Het laatste volkscafé in de dorpskern van Zandvoorde verdwijnt. De bijna 80-jarige Elisabeth ‘Betty’ Tailleu houdt ermee op. “Met pijn in het hart, maar de leeftijd heeft de wil om verder te doen ingehaald”, klinkt het. We blikken samen met Betty terug op haar 37 jaar in café De Platse.
Betty is niet het type dat graag in de spotlights staat, maar een interview na een carrière van 37 jaar achter de toog is niet meer dan op zijn plaats. Betty verdient dan ook alle lof als icoon van Zandvoorde.
“In 1953 kochten mijn ouders het gebouw met café”, vertelt Betty. “Mama was iemand die graag veranderde en daarom besloten mijn ouders na enkele jaren te verhuizen. Het café werd daarop verhuurd. Na negen jaar was het contract ten einde en werd het gebouw afgebroken om er een nieuw pand te bouwen met uiteraard ook een nieuw café, het huidige dus. Wij woonden boven. We woonden hier met drie gezinnen. Toen papa zestig jaar werd, besloten ze om met het café te stoppen en het pand te verhuren.”
Zelfgemaakte tafels van teakhout
De ouders van Betty zagen liever geen café meer in hun pand en verhuurden het aan huisarts Thierry Storme. “In 1976 werd mama zwaar ziek. Ze stierf enkele weken na de diagnose aan een hersentumor”, gaat Betty verder. “De tafels die er nu nog steeds staan, dateren nog van toen. Mama maakte die allemaal zelf uit teakhout.”
Acht jaar na het overlijden van Betty’s mama bouwt dokter Storme een nieuwe praktijk en verhuist hij. Op dat moment zat Betty in een scheiding verwikkeld en besluit ze om terug te keren naar haar ouderlijk huis. Ze maakte er na meer dan tien jaar opnieuw een café van. “Mijn dochter studeerde aan hotelschool Spermalie en we zouden er eten geven, alles was al voorzien. Uiteindelijk gebeurde dat niet en werd het een café.”
Streng maar rechtvaardig
Betty runde het café streng, maar rechtvaardig. “Iedereen deed hier wat hij moest doen. Uiteraard was er ook hier wel eens een ruzie tussen klanten, maar dat bleef altijd binnen de perken. De politie moest hier nooit tussenkomen. Gingen ze te ver, dan goot ik hun biertje in de pompbak en wees ik hen de deur. Dat gebeurde zonder tegenstribbelen, mijn klanten hadden daar respect voor. Ik heb mooie herinneringen aan mijn café.”
Betty wordt heel emotioneel als ze over vroeger praat. “Mijn café is het hart van Zandvoorde”, vertelt Betty terwijl ze een traan wegpinkt. “Iedereen zou het café graag verder uitgebaat zien. Weet je, ik heb altijd ‘goed’ willen doen voor de mensen. Maakte ik soep of hutsepot, dan maakte ik dat voor alle klanten. Ik maakte elk jaar verse wafels, Ik deelde alles met hen.”
“Het einde van de volkscafés is ingezet”
Met het verdwijnen van De Platse verdwijnt er opnieuw een volkscafé. “Het einde van de volkscafés is ingezet”, zucht Betty. “Jaar na jaar verdwijnen steeds meer volkscafés en daar hebben de regeltjes en het nieuwe gezinsleven veel mee te maken. Vroeger ging men na het werk nog een pint pakken, terwijl de vrouw het eten klaarmaakte en voor de was en de plas zorgde thuis. Die tijd is al lang vervlogen. Je hebt steeds meer gezinnen waar beide ouders werken.”
Betty heeft het erg moeilijk met ouder worden. “Mijn geest is nog erg jong. In mijn hoofd ben ik nog altijd diezelfde vrouw van weleer, maar dat lichaam hé. Dat wil niet meer mee zoals dat vroeger het geval was en dat doet pijn.” Opnieuw wordt Betty erg emotioneel. Na een lange stilte herpakt ze zich. “Ik heb mijn café altijd zelf uitgebaat. Ik heb nooit iemand gevraagd om over te nemen. Ik zag alle continenten van de wereld, maar telkens was ik dan gesloten. Rijk ben ik niet geworden, maar ik heb goed geleefd. Misschien heb ik niet voldoende voor mezelf gezorgd.”
Vaste stamgasten
Betty kent iedereen in Zandvoorde en iedereen kent Betty. “Voormalig burgemeester Jean Vandecasteele was een vaste stamgast, maar ik kreeg ook baronnen en graven over de vloer.”
Normaal zou Betty met het café stoppen na haar tachtigste verjaardag, maar het coronavirus bracht het einde van café De Platse in een stroomversnelling. “Dat heeft er geen goed aan gedaan, hé. Ik voel me eigenlijk erg eenzaam. Mijn hele leven zat ik tussen het volk, maar tegenwoordig zit ik vaak alleen. Zo’n leven achter de rug hebben en dan alleen komen, het vergt enige aanpassing… Ik ben geen mens om afscheid te nemen, een afscheidsfeest komt er dus niet. Daarom zal ik mijn klanten niet minder missen. Het doet pijn en het zal nog lang pijn doen, maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier