Eerste van nieuwe Belgische mijnenjagers ‘M940 Oostende’ te water gelaten, Oostende wordt walhalla mijnenbestrijding

De Belgische en Nederlandse ministers van Defensie, Ludivine Dedonder en Kajsa Ollongren, de Belgische chef Defensie admiraal Michel Hofman en Oostends burgemeester Bart Tommelein waren aanwezig bij de ceremonie. © NICOLAS MAETERLINCK BELGA
Redactie KW

Op een scheepswerf in het Franse Concarneau is woensdag de M940 Oostende te water gelaten, het eerste van twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen die door België en Nederland samen zijn besteld om de bestaande mijnenjagers te vervangen. De Belgische en Nederlandse ministers van Defensie, Ludivine Dedonder en Kajsa Ollongren, de Belgische chef Defensie admiraal Michel Hofman en Oostends burgemeester Bart Tommelein waren aanwezig bij de ceremonie.

Minister Dedonder noemde de tewaterlating een “belangrijk moment”. “Dit is het eerste van twaalf zusterschepen”, zei ze. De zeemachten van België en Nederland zullen elk 6 van de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen in ontvangst nemen.

Drones

De defensieminister prees de innovatie in het project. “De technologie zorgt ervoor dat we op een nog veiligere manier kunnen werken”, zei ze. De mijnenbestrijdingsvaartuigen blijven immers uit het mijnenveld en sturen drones uit om de mijnen op te sporen en te vernietigen.

De M940 Oostende is te water gelaten, het eerste van twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen die door België en Nederland samen zijn besteld.
De M940 Oostende is te water gelaten, het eerste van twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen die door België en Nederland samen zijn besteld. © NICOLAS MAETERLINCK BELGA

Dedonder en haar Nederlandse ambtsgenoot Kajsa Ollongren hadden lovende woorden over voor de samenwerking tussen beide landen. “Dit is een voorbeeld voor onze NAVO-bondgenoten en onze partners”, aldus Dedonder. “Dit is een project dat verdient gevolgd te worden”, zei Ollongren.

“Dit is een voorbeeld voor onze NAVO-bondgenoten en onze partners”

Bij een tewaterlating wordt een schip van de scheepswerf of het droogdok waarin het werd gebouwd, in het water gelaten. De M940 Oostende is weliswaar al op 22 februari in het water gelaten vanwege technische redenen, maar de plechtige ceremonie daarvoor vond dus woensdag plaats. Daarbij werden de naamplaat van het schip en de toekomstige scheepsbel overhandigd. Die bel komt op het vaartuig zodra het schip zich in zijn thuisbasis Zeebrugge bevindt.

Op de scheepswerf van scheepsbouwer Piriou is woensdag ook de kiel gelegd voor het tweede Belgische schip van de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen, de toekomstige M941 Tournai (Doornik).

Oostende als eerste

De Belgische schepen kregen de namen van Belgische steden: Oostende, Doornik (Tournai), Brugge, Luik (Liège), Antwerpen en Rochefort. Volgens Defensie werden deze steden gekozen “vanwege hun belang in de Belgische maritieme wereld en om historische redenen”.

(lees verder onder de Tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De Oostende is 82,6 meter lang en 17 meter breed. De kiel van de Oostende werd op 30 november 2021 in de blokken gelegd. Op 19 december 2022 verliet het schip de constructiehal.

Twaalf mijnenjagers

Het schip wordt geassembleerd bij scheepsbouwer Piriou in Concarneau, in Finistère in West-Frankrijk. De in totaal twaalf mijnenjagers moeten tussen 2024 en 2030 geleverd worden en moeten de meer dan dertig bestaande Belgisch-Frans-Nederlandse mijnenjagers vervangen. Die zijn in de jaren 1980 in dienst genomen.

Het contract voor het ontwerp en de bouw van 12 mijnenbestrijdingsvaartuigen werd in 2019 toegekend aan Belgium Naval & Robotics (BNR), een consortium naar Belgisch recht van de Franse ondernemingen Naval Group en ECA Robotics (dat nu Exail Robotics heet), gespecialiseerd in varende drones. Voor België kost het programma 1,1 miljard euro.

Meer dan een schip

“Het is meer dan een schip”, zegt commandant Renauld Hock van Defensie. “Het is een platform waarmee we drones zullen kunnen projecteren om mijnenvelden op te sporen. Een nieuw concept in de mijnenbestrijding. België en Nederland zijn de eerste twee landen ter wereld die dit nieuwe concept hanteren.”

België en Nederland kopen samen twaalf schepen, voor elk zes. De M940 is de eerste die eind 2024 in gebruik wordt genomen. Nu het schip te water werd gelaten, wordt het verder afgebouwd op het water. Eind dit jaar wordt een proefvaart gemaakt met het schip.

Rijk verleden

Dat het schip de naam Oostende kreeg is niet toevallig. Oostende en Defensie kennen een rijk verleden en de laatste jaren zit de aanwezigheid van Defensie in de badstad in de lift. “Ik ben daar heel trots op dat het schip de naam van onze stad mag dragen”, zegt burgemeester Bart Tommelein, die als eerste de scheepsbel, die later op het schip gemonteerd wordt, mocht luiden.

“Oostende is 50 jaar lang de peter geweest van de Godetia die onlangs uit de vaart werd genomen. Wij hebben toen de belofte gekregen dat het eerste schip dat in de vaart zou genomen worden, de naam van de stad zou dragen.”

Oostende is de keuze van de Marine voor de komende jaren. “Ondertussen heeft de internationale school van de mijnenbestrijding zich in Oostende gevestigd. In de komende jaren wordt er in Oostende tevens een nieuwe kazerne gebouwd. De investeringen van Defensie in een stad als Oostende zijn fors. Ook de NH-90 helikopters komen de komende jaren naar Oostende. En ook de dronefabriek in Oostende is klaar om te produceren. Oostende wordt het walhalla van de mijnenbestrijding”, besluit Tommelein. (Belga/Jeffrey Roos)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier