Liefst 31.009 West-Vlamingen staan op de wachtlijst voor een sociale woning, terwijl er 1.461 beschikbare panden al langer dan een half jaar leegstaan. De verklaring? De toestand van die huizen. “De afgelopen 30 jaar werden de woningen steeds oppervlakkig opgelapt, maar nu dringt een grondige renovatie zich bijna overal op”, aldus het Agentschap Wonen.
West-Vlaanderen telt volgens de meest recente cijfers 32.362 sociale huurwoningen, goed voor 5 procent van alle residentiële vestigingen op ons grondgebied. Het laatste jaar kwamen er slechts 611 bij. Er is nochtans een overvloed aan kandidaat-huurders: 31.009 West-Vlamingen zijn momenteel aan het wachten, bijna evenveel als het huidige aantal sociale woningen. Elke kandidaat-huurder kan verschillende voorkeursgemeenten opgeven: Oostende, Brugge, Kortrijk, Bredene en Poperinge zijn het populairst.
De wachtlijst is in de hele provincie in vijf jaar tijd met 17 procent gegroeid, terwijl de uitbreiding van het patrimonium beperkt bleef tot 7 procent. Het aanbod is dus absoluut niet toereikend aan de vraag, zeker niet wanneer we bekijken hoeveel woningen er werkelijk beschikbaar zijn.
Nood aan renovatie
Volgens het Agentschap Wonen in Vlaanderen staan er maar liefst 2.711 sociale woningen leeg in West-Vlaanderen. In iets minder dan de helft van de gevallen gaat dat over een korte periode, bij een huurderswissel bijvoorbeeld. Het grootste probleem stelt zich in de structurele leegstand, de panden die langer dan zes maanden niet bewoond worden. In onze provincie gaat het over 1.461 gebouwen, goed voor 4,5 procent van alle sociale huurwoningen. In vergelijking met andere provincies valt dit cijfer goed mee: enkel in Limburg is er minder leegstand dan bij ons. Toch zijn de gevolgen voor de wachtlijst groot. (lees verder onder de grafiek)
“De afgelopen decennia werd er bijna uitsluitend gefocust op uitbreiden van het aanbod, waardoor een groot deel van de sociale woningen nu 40, 50 en zelfs 60 jaar oud is”, verklaart Dorien Van Cauwenberge van Wonen in Vlaanderen.
“De huizen en appartementen zijn dringend toe aan renovatie. Niet enkel om ze energiezuiniger te maken, maar ook veilig en gezond voor de huurders. En dat proces duurt lang om verschillende redenen. Zo is het voordeliger om volledige blokken in één keer te renoveren dan elk huis apart, maar voor alle huidige bewoners moet een nieuw stekje gevonden worden. Een zeer tijdrovende klus. Wij helpen de woonmaatschappijen met raamcontracten zodat de verbouwingen zelf vlotter kunnen verlopen, maar een langdurige leegstand is gewoon onvermijdelijk.”
Geen beterschap op komst
In de ene gemeente is de renovatienood blijkbaar al groter dan in de andere. Zo kampen Gistel, Jabbeke en De Haan met een structurele leegstand van meer dan 10 procent, terwijl er ook 19 gemeenten zijn waar alle sociale woningen in gebruik zijn. (lees verder onder de kaart)
De massale opwaardering van het aanbod is sinds 2013 aan de gang, en dat is merkbaar aan de cijfers. In vijf jaar tijd steeg de structurele leegstand in West-Vlaanderen met 45 procent en er is niet meteen beterschap op komst.
“Lang werden de woningen gewoon oppervlakkig opgeknapt, maar dat is niet houdbaar op lange termijn. De laatste jaren worden er recordbedragen geïnvesteerd om de huidige woningen voor een lange tijd bewoonbaar te maken én om meer huizen en appartementen bij te bouwen. De inhaalbeweging is ingezet, maar voor de wachtenden wordt het nog een paar jaar op de tanden bijten. Dat is vervelend, maar het is de realiteit”, besluit Dorien Van Cauwenberge. (lees verder onder de grafiek)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier