Bart Declercq, directeur Nationaal Agrarisch Centrum: “Landbouwers hebben ook een groen hart”

Bart Declercq: “Ja, ik ben gelukkig en het mag zo nog een hele tijd blijven duren”.(foto Stefaan Beel) © Stefaan Beel Stefaan Beel
Peter Soete

Vraag aan iemand die de land- en tuinbouwsector niet kent waar het Nationaal Agrarisch Centrum is in Roeselare en de kans is zeer groot dat die persoon je het antwoord schuldig moet blijven. Nochtans geven wij er ontzettend veel opleidingen, aldus directeur Bart Declercq.

Wat is het NAC of Nationaal Agrarisch Centrum Roeselare precies?

Bart Declercq: “Wij zijn het grootste opleidingscentrum voor land- en tuinbouw in Vlaanderen. Eerst en vooral geven wij opleidingen en delen wij onze kennis van land- en tuinbouw. Sedert dit jaar wordt dit opgesplitst in landbouw, grosso modo alles wat eetbaar is, en groensectoren zoals bijvoorbeeld tuinaanleg en tuinonderhoud. Wij geven deze opleidingen voornamelijk aan toekomstige landbouwers. Wij geven echter ook opleidingen om een fytolicentie of gewasbeschermingsgebruik te behalen of om die licentie te behouden. Wij bieden eveneens ICT-cursussen aan specifiek voor de land- en tuinbouwsector en in de toekomst zullen we ook managementcursussen organiseren. De moderne boer is meer en meer een manager geworden van zijn bedrijf.”

“Wij nemen de tijd om iets uit te leggen aan de cursisten”

“Een andere opleiding die geweldig in de lift zit, is de opleiding om wijnbouwer te worden. We noteren de laatste jaren een groei van meer dan 10 procent, zeker ook in West-Vlaanderen.”

Wie is Bart Declercq?

Privé: Geboren in Roeselare op 29 september 1981 en opgegroeid in Gits (Hooglede). Partner van Ellen, twee kinderen: Lowiek (6) en Leander (4). Dit gezin woont in Hooglede-Gits.

Opleiding en job: Lager onderwijs in de jongensschool Gits, middelbaar in Klein Seminarie Roeselare en hoger onderwijs aan UGent (bio-ingenieur landbouw) waarna ook een doctoraat volgde. Na de studies aan de slag bij Inagro en daarna bij NAC waar hij in 2024 directeur werd.

Vrije tijd: Fietsen, saxofonist in de harmonie van Ledegem.

Jullie zijn ook actief buiten West-Vlaanderen?

“Absoluut! Onze hoofdzetel is dan wel in de Industrieweg (bij Dovy Keukens en Eutraco, red.), wij hebben leslokalen in alle Vlaamse provincies. De praktijklessen vinden plaats op landbouwbedrijven in de omgeving. Wij zijn verbonden met het Algemeen BoerenSyndicaat maar iedereen uit de sector is welkom om opleidingen te komen volgen bij een van onze 150 lesgevers.”

Je moet in landbouwmiddens opgegroeid zijn om bij het NAC te werken?

“Het helpt (lacht). Mijn ouders hebben een land- en tuinbouwbedrijf in Gits, zij zetten in op bloemkolen en serreteelten. Als kind heb ik inderdaad veel meegeholpen op het bedrijf maar ik heb de zaak bewust niet overgenomen. Ik doe liever iets voor de landbouw dan in de landbouw.”

“Ik heb bio-ingenieur landbouw gestudeerd aan de universiteit Gent en ben dan gedoctoreerd rond het thema ‘ziekten en plagen’. Na acht jaar bij het onderzoekscentrum Inagro in Beitem te hebben gewerkt, ben ik nu al zeven jaar aan de slag in het NAC. Dit jaar werd ik hier directeur.”

“Ja, in ben in hetzelfde milieu gebleven: in Inagro bouwt men kennis op in de land- en tuinbouwsector en bij het NAC dragen wij die kennis uit aan iedereen in de sector die dat wenst.”

Landbouworganisaties zijn vaak de gebeten hond bij de burgers. Terecht?

“Neen, dat is niet 100 procent terecht. Wij werken in een zeer complexe sector, geen enkel bedrijf is gelijk of kan op dezelfde voet worden behandeld. Ik begrijp als geen ander dat het voor politici moeilijk is om beleid te voeren als het op onze sector aankomt. Maar landbouwers moeten mijns inziens meer benadrukken dat zij ook een groen hart hebben, dat ze de natuur ook graag zien. Het is hun broodwinning en die ga je toch niet vernietigen?”

Is de landbouw overgereglementeerd?

“Ik geloof het wel. Land- en tuinbouwbedrijven moeten voldoen aan ontzettend veel reglementen en de administratieve last is torenhoog. Sommige bedrijven hebben aan een deeltijdse bediende nog niet genoeg om aan de administratieve verplichtingen te kunnen voldoen.”

Is Roeselare als vallei van de voeding een toegevoegde waarde voor jullie?

“Ja, heel zeker, want we hebben hier de REO Veiling, onderzoekscentrum Inagro, Agrotopia met de grootste dakserre van Europa en heel veel kwaliteitsvolle land- en tuinbouwbedrijven in de omgeving. West-Vlaanderen is echt wel de belangrijkste landbouwprovincie.”

Vind je Roeselare een leuke stad?

“Ja, het is een leuke, bruisende stad maar ik verkies toch de rust van het platteland. Dat vertaalt zich ook in onze vakanties. Dan zitten we in de bergen om te wandelen en te fietsen. Ik heb al veel grote cols zoals de Stelvio en de Ventoux opgereden. Ik ben zeker geen prof maar met een klein verzet geraakt iedereen boven (lacht). Dat is ook ons motto in het NAC. Wij nemen de tijd om iets uit te leggen en om dat nogmaals te hernemen en uiteindelijk snapt iedereen het.”

Is Bart Declercq een gelukkig mens?

“Eigenlijk wel, zowel privé als professioneel, het mag zo blijven duren. Weet je wanneer ik echt gelukkig ben en met een grote glimlach naar huis rij? Wanneer enkele cursisten na een voordracht mij komen zeggen dat ze er iets van hebben opgestoken.”

Is er iets dat je absoluut nog wil doen in je leven?

“Ik heb geen echte bucketlist maar ik zou wel iets meer willen weten over de landbouw buiten Vlaanderen, zoals de de rijstterrassen in Azië en de bananenplantages in Brazilië. Dat zou ik wel eens willen zien.”