jaar nog zo’n 48 afscheidshows van Samson & Gert en daarna ga ik een paar maanden in Bilzen wonen om ginder zo’n 30 operettevoorstellingen te spelen. Tussendoor zijn er nog wat projecten en opnames. Het stopt niet, tot dit najaar.”

Is dat je lang leven, bezig zijn?

“Ja! Ik moet altijd bezig zijn. Niets doen, is tijdsverspilling voor mij. Ik word lastig als ik niets te doen heb. Zelfs in de lockdown hebben we een stuk geschreven, rond de tafel gezeten, gerepeteerd… Er was ook altijd wel wat te doen voor radio of tv. Ik zat bij Gert (Verhulst, red.) op de boot en deed ook mee aan 24 uur live in het Sportpaleis.”

Ik zag je ook rondlopen op de Brusselse betoging van de cultuursector. Daar werd je constant aangesproken.

“Ik had toevallig een roze paraplu mee, wat natuurlijk opviel. (lacht) Maar ik vond dat het mijn taak was om daar te zijn. Onze sector heeft nog steeds geen volwaardig statuut en daarom moeten we allemaal aan hetzelfde zeel trekken. Zeker omdat het gevaar op besmetting in onze sector zo goed als onbestaande was.”

Heb je schrik gehad de afgelopen twee jaar?

“Toch wel. We zijn zeer voorzichtig geweest, zagen ook niet zoveel mensen. Jan en ik gingen vaak wandelen langs een verlaten dijk en centrum. Heel speciaal om te zien.”

Het was de langste periode in je carrière dat je stilzat, veronderstel ik?

(knikt) “Ik heb daar toch een paar dagen last van gehad. Maar ik ben al snel weer in actie geschoten. In al die jaren zijn er nooit momenten geweest waarop ik op mijn lauweren ging rusten.”

Ben je iemand die graag terugblikt?

“Ik ben eerder iemand die vooruit kijkt. Wat voorbij is, hebben we gehad. Je ne regrette rien. Ik erger me aan mensen die zeggen in onze tijd. Nú is onze tijd. Wat we nu doen, telt. Al kan ik wel genieten van terug te kijken op mooie momenten.”

Koen vereeuwigt zijn verjaardagstaart meteen voor zijn volgers op Instagram: “Mij omringen door jonge mensen, houdt me jong. Ik leer ook heel veel van hen.”
Koen vereeuwigt zijn verjaardagstaart meteen voor zijn volgers op Instagram: “Mij omringen door jonge mensen, houdt me jong. Ik leer ook heel veel van hen.” © Christophe De Muynck

Je hebt door de jaren heen een indrukwekkend palmares opgebouwd. Het is makkelijker om te vragen wat je niét hebt gedaan. Meer nog, je spreekt ook élke generatie aan.

“Ik kan van alles een beetje. Ik heb kinderprogramma’s gedaan, operette, musical, theater… Als ik een klas tegenkom, roepen ze meneer Spaghetti, terwijl dertigers vaak om een selfie vragen. De oudere generatie vraagt dan weer wanneer ik nog eens een operette doe.”

Wat ook opvalt, is dat je bijzonder jong van geest bent.

“Afgelopen weekend stond ik nog in Andorra met Discobar Joossens. Fantastisch om te doen. Ik voel mijn leeftijd niet, alleen soms eens ’s morgens als ik opsta. Maar dan zeg ik tegen mezelf: vooruit, sportkleren aan en richting fitness! Ik doe drie tot vier keer per week ‘s morgens vroeg aan cardio. Dat helpt mijn lichaam soepel houden, maar houdt me ook mentaal fris.”

Of ik wil sterven op het podium? Ja, maar je doet je publiek dat niet aan. Misschien in de coulissen, als het applaus nog nazindert

“Ik laat mij ook graag omringen met jonge mensen. Ik leer ook echt nog van hen, zelfs als ze fouten maken. Ik heb daar altijd veel van opgestoken. Als je relevant wil blijven, moet je daar ook in meegaan. Anders blijf je stilstaan.”

Dus Tomorrowland mag nog bellen?

“Er zijn al gesprekken geweest. Het blijft niet bij Andorra. Maar ja, Tomorrowland mag mij altijd bellen. Of dat nieuwe festival, waarvoor ze samenwerken met Rock Werchter. Je ziet, ik ben nog van alles op de hoogte.”

Zijn er zaken waarvoor je jezelf stilaan te oud vindt?

“Nee. Raar, hé. (lacht) Ik denk wel dat ik het van mezelf ga weten. En Jan zou het mij ongetwijfeld ook zeggen. Maar ik had zoveel jaar geleden ook nooit durven denken dat ik nu nog steeds, op mijn zeventigste, Alberto zou spelen. Al weet ik natuurlijk niet hoe ik er binnen tien jaar aan toe ben. Maar ik weet ook: als het niet meer gaat, dan is mijn leven voorbij. Ik zie het niet zitten om elke dag in mijn zetel te zitten en naar televisie te staren. Ik moet bezig blijven.”

