Hoofdredacteurs Dominique Persoone en Bart Casteleyn leggen het jaar neer: “Dat is de basis van alles: durf je smijten”

Dominique Persoone en Bart Casteleyn, de twee hoofdredacteurs die KW dit jaar telde, blikken terug op 2022. © Jana Germanus
Bert Vanden Berghe

De ene deed de job van hoofdredacteur een week lang, de andere de rest van het jaar. Dominique Persoone en Bart Casteleyn nemen afscheid van 2022 en dat doen ze in stijl: in de mancave van de Brugse chocolatier. “We moeten positief blijven voor 2023. Dat is onze morele plicht.”

“How, da’s goed tegen het snot.” Dominique zet op de toog van zijn mancave in Damme twee glaasjes en een fles Espolòn neer, een bijzonder fijne tequila. “Het is wel vroeg, hé, Dominique”, grijnst Bart Casteleyn, hoofdredacteur van deze krant.

De Brugse chocolatier doet alsof hij het niet hoort en giet de glaasjes vol. Want een verkoudheid kan immers niet zwemmen. De vakantie lonkt en die komt duidelijk niet te vroeg, want het is een pittig jaar geweest. Corona beheerste niet langer het leven van zowel de ondernemer als de hoofdredacteur, maar het duurde niet lang voor de agenda van beide heren weer vol raakte met een pak andere zaken. Terwijl de honden zich aan de kachel nestelen, wordt er al snel teruggeblikt op die ene week half september, toen Dominique de krant mocht leiden.

Hoe kijk je daarop terug?

Dominique: “Ik vond dat een fantastische ervaring. Megacool eigenlijk. Ik heb er ook veel reactie op gekregen, omdat ik nooit gedacht had dat jullie zo zot zouden zijn om mij zo vrij te laten. Ik kreeg echt carte blanche. Nu, ik moet wel zeggen dat ik het onderschat heb, want het is deuredoen, hé. Zeker als je die deadline voelt naderen, dan is het efkes strakker staan.”

Bart: “Wij zijn die stress raar genoeg gewoon geworden, maar als iemand het eens overneemt en begint te zweten, dan beseffen we inderdaad weer dat het pittig kan zijn.”

Dominique: “Voor mij was het een avontuur, net zoals de oceaan oversteken of iets opstarten in het Virungapark. Als ik een avontuurtje kan beleven… Of misschien moet ik dat zo niet zeggen. (algemene hilariteit) Maar iets dat je nog nooit gedaan hebt, dat is toch zalig om te doen? Voor de tijd dat we hier maar rondlopen…”

Wat vond je het tofste?

Dominique: “De vrijheid die ik kreeg. Dat interview met Jean-Marie Dedecker, dat we hier deden… Ik heb nog nooit zo’n interview gelezen in mijn leven. Mijn moeder ook. Ze was in shock toen ze las dat ik ontmaagd was op mijn 14de op het strand.”

Bart: “Ik heb het onlangs nog eens herlezen. Dat was inderdaad vrij ongezien.” (lacht)

Dominique: “Of dat zijn best betaalde ambtenaar een burn-out had, maar zo bruin was als mijn frigo van in Spanje in de zon te zitten… Maar Jean-Marie zelf was megachill. Ik vond dat echt… waw.”

Je wist al snel dat je West-Vlaanderen wat meer rock-‘n-roll wilde maken.

Dominique: “Ik weet niet of we daar helemaal in geslaagd zijn.”

Bart: “Het is ook geen makkelijke boodschap om over te brengen.”

Dominique: “Het is ook altijd hetzelfde: veel gasten durven zichzelf niet smijten. Kijk maar naar de kerstmarkt in Brugge dit jaar… Wat een fucking joke is dat? Commentaar dat we krijgen, amai. Sommige koten zijn niet eens open. Echt schandalig. Geef de organisatie aan een creatieve organisatie of aan een bende jonge, toffe gasten. Het is misschien wat extreem, maar waarom zouden we het niet kunnen aanpakken als in Camden Market (in Londen, red.)?”

Bart: “Je vloekte er ook op in je krant, dat er veel West-Vlamingen zijn die wegtrekken terwijl je dat talent hier zou moeten houden. En dat is eigenlijk wel waar. Het mag hier wat meer rock-‘n-roll zijn. Het siert je ook dat je de jonge gasten een duwtje in de rug wil geven. Je zoon is daar een mooi voorbeeld van.”

