Café In Den Bassin is een van de oudste cafés van Roeselare. Tony D’Huyvetters zorgt ervoor dat zijn klanten een echt thuisgevoel krijgen als ze een vers getapt pintje of een warme koffie drinken. We zaten met Tony aan de toog en genoten van een aangename babbel.
Kom jij uit een horecafamilie?
Tony D’Huyvetters: “Helemaal niet, ik ben in Oost-Eeklo opgegroeid en toen ik zestien was, zijn mijn ouders gescheiden en ben ik met mijn mama in Roeselare komen wonen. Ze had iemand leren kennen uit Roeselare en ik ben met haar meegekomen toen ze verhuisde. We woonden in de Meensesteenweg en het café dat ik goed leerde kennen was café De Ruiter bij Johan en Sylvie omdat ik voetbalde bij De Ruiter.”
Je baat nu al acht jaar In Den Bassin uit. Wat deed je voordien?
“Ik werkte in Roularta, in de afdeling Afwerking. Maar na de normale uren deden mijn echtgenote Nele, die in het onderwijs staat, en ik al flexi-jobs in de horeca. In Den Bassin werd ons stamcafé en we hadden al eens gedroomd om een eigen café te beginnen. Toen de uitbaters Francis en Nathalie ons vertelden dat ze naar Oostenrijk verhuisden en dat wij de eerste kans kregen om het café te kopen, hebben we niet geaarzeld. We hebben ons huis verkocht en In Den Bassin gekocht.”
Dit is nog een echt volkscafé?
“Weet je dat dit café al bestond in 1911! Er hangt hier een akte van 19 oktober 1911 over deze herberg. Ik geloof dat ik de zesde herbergier ben van dit café. Vroeger was hier zelfs een doorgang naar een beenhouwerij. Dat gebeurde vroeger veel dat een herbergier er nog een ander beroep op nahield: kapper, schoenlapper, slager,…”
(Lees verder onder kaderstukje)
Tony D’Huyvetters
Privé
Geboren in Eeklo op 12 november 1975 en opgegroeid in Oost-Eeklo. Kwam op 16-jarige leeftijd met zijn mama naar Roeselare. Gehuwd met Nele Clinckemaillie, een dochter Mare.
Opleiding en jobs
Lager onderwijs in Oost-Eeklo en middelbaar in het College Eeklo en de VMS Roeselare. Na school aan de slag in enkele bedrijven vooraleer aan de slag te gaan bij Roularta (18 jaar). Baat nu al 8 jaar In den Bassin uit.
Vrije tijd
Uit eten gaan, een bezoekje brengen aan de collega’s.
“Hier kent iedereen nog iedereen. Ja, het is een beetje zoals Cheers. Ik weet welke klant waar zal zitten, wat hij of zij op dat moment van de dag zal drinken. Dat vind ik leuk. En ik maak zelf graag een praatje met mijn klanten, ik ben sociaal ingesteld. Dat moet ook, anders moet je geen café houden.”
Een café overleeft niet zonder verenigingen, zegt men. Klopt dit?
“Het is alleszins veel gemakkelijker als je de thuisbasis bent van enkele clubs. Het café werd eind jaren 80 uitgebouwd door Francis. Men ging van drie vensters naar zes vensters aan de kant van de Weststraat. Er hebben hier vijf biljartclubs hun thuis net als een kaartersclub met zo’n 25 leden en een voetbalclub FC De Bassinboys die onlangs werd opgericht en op zondagmorgen in het Roeselaars Liefhebbersverbond speelt. Oh ja, en we hebben ook nog een spaarclub van meer dan 50 leden die elke week een som in de spaarkas stoppen. In december is het iedere keer uitbetaling.”
“Er hangt hier een akte van 19 oktober 1911 over deze herberg”
“In Den Bassin is vroeger ook de thuishaven van de TBR-rally geweest, de naam zegt het zelf Team Bassin Rally. Wij zijn trouwens al twee jaar hoofdsponsor en ik zou graag opnieuw hun clubcafé zijn. TBR is hier meer dan welkom, ze zullen als iedere vereniging zeer goed gesoigneerd worden;”
Is de cafébeleving veel veranderd in acht jaar?
“Heel veel en vooral na corona. Het cafébezoek is veel vroeger gedaan, we sluiten veel vroeger. We zien niet veel jong volk meer op café. Ze spreken af bij iemand thuis om iets te drinken en gaan dan later op de avond ergens naar toe. Toen ik jong was, spraken we met de vrienden af op café en dronken eerst daar iets en spraken af waar we naartoe zouden gaan. En het gebeurde vaak dat we de hele avond in datzelfde café bleven.”
Zou je nu nog starten met een café?
“Neen, dat denk ik niet. Het is een te groot risico geworden. Wij hebben het geluk dat wij negen jaar een mooi klantenbestand hebben opgebouwd en dat dit café ons eigendom is. Maar wie nu van nul start, moet toch geluk hebben.”
In Den Bassin is ook een beetje een onbekend café?
“We horen blijkbaar nergens bij en we zijn inderdaad niet erg bekend bij het stadsbestuur. Nu zijn we wel opgenomen in de fietsroute tussen elf cafés.”
“Ik vind het wel spijtig dat men geen parkeerplaatsen voorziet voor de pop up Vaarbar. De klanten van de Vaarbar parkeren allemaal voor onze deur en onze vaste klanten vinden geen parkeerplaats en rijden weg. Jammer, want wij hebben een bar die blijft en dag na dag moet leven van de klanten, wij varen niet weg na twee maanden (lacht).”
“Telkens ik de burgemeester ontmoet, zegt hij mij dat hij nog steeds onze openingsuitnodiging van acht jaar geleden op zijn bureau heeft liggen. En dat hij eens zal binnen springen (lacht).”
Is Roeselare je thuis geworden?
“Ja, dat denk ik wel. Soms denk ik wel nog eens aan Oost-Eeklo en dat ik daar oud wil worden. Maar Nele wil niet mee. En ik begrijp haar wel. Bovendien vind ik Roeselare een perfecte stad: je hebt hier alles en bovendien ook nog eens dichtbij.”
“Ik denk dat we na ons horecabestaan in een flat of een huisje zullen wonen in Roeselare. Wanneer dat zal zijn? Daar heb ik nog niet over nagedacht. Ik zal wel tot mijn pensioen cafébaas zijn want ik doe het echt graag. Dus werken tot mijn 65 of 67, we zien wel. We zijn daar nog lang niet aan toe. Eerst nog een beetje plezier maken In Den Bassin.”
Rodenbachgesprek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier