Hans Demeurisse hanteert al 30 jaar het dirigeerstokje bij de Koninklijke Stadsfanfaren. En nog altijd is hij ambitieus om het op de tornooien, waar ze aan deelnemen, het zo goed mogelijk te doen.
Muziek zit blijkbaar in de genen van de Demeurisses.
“Ik heb dat inderdaad van thuis uit mee gekregen. Mijn vader Herman (die in 2019 overleed, red.) was 65 jaar muzikant. Ik ging al gauw naar de muziekschool, speelde eerst cornet en later eufonium (tenortuba). Ik werd van thuis aangemoedigd om daar ook professioneel verder mee te gaan. Mijn pa had die kans niet gehad, maar hij was wel een uitmuntend muzikant. Hij was bediende bij Bekaert in Ingelmunster, maar tijdens de middagpauze ging hij dagelijks met zijn cornet oefenen in de kelder van het bedrijf. Wie muziek wil spelen op hoog niveau, kan dit vergelijken met topsport. Je moet er dagelijks mee bezig zijn en uren en uren oefenen. Ook onze zoon Gilles volgde Conservatorium, Justine studeerde ook aan de muziekacademie. Ze spelen allemaal bij de Stadsfanfaren. Gilles speelt ook eufonium, de dames mijn vrouw Veerle en dochter Justine spelen bugel.”
Via het Conservatorium rolde je in je job bij defensie.
“Je moest examens doen om er binnen te geraken. Aanvankelijk was ik in Aarlen bij de Muziekkapel van de Ardense Jagers ingedeeld. Ik herinner me nog dat het bijtend koud was toen ik daar de eerste keer in de kazerne kwam. Na vier maanden muteerde ik naar de Muziekkapel van de Zeemacht, in 1995 switchte ik dan naar de Muziekkapel van de Gidsen. Ik schopte het tot eerste solist en later tot onderkapelmeester, dit kan je omschrijven als tweede dirigent. Spelen doe ik dus niet meer, ik help bij het organiseren. De Muziekkapel telt 70 muzikanten, dat moet je wat managen natuurlijk. We treden op allerlei officiële plechtigheden op, zoals bevelsovernames. We werken ook mee aan cd-opnames en geven ook concerten, zowel voor defensie als de burgerij.”
Je werd zopas gehuldigd voor je 30 jaar als dirigent. Dat betekende dat je al op je 26ste startte.
“30 jaar geleden stopte Willy Demey bij de Stadsfanfaren en moest men op zoek naar een opvolger. Er werd een vacature uitgeschreven, waarop wel wat kandidaten af kwamen. Maar uiteindelijk viel de keuze op mij, iemand uit de eigen rangen dus. Op mijn 26ste was ik wel een van de jongste, toen leken we een oudere bezetting te hebben.”
Echtgenote Veerle (lacht): “Die kan ik niet laten om binnen te koppen. Je bent ondertussen 30 jaar ouder, natuurlijk lijken alle muzikanten nu jonger.”
De geschiedenis van de Stadsfanfanfaren gaat terug naar 1806. Maar hoe staat het er nu voor?
“In tegenstelling tot wat onze naam laat vermoeden, hebben we nooit een rechtstreekse band gehad met het stadsbestuur. Maar er is altijd wel een link geweest, ook al door mensen die bij ons in het bestuur zetelden. We repeteren nu in ons eigen lokaal dat naast de brandweerkazerne is gevestigd. Ons korps telt dik 100 leden. We hebben ons fanfareorkest, de jeugdfanfare Euphonia, de beginnersband voor de allerjongsten en de drumband. Om muzikanten te recruteren houden we jaarlijks als de omstandigheden het toelaten een muziekdag. Wij mogen niet klagen, maar het is niet altijd evident om muzikanten aan te trekken. Het aanbod in Izegem aan muziekverenigingen is