Dominique: “Het is aan de jeugd, hé.”

Bart: “Da’s waar. Maar je hebt veel mensen van vijftig die het niet los kunnen laten.”

Dominique: “Daar heb ik een hekel aan, aan mensen die vasthouden aan hun postjes. In de politiek is dat ook zo. We moeten durven veranderen.”

Bart: “Hoe kijk je als ondernemer terug op afgelopen jaar, Dominique?”

Dominique: “Het was een goed jaar, ik ben content. Maar al mijn winst gaat naar mijn kosten. Voor mijn fabriek alleen al betaal ik 52.000 euro meer aan elektriciteit. De grondstoffen zijn 38 procent gestegen. En dan is er nog de aanpassing van de index: de lonen stijgen soms meer dan 10 procent. En zelfs de huur, waarvan ik niet begrijp dat ze dat aan de index koppelen. Aan de andere kant staat de helft van Brugge leeg.”

Bart: “Die leegstand is ook iets dat op mijn zenuwen werkt. Veel te veel mensen kopen bij de Bol.coms en Coolblues van deze wereld. Alles voor een euro uit te sparen, centen die velen hier ook kunnen gebruiken. Ik heb het daar lastig mee: ik ben opgegroeid bij een kleine zelfstandige en koop nooit iets via een webwinkel.”

Dominique: “Tijdens de coronaperiode was voor mij de grootste, positieve shock dat 80 procent van onze omzet van lokale mensen komt. Wij hebben de toeristen niet nodig. (denkt na) Veel mensen beseffen het niet altijd, maar ik vind dat op veel zaken de kwaliteit achteruit gaat. Als je kijkt naar de Steenstraat… Is Made in China het niveau dat we willen? Is de Action de nieuwe chique winkel voor de Vlaming?”

Bart: “Ik schreef het vorige week nog in mijn opinie. Dat we meer aandacht moeten hebben voor zaken die gemaakt zijn bij ons.”

Dominique: “Ik ken veel mensen uit de buurt die heel bewust bij ons kopen, omdat het lokaal én lekker is.”

Bij de krant voel je ook dat lokaal nieuws niet aan populariteit inboet, integendeel.

Bart: “Je voelt dat veel mensen gestopt zijn met het nieuws te volgen op wereldniveau en zelfs nationaal niveau. Eerst was er de coronacrisis, dan de oorlog, later de hoge energiekosten. Maar de mensen willen wel nog weten wat er gebeurt in hun straat. Dat de bakker dertig jaar bezig is, er een nieuwe sporthal komt en wie er zoveel jaar getrouwd is.”

Dominique: “Dat is de kracht van lokaal, inderdaad.”

Je voelt ook dat duurzaamheid een thema is waar we echt niet langer rond kunnen.

Dominique: “Ons project in Mexico runnen we al tien jaar en in Virunga (Congo) zitten we ook al een tijdje. Dat deden we nooit omdat het hip of in de mode zou zijn. Nee, we deden dat vanuit ons buikgevoel. Vandaag zijn er wel veel sjarels die het doen omdat het in de mode raakt.”

Bart: “Onze uitgever Roularta Media Group is daar ook al een tijdje mee bezig. Vorig jaar nog werd er een bos aangeplant met 15.000 bomen. Ze hadden er ook een magazijn kunnen zetten. Ik ben er best wel preus op dat er gedacht wordt aan de volgende generatie.”

© Jana Germanus

Dominique: “De politiek moet de boel een beetje durven forceren. Waarom moet ons biefstuk uit Argentinië komen? Of onze tomaten uit Chili? De keten moet korter. Aan de andere kant missen de boeren een goeie communicatie. Onze buur kweekt een superras qua koeien, alleen is het niet zo eenvoudig om dat naar buiten te krijgen qua verhaal.”

Bart: “Dat soort zaken sterkt me dat we als krant nog altijd een belangrijke rol kunnen spelen.”

Dominique, je wilde in je krant een aantal mensen met dezelfde ingesteldheid een plek geven. Denk maar aan Anthony Caere die zijn leven waagt voor de biodiversiteit in het Virungapark of Kobe Desramaults die lokaal kookt in hartje Sicilië.

Dominique: “Dat zijn mensen die zich écht durven smijten. Dat is de basis van alles. Niet te veel peizen, gewoon gaan. Soms doe je stommiteiten, ja, maar je hebt het tenminste gedurfd.”

Zijn wij West-Vlamingen te weinig trots op onszelf?

Dominique: “Ik vind van wel, maar ik meen dat we erg aan het veranderen zijn, omdat we ook steeds meer appreciatie krijgen van buitenaf. Het is dus aan het beteren.”

Bart: “De West-Vlaamse boertjes zijn plots cool geworden. Die fierheid durven we ook steeds meer uitdragen in onze krant. In mijn opinie zet ik met veel leute steeds vaker een dialectwoord.”

Dominique: “Na vijftig jaar ervaring in het leven heb ik geleerd dat je niet beschaamd moet zijn voor wie of wat je bent. En de mensen hebben graag die authenticiteit. Dat blijft ook het langste duren. Ik ken er een aantal in de televisiewereld, die helemaal anders zijn op het scherm dan erachter. Nee, wees jezelf. (denkt na) Vorige week was ik uitgenodigd op het kerstdiner van de top-West-Vlamingen in Brussel. Als je daar ziet hoe zelfs die grote managers preus zijn op hun taal, dan word ik daar heel blij van.”

Niet rond de pot draaien, dat was ook duidelijk je aanpak als chef-voor-één-week.

Dominique: “Ik vond het geestig dat jullie daar zo in meegingen.”

Bart: “Voor ons was dat ook geestig. Misschien moeten we dat vaker doen. Ik herinner mij dat we volop bezig waren met Ventilus, een dossier dat we als krant van heel nabij volgen. Terwijl bleek dat jij daar amper van gehoord had, Dominique. Dat drukte me met de neus op de feiten: niet iedereen ligt daar wakker van. De politici en de mensen die daar vlak onder wonen wel natuurlijk, maar of de gewone man daar veel mee bezig is… Ik weet ook niet wat er eerder zal zijn: het nieuwe stadion van Club Brugge of de hoogspanningslijn.”

Op politiek vlak was het dan ook geen toeval dat je Dedecker aan het woord wilde laten.

Dominique: “Ik vind wel dat hij het symbool is van rebellie. Wie een goeie politieker wil zijn, mag aan niemand vasthangen. Dan kan je echt zeggen wat je voelt. Maar in de politiek hebben er velen schrik.”

Bart: “Zou je een goeie politieker zijn, Dominique?”

Dominique: “Ik denk het wel, maar ik denk niet dat ik het ooit zou doen. Wat is het nut van in de politiek te gaan als je niet mag zeggen wat je écht denkt? Ik denk dat veel mensen zoals mij redeneren.”

Dedecker hekelde al vaker de cultuur waarin iets al dan niet gezegd mag worden.

Dominique: “Ik heb soms ook het gevoel dat je niets meer mag zeggen. Hoeveel keer dat ze tijdens het filmen zeggen: goeie joke, Dominique, maar dit kunnen we niet uitzenden. Terwijl het maar een kluchtje is. Jammer.”

Heb je het daar lastig mee?

Dominique: “Nee, maar ik begrijp niet hoe de wereld in elkaar zit. Je moet op je woorden letten en tegelijkertijd lees ik soms zaken op sociale media waarbij ik van mijn stoel val. Ik schrik soms echt hoe bekrompen sommige Vlamingen kunnen zijn qua mentaliteit.”

Bart: “Er wordt vaak gezegd dat er niets mag gezegd worden door mensen die nog altijd heel veel zeggen, vind ik. Het is een moeilijke discussie, niet zwart of wit ook. Kijk maar naar Zwarte Piet. Als mensen daar problemen mee hebben, laat ons dat dan aanpassen. Laat ons daar niet moeilijk over doen.”

Dominique: “Onlangs was er ergens iets gezegd over de rechten van homo’s in Rusland of zo. En dan lees ik commentaren op sociale media: Homo’s buiten. Of ook dat homo’s tegen de natuur zijn. Ik dacht echt: wow. Zijt maar eens homo, en lees dan zoiets. En niemand die daar dan op reageert. Maar als ik zeg: die blonde mokke met haar schone konte…

Qua online commentaren heeft je opvolger als West-Vlaams Ambassadeur, Maaike Cafmeyer, jammer genoeg ook haar deel gehad…

Dominique: “Alle respect hoe ze daarmee is omgegaan. Ik vind dat een supermadam. Ik ben haar grootste fan en ben heel blij dat ze gewonnen heeft. Ook blij dat er eens een vrouw wint. (denkt na) Er waren veel mensen die twijfelden aan de situatie, maar wie die documentaire (Het proces dat niemand wou, red.) heeft gezien, die stelt zich geen vragen meer.”

