“Het West-Vlaams is veel cooler dan vroeger. Dat werd tijd!”: ’t Hof van Commerce is helemaal terug met nieuw album

Flip Kowlier en Serge Buyse in de Gentse home studio van Flip: “Pas in 2018 heb ik beseft dat we een bepaalde status hebben, toen onze tour rond 20 jaar ‘t Hof van Commerce in een mum van tijd uitverkocht was.” © Christophe De Muynck
Talitha Dehaene

We rekenen het ter plekke even na, in de Gentse home studio van Flip Kowlier (48): dit jaar mag ‘t Hof van Commerce minstens 27 kaarsjes uitblazen. Debuut ‘En In Izzegem’ verscheen in 1998, maar ook daarvoor maakte Kowlier al samen met Serge Buyse (52) muziek op zijn slaapkamer. Meer dan een kwarteeuw later verschijnt nu ‘LP6’, de zesde plaat van de band die eigenhandig het West-Vlaams cool maakte lang voor de rest van het land ons dialect ‘Eigen Kweek’-gewijs omarmde.

’t Hof van Commerce is terug van even weggeweest, en met zeer veel goesting. Na Stuntman (2011) was het een tijdje stil rond de groep, tot ze in 2018 een verzamelalbum uitbrachten, met twee nieuwe nummers, gevolgd door een uitverkochte reeks jubileumconcerten. Nadat ze in 2023 het Nelson Mandelaplein in Kortrijk twee dagen na elkaar platspeelden ter ere van hun 25ste verjaardag, was de trein officieel weer vertrokken. In de luwte schreven ze aan LP6, hun zesde studioalbum, waarin de peetvaders van de Vlaamse hiphop teruggrijpen naar de periode waarin ze voor het eerst de neus aan het venster staken. Oldskool ’t Hof, zeg maar.

Waren jullie daar dan zo ver van weggedreven?

Buyse: “Goh, nee. Iedereen zegt nu inderdaad dat we terugkeren naar de roots, al zie ik dat zelf niet zo.”

Kowlier: “Het is mijn schuld dat het zo wordt gezegd, omdat ik met de mens heb gebabbeld die de perstekst maakt. Daarin staat dat we teruggrijpen naar de beginperiode, want zo voelt het voor mij wel een beetje. Omdat we het weer met z’n tweeën doen, zoals in het prille begin. Maar ik hoor ook wel een verschil met onze latere platen. Als ik daar nu naar luister, vind ik die toch wat te druk.”

Buyse: “Er gebeurde muzikaal te veel, bedoel je? Ja, dat is wel waar.”

Kowlier: “Het was niet meer less is more. Maar back to the roots is het verhaal dat er nu van is gemaakt. Het is ook niet En In Izzegem, deel twee. Wij zijn als artiesten geëvolueerd en dat hoor je zeker, maar qua sfeer doet het er wel aan terugdenken. Sowieso hebben wij geen enkele plaat waarop we radicaal anders klinken: we hebben lang geleden al besloten dat we niet zouden proberen mee te doen met elke nieuwe evolutie in de hiphop. We zijn altijd ons eigen ding blijven doen.”

Deze plaat is de eerste sinds het vertrek van Kristof Michiels, aka DJ 4T4. Afgelopen zomer traden jullie voor het eerst op met zijn opvolger, Jonas ‘JTOTHEC’ Casier. Was dat wennen?

Buyse: “Dat viel mee. Alle respect voor dj’s, maar je kan niet op heel veel verschillende manieren een beat opzetten. Het verschil hoor je wel in de scratches, en backstage is de dynamiek natuurlijk anders, omdat het een andere persoon is.”

Kowlier: “Het zou anders zijn als Serge ermee zou stoppen, dan is het ‘t Hof niet meer.”

Buyse: “Ook het maken van deze plaat ging vlot, omdat Flip en ik nu zelf de beats maken. Knopen doorhakken gaat makkelijker met z’n tweeën. We zijn lang met LP6 bezig geweest, we hebben ‘m echt laten ademen en alles op ons gemak gedaan. Dat ging goed. Zonder het ooit echt tegen elkaar te hebben uitgesproken, weten wij allebei heel goed wat ‘t Hof is en wat het níét is. We zitten muzikaal sterk op één lijn.”

Kowlier: “Klopt. Van nature maakt hij beats zonder veel franjes, en ik ook. Dat zal wel zijn omdat we verre familie van elkaar zijn.”

Buyse: “Zijn wij familie van elkaar?”