Ben je iemand die wil sterven op het podium?

“Ja, maar je doet je publiek dat niet aan. Misschien in de coulissen, als het applaus van het publiek nog nazindert.”

Ik ken ook weinig zeventigers die zo actief zijn op sociale media.

“Tof, hé? Ik vind het fijn om mensen een inkijk in mijn leven te geven. Hoe ik soep kook, een taart bak… Twee jaar geleden heb ik mijn diploma van patissier gehaald. Mijn slaapkamer grenst aan een bakkerij, dus ik word elke morgen wakker met de geur van croissants. Elke dag passeer ik aan die taarten en dat maakte me heel nieuwsgierig. Ik ben eens naar een opendeurdag van Spermalie geweest en was meteen verkocht. Ik keek daar elke week naar uit om vier uur aan de slag te gaan. Mijn specialiteit? Ik heb met kerst een eigen kerststronk gemaakt, dat was ook heel leuk. (denkt na) Ik wil eigenlijk van alles iets kennen. Dat verrijkt je en zorgt ervoor dat je een open geest blijft hebben.”

Je geniét er ook van. Is dat altijd zo geweest?

“Ja. Ik sta ’s morgens op en ben meteen welgezind. Het helpt ook dat mijn man al 53 jaar ontbijt op bed brengt.”

Elke dag?

“Elke dag.”

En als jullie ruzie hebben, morst hij dan ook ‘per ongeluk’ met koffie?

“Wij gaan nooit met ruzie slapen. En als ik niet ga fitnessen, blijf ik na mijn ontbijt nog wat in bed, om nieuwe liedjes te leren of tekst in te studeren. Mijn slaapkamer is mijn werkterrein. (lacht) Daar leer ik al mijn rollen. En Jan brengt dan na een tijdje nog een koffie of fruitsap.”

Maandag is het valentijn. Zijn jullie doorgaans romantisch aangelegd?

“Eigenlijk is het elke dag valentijn bij ons. Wij kunnen zo hard genieten van samen in de zetel naar Netflix te kijken, of een glaasje te drinken. Of onverwachts iets gaan eten. We moeten niet wachten op een datum daarvoor.”

Koen, met zijn zielsverwant Jan: “We gaan nooit slapen met ruzie.”
Koen, met zijn zielsverwant Jan: “We gaan nooit slapen met ruzie.” © Christophe De Muynck

Intussen komt Jan, met roots in Lendelede, mee aan tafel schuiven. Romantisch zou hij zichzelf niet noemen, maar hij kan zich wel haarscherp hun eerste ontmoeting herinneren. Met alle bijhorende details, tot de bekleding van de stoelen op het restaurant toe. Hij vertelt honderduit over hoe hij kort nadien Koen na een voorstelling ging oppikken met een ruiker bloemen, en ondertussen lieflijke brieven en gedichten schreef. “Is dat romantisch? (blaast) Koen en ik zijn vrienden, geliefden… alles wat je maar kan noemen, zonder dat we dat per se als romantisch moeten bestempelen. Maar wij vervelen ons nooit. We hebben altijd iets om over te praten, altijd wel iets om te doen. Ik word 74 straks, maar wat wij doen, geeft mij een enorme drive en dynamiek. Ik herken soms de vent niet die ik in de spiegel zie.”

Jullie zijn al 53 jaar samen. Dat was indertijd waarschijnlijk niet vanzelfsprekend.

Koen: “Ik herinner me nog goed dat Jan mij opbelde dat hij wilde samenwonen. Dat kan, maar ik was toen net geen 18, dus gingen we inlichtingen vragen bij de politie. Die raadde ons aan om een appartement op de bovenste verdieping te nemen, met twee slaapkamers met daarin telkens een gedekt bed. Als iemand ’s nachts aan onze deur zou kloppen, dan moesten we al één warm hoofdkussen op het andere bed leggen. De zedenpolitie heeft evenwel nooit aangebeld.”

Waanzin.

Jan: “Toen ik Koen leerde kennen, stond ik op trouwen. Voor mij was het kiezen tussen de liefde en de Grote Liefde. Maar veel mensen begrijpen vandaag nog steeds niet dat gay zijn geen keuze is. Er zijn vandaag nog steeds heel veel mensen die in de kast zitten, die gepest worden of voor wie het niet zo evident is. Maar mensen hebben ons daar altijd in gerespecteerd. We waren ook altijd druk bezig. Op een gegeven moment hadden we zelfs een vliegtuigrelatie. Maar Koen zijn carrière ging altijd voor. Toen de zanglerares indertijd van mij een operazanger wilde maken, heb ik geweigerd. Ik wilde geen concurrent voor Koen zijn.”

Koen: “Jan heeft mij de stiel geleerd. Hij heeft me leren praten op scène. Zonder hem stond ik niet waar ik vandaag sta. Hij heeft me altijd begrepen en gestimuleerd in wat ik deed.”