Bart: “Absoluut. Ik ben ook heel blij dat Maaike gewonnen heeft. Oververdiend. Je zag het ook tijdens de avond zelf, dat het haar wat deed. Ook haar man was erg ontroerd. Voor die mensen is dat een soort afsluitmoment geweest, denk ik. Een figuurlijke schouderklop van heel West-Vlaanderen: Kom Maaike, we gaan samen weer vooruit.”

Dominique: “West-Vlaanderen ziet haar inderdaad graag. Voor mij blijven zij en Wim Opbrouck de ultieme ambassadeurs van onze provincie. Ook al omdat hun humor zo goed, droog en puur is.”

Bart: “Een nieuwe generatie West-Vlamingen kan je hen niet meer noemen. Maar het zijn wel prototypes van West-Vlamingen die een voorbeeld zijn, waar je naar kan opkijken. Hét bewijs dat het cliché van de West-Vlaamse boertjes definitief in de vuilbak mag. Ik heb trouwens nog een leuke primeur: Maaike gaat straks ook met ons een eigen krant maken. Daar kijken we erg naar uit.”

Afwachten of zij ook zo zot gaat zijn om een tattoo te zetten.

Bart: “Veel mensen vroegen het op de gala-avond van de Ambassadeur: heeft hij dat nu écht gedaan?

© Jana Germanus

Dominique: “Dat is ook duidelijk een teken hoe sommige mensen kijken naar het leven. Als je te veel nadenkt…”

Mensen kijken wel anders naar de wereld sinds corona. Hoe is dat bij jullie?

Dominique: “Ik dacht dat ik na corona een effort zou doen voor die balans tussen werk en privé, maar dat is niet gelukt.”

Bart: “We zijn al snel vergeten hoe geestig een lege agenda wel kan zijn.”

Dominique: “De laatste tijd denk ik wel vaker eens: moet ik hiervoor naar hier komen? Wat voor boring bullshit is dit? Nee, ik ben ook heel graag thuis.”

Hebben jullie een voornemen voor volgend jaar?

Bart: “Vorig jaar zei ik tegen Wim (Opbrouck, red.) dat ik wat minder op mijn smartphone wilde zitten en wat meer wilde lezen. Ik heb welgeteld één boek gelezen, die Wim toen tipte: De jacht op Ursula Graurock van Marnix Peeters. Maar voor volgend jaar? Misschien moet ik wat meer buitenkomen. Als ik via Instagram zie wat Dominique allemaal doet, moet ik mezelf misschien voornemen om wat meer ja te zeggen.”

Dominique: “Ik ging net zeggen dat ik misschien wat meer neen moet zeggen. In maart vertrek ik op expeditie naar Bolivia met de copains en dat heb ik echt gemist. Zelfs mijn vrouw zegt het: dat ik misschien wat meer tijd moet maken voor mijn vrienden. Want er is altijd tijd te kort.”

Wat wensen jullie de West-Vlamingen toe?

Bart: “Veel leute.”

Dominique: “Meer rock-‘n-roll! Dat politiekers zich wat meer durven smijten en toffe voorstellen doen. Waarom zou je bijvoorbeeld niet één avond per jaar openluchtbarbecues toelaten op het strand, waarbij je zelf muziekgroepjes en een kuisploeg voorziet?”

Zien jullie tot slot 2023 positief tegemoet?

Dominique: “Absoluut. Als ik kijk hoe mijn zoon zich smijt… machtig. Nu staat hij vroeg op met veel goesting om aan de dag te beginnen, terwijl we hem tijdens school uit zijn bed moesten sleuren.”

Bart: “We moeten wel positief zijn: het is onze morele plicht. Je kan elke dag tien kranten vullen met negatief nieuws, maar wij doen ons best om extra aandacht te hebben voor goed nieuws.”

Dominique: “Je kan het je ook niet permitteren om er depri bij te lopen, alleen al voor al die mensen in ons team. We hebben net zwaar geïnvesteerd in machines, we gaan de winkel vernieuwen, er komen 180 zonnepanelen bij… Ik wil dat ze weten dat den ouden nog sjette kan geven. En straks komt er een flipperkast in de fabriek én in de winkel. Je maakt alles zelf zo geestig als je wil.”

Bart: “Een flipperkast op onze redactie, dat is misschien ook nog een idee…”