Kowlier: “Ja, weet je dat niet meer? Mijn grootmoeder was familie van een of andere mete in jouw familie, of zoiets.”

Buyse: “Ah ja, juist, die mete.” (gelach)

Er zit een nostalgisch kantje aan de plaat: jullie blikken meermaals terug op de afgelegde weg.

Buyse: “We hebben inmiddels wel een track record en we durven dat nu ook zeggen. Maar dat is eigen aan rappers hé, wij stoefen graag. Het is een dankbaar onderwerp.”

Kowlier: “Bwa, stoefen... We schrijven ook over de schaduwkant van het succes. En dat we nog gewoon naar de Delhaize moeten en de vuilniszakken buitenzetten.”

Serge, op ‘Gin Avance’ haal je herinneringen op aan hoe het allemaal begon: op het vrij podium als allerlaatste. Maar, zo zeg je ook, drie jaar later stonden jullie op Werchter, dus wie laatst lacht… Hadden jullie zo’n bewijsdrang?

Buyse: “Niet per se, we hebben altijd gewoon de muziek willen maken die we graag maken. We waren ook heel snel vertrokken, dus echt veel tijd hebben we niet gehad om er stil bij te staan. Ik heb nu eerlijk gezegd meer last van bewijsdrang dan vroeger. Ik wil op mijn 52ste meer dan ooit tonen dat ik het kan: dat mijn teksten scherp zijn, dat ik ze nog perfect kan brengen op een podium.”

Kowlier: “Na zoveel jaar hebben we ook wel een nalatenschap. Als je daar dan nog iets aan wil toevoegen moet het de moeite waard zijn. Deze plaat moest minstens even goed zijn als alles wat we hiervoor hebben gemaakt het liefst nog beter. In die zin wil ik mezelf wel nog steeds bewijzen.”

Buyse: “Sowieso vind ik het belangrijk om er altijd te staan. Ik stap nu het podium op met de gedachte: Wacht, ik zal ze eens tonen hoe het moet. Ik zie zo vaak rappers die zomaar wat staan te lummelen en mompelen. Dan denk ik: Komaan, legt er eens je leèn achter, vint. Doe toch wat moeite voor je fans.”

Kowlier: “Wij hebben dat zelf wel altijd gedaan. We staan met veel energie op het podium, zo dicht mogelijk bij het publiek. Met een air van: Wij gaan het hier wel eens komen zeggen. Dat vind ik zelf ook veel toffer om naar te kijken.”

Hadden jullie verwacht om na zoveel jaar nog op de mainstage van Pukkelpop te staan met nieuw materiaal?

Buyse: “Nee. Eigenlijk dacht ik al jaren dat die tijd voorbij was, ook al omdat ik tegenwoordig van driekwart van de artiesten op de affiche nog nooit heb gehoord. Het was fantastisch om er afgelopen zomer weer geprogrammeerd te staan. En ja, ik was zenuwachtig. Naar mijn gevoel stond er heel wat op het spel, maar het is gelukkig enorm goed gegaan.”

Serge en Flip over het belang van dialect in hun muziek: “We rappen in ons dialect omdat dat natuurlijker aanvoelde. We konden er veel meer ons ei in kwijt en het is gewoon een toffe taal.”
Serge en Flip over het belang van dialect in hun muziek: “We rappen in ons dialect omdat dat natuurlijker aanvoelde. We konden er veel meer ons ei in kwijt en het is gewoon een toffe taal.” © Christophe De Muynck

Kowlier: “Ik vind dat ook nog steeds iets magisch hebben, die grote festivals. Ik was een jaar of dertien toen ik voor het eerst naar Torhout-Werchter ging en droomde toen al van die mythische backstage. Al leerde ik later wel dat je als artiest ook niet overal mag komen. Niet alle backstagepasjes zijn gelijk: pas als je op de mainstage staat, krijg je all access. Dat vind ik nog steeds cool. Dat je daar dan ineens Snoop Dogg ziet passeren: damn!

Buyse: “Wanneer hebben wij Snoop Dogg gezien?”

Kowlier: “Ah ja, dat was misschien niet met ‘t Hof. Hij heeft mij toen wel opgemerkt, trouwens, en zelfs gedag geknikt. Al was dat ook vooral omdat ik spontaan begon te applaudisseren toen hij voorbijliep.” (lacht)

Ook de twee Kortrijkse verjaardagsconcerten in 2023 waren een triomftocht. Dat heeft jullie zelf blijkbaar erg verrast?

Buyse: “Ja, omdat die organisatie niet evident was. We hebben toen alles zelf geregeld, eigenlijk was dat een soort minifestival rond ‘t Hof van Commerce. We waren er zelf van onder de indruk hoe gigantisch het uiteindelijk was. En we waren erg nerveus, want financieel hing er veel van af. We wisten van tevoren helemaal niet zeker of het uitverkocht zou raken.”

Maar jullie weten toch dat ‘t Hof in West-Vlaanderen op handen wordt gedragen?

Buyse: “Goh, neen. Of ja, sindsdien besef ik dat wel. Maar eigenlijk was ik me daar nooit zo bewust van. Ik denk wel dat de mensen in Izegem het snel beu waren dat ze constant aan ons werden gelinkt. Enfin, sinds de verkiezingen staan ze om iets heel anders bekend, dus dat is intussen ook opgelost.”

Kowlier: “Pas in 2018 heb ik beseft dat we een bepaalde status hebben, toen onze tour rond 20 jaar ‘t Hof van Commerce in een mum van tijd uitverkocht was. Sindsdien heb ik het wel meer omhelsd.”

“We voelen de liefde wel, maar ik vind mezelf niet per se een uithangbord voor West-Vlaanderen” – Flip Kowlier

Buyse: “Als we achteraf staan te signeren, krijgen we heel vaak te horen van fans dat wij destijds hun allereerste concert waren. Dat ze er nu nog altijd bij zijn, daar ben ik erg dankbaar voor. Bovendien nemen ze nu hun eigen kinderen mee, wat het nog specialer maakt.”

Kowlier: “We voelen de liefde wel, maar ik vind mezelf niet per se een uithangbord voor West-Vlaanderen. We wonen allebei allang niet meer in de provincie. En er zijn inmiddels een heleboel West-Vlamingen die dat beter kunnen dan wij: Rik Verheye, Brihang, Wannes Cappelle, Wim Willaert… De identiteit van West-Vlaanderen is echt niet opgehangen aan ‘t Hof van Commerce, hoor.”

Jullie houden wel het West-Vlaams levend, wat niet zo evident meer is.

Buyse: “We rappen in ons dialect omdat dat natuurlijker aanvoelde. We konden er veel meer ons ei in kwijt en het is gewoon een toffe taal. Als er mij een sappige West-Vlaamse uitdrukking te binnen schiet, probeer ik die zeker in een tekst te gebruiken. In Izegem neemt de generatie van mijn grootouders bijvoorbeeld geen verzekering, maar een astrasie. Dat soort woorden steek ik er graag in, voor de echte West-Vlamingen. Maar mijn dochters spreken geen West-Vlaams. Zij zijn in Gent geboren, die hebben niets met de provincie. Ze vinden het vooral hilarisch als ze mij dialect horen spreken.”

“In onze beginjaren werd veel meer neergekeken op dialect” – Serge Buyse

Kowlier: “West-Vlaams is nu wel cooler dan vroeger, met Chantal en zo.”

Buyse: “Is dat zo? Het werd eens tijd. Vroeger hoorde je nooit West-Vlaams op televisie, behalve als er een nevenpersonage in een gedubde Disneyfilm een soort gekuiste versie sprak: vreselijk. Er werd in onze beginjaren ook veel meer neergekeken op dialect.”

Ik hoop zelf in elk geval dat mijn dochter van twee later nog het heerlijke woord ‘pappeloete’ gebruikt: zo noemen we in de Westhoek de bruine smurrie die overblijft van de sneeuw.

Kowlier: “Echt? Nog nooit van gehoord.”

Buyse: “Hét West-Vlaams bestaat niet, amper drie kilometer verderop gebruiken ze soms al compleet andere woorden. Daarom geloof ik ook niet dat het dialect ooit echt zal verdwijnen, daarvoor zijn West-Vlamingen er te sterk aan gehecht. Het zal simpelweg evolueren.”

Kowlier: “Dat vind ik eigenlijk ook niet erg. Zo werkt taal nu eenmaal: wij spreken ook niet meer het West-Vlaams van 200 jaar geleden.”

Buyse: “Op LP6 staan enkele samples van oude mensen die West-Vlaams spreken, en zelfs dat klinkt helemaal anders.”

Kowlier: “En over vijftig jaar zijn wíj die mensen. Zo gaat dat.”

‘LP6’ van ‘t Hof van Commerce verschijnt op 17 januari bij Petrol/Sony Music. Ze spelen onder andere op 25 januari in Kortrijk, op 29 januari in Brugge en op 21 februari in Leffinge. Info en tickets: thofvancommerce.be