Hoe zijn jullie eigenlijk in De Haan beland?

Koen: “Ik gaf een tijdje privé-zangles aan iemand die hier woonde. Op den duur was ik meer hier dan in Gent. Ik bleef al eens slapen, ging iets drinken en voor ik het wist had ik hier een groter sociaal leven. Jan stelde voor om even hier te wonen. Dat sloeg aan en nu blijven we hier. Je staat ook al snel terug in Gent. Ik ben er nog vaak, maar ik zou er niet meer kunnen wonen. Ik hou echt van Gent, ik wil er zelfs begraven worden. Mijn plaats is al gereserveerd. Het fijne is dat De Haan iets speciaals heeft, iets magisch. Ik ben hier ook niet Koen Crucke, de artiest. In mijn stamcafé spreek ik zelfs West-Vlaams. Dat lukt aardig, ja. Bejoat gie! Ik zong zelfs al een nummer in het West-Vlaams, als eerbetoon aan De Haan. Mensen linken mij ook altijd met de gemeente.”

Zijn er nog zaken die je wil doen, Koen?

“Misschien nog wat televisie, maar geen panelshows. Een knappe rol in een film zie ik ook wel zitten. Het liefst als de slechterik, zodat de mensen ook eens een andere kant van mij zien. Binnenkort doe ik twee kortfilms. In één daarvan speel ik iemand die dementeert. Dat zijn voor mij uitdagingen. Door iets onverwachts te doen je publiek kunnen pakken, dat vind ik héérlijk. Daarom vond ik het zo heerlijk om een paar jaar geleden La Cage aux Folles (een musical, red.) te mogen spelen. Dat was een van mijn mooiste momenten in mijn carrière, net als mijn eerste voorstelling als 19-jarige. Ik heb meer dan 400 rollen gespeeld, maar dit was een once in a lifetime. Zoveel karakters in één personage, zo’n waaier aan emoties… Als je dan nog eens schitterende kritieken krijgt. Wauw.”

Je staat er ook om bekend geen ego te hebben.

“Ik wil ook nooit een voorkeursbehandeling. Voorsteken in de rij? Absoluut niet. Ik ben ook maar een gewone mens. Ik heb er ook geen probleem mee als ze mij niet herkennen. Al is dat eerlijkheidshalve wel niet vaak het geval. (grijnst) Soms herkennen ze eerder Jan dan ik!”

Je geeft het zelf aan: je speelde al ongelooflijk veel rollen, maar voor het grote publiek blijf je waarschijnlijk altijd ‘meneer Spaghetti’.

“Je kan daar niet van onderuit. Nog eens, ik had dat indertijd nooit durven denken toen ik daaraan begon. Bij mensen als Marijn Devalck is dat ook zo. Mijn geluk is dat ik altijd verschillende dingen ben blijven doen, zoals klassieke concerten. Mijn focus lag ook nooit op één personage.”

Zijn er zaken waar je spijt van hebt?

“Nee. Ik sta achter alles wat ik deed. En als iets niet zou lukken, dan heb ik het op zijn minst geprobeerd. Je ne regrette rien. Ik ben in dit vak gestapt omdat ik ervan droomde de mannelijke Edith Piaf te worden. Ik wilde alleen maar in een zwart kostuum chansons zingen, met één spot op mij. Piaf en Brel konden daarmee hun publiek écht beet pakken, zonder een grote lichtshow of ander spektakel dat we vandaag op een podium zien. Dát is waarom ik in het vak ben gestapt. Ik had nooit gedacht dat mijn carrière deze richting zou uitgaan. Er was ook nooit een plan-B of een masterplan. Ik heb zelfs in New York gewoond en gespeeld. Alles wat ik deed, heb ik altijd op mij laten afkomen. Ik ben er ook fier op dat ik nooit gelobbyd heb voor een rol. Als ze mij willen, dan bellen ze mij wel. En ze blijven gelukkig bellen.”

Je bent zo actief, wat is voor jou dan nog ontspanning?

“Zingen. Op het toneel staan. Mijn vak kunnen doen. Zelfs dit interview. Ik moet mij daarvoor niet inspannen. Integendeel, ik kijk daarnaar uit. Nee, ik heb altijd kunnen doen wat ik graag doe. En dat maakt mij gelukkig.”

We wensen je dat nog heel lang toe!


Wie is Koen Crucke?

Koen Crucke werd op 11 februari 1952 geboren in Ledeberg. Hij begon op vroege leeftijd al als orkestzanger, volgde een opleiding als kapper, maar werd opgepikt als operettezanger. Crucke werd door de VRT opgemerkt, waar hij te zien was in verschillende programma’s. Zijn meest bekende rol op tv was die van Alberto in Samson & Gert. Ook in het theater, musicals en opera’s bleef hij hoge ogen gooien. Hij schreef ook enkele boeken. In 2004 stapte Crucke in het huwelijksbootje met Jan Gheysens, met wie hij vandaag in De Haan woont.