Tweede historische hopoogst op rij, maar nu in negatieve zin: “Hopen op beter weer, meer kunnen we niet doen”
“Zelfs mijn vader maakte zo’n slechte oogst nooit mee.” Ondanks een historisch annus horribilis was Rob, met zijn 33 jaar de derde generatie in hopbedrijf Lagache, verrast dat zijn rassen vrijdag toch in de prijzen vielen tijdens de nationale Hopprijskamp in het Poperingse Hopmuseum. “De hop in heel België blijkt minder door de droogte en hitte”, zegt hij. Wat is de impact nu voor onze boeren, brouwers en bieren?
Rob Lagache beboert 13,5 hectare hop op het “middelgroot” bedrijf van zijn vader en grootvader in Waasten. De familie vestigde zich in de vorige eeuw in deze faciliteitengemeente, op zo’n vijftien kilometer van hun Hoppestad Poperinge. Maar het dialect is Rob niet verleerd. De stiel evenmin. Dat bleek vrijdag in het Hopmuseum: zijn naam werd drie keer afgeroepen tijdens de Hopprijskamp.
“Twee eerste plaatsen voor de klassieke rassen Hallertau en Magnum, en een tweede plaats voor mijn 7784”, zegt hij. Dat cijfer is de postcode van zijn dorp. “Om aan te duiden dat we deze variëteit hier een vijftal jaar terug ontdekten. Heel toevallig: ik vond een wilde hopplant, rook eraan en was verrast door het fruitig aroma. Dat is gegeerd door onze ambachtelijke brouwers, maar zij moeten nog te vaak zoeken tussen Amerikaanse hopsoorten. Met rassen als 7784 kunnen we inspelen op hun vraag. We hebben de plant intussen gecultiveerd tot een dertigtal are. Na het proefdraaien in enkele brouwerijen, het doorlopen van een administratieve molen en de officiële opname in de wereldwijde hopperassenlijst, kunnen we het ras een echte naam geven.”
Klein aantal
Dankzij de Hopprijskamp, die sinds begin de jaren 60 in Poperinge wordt georganiseerd, krijgt de sector zicht op de verse oogst. “Mijn verrassing was groot, toen ik in de prijzen viel, want mijn kwaliteit en opbrengst zijn veel slechter door de extreme droogte en hitte”, stelt Rob. “Blijkbaar hadden alle collega’s daar last van.”
En ze zijn al met zo weinig: 18 in regio Poperinge, 6 in de streek van Aalst en 11 in Wallonië. Goed voor een totaal areaal van 184 hectare. “Op ons hoogtepunt in de jaren 70 telde ons land 250 hopboeren en een areaal van 800 hectare”, weet Joris Cambie. Als voorzitter van overkoepelende producentenvereniging H.O.P. bevestigt hij de lagere opbrengst. “Tot 25 procent minder dan het gemiddelde van de voorbije 10 jaar.”
Historisch verlies
“Bij ons is het helft minder, voor evenveel werk”, zegt Rob. “Maar wij kijken minder naar het bord, omdat hop een passie is. Het recordjaar 2021 compenseert dit historisch verlies. We moeten volgend jaar hopen op beter weer, meer kunnen we niet doen. Zon en droogte kunnen we niet tegenhouden. Hopplanten groeien tot 7 meter hoog. Daar kunnen we niet zomaar een zeil over trekken. Dan zou trouwens een serre-effect ontstaan. En irrigatie is moeilijk met die oppompverboden.”
Doordat hopboeren meerjarencontracten afsloten met hun afnemers, heeft deze oogst geen vat op de prijs. “En toch is dit nu een nadeel”, verrast Cambie. “Onze kosten stijgen door de oorlog, energiecrisis en inflatie en veel contracten leggen de prijs vast voor vijf jaar. We moeten dus aan de tafel met de groothandel. Dat zei men ook op het Internationale Hopcongres in Tsjechië afgelopen zomer.” (TP)
Lees ook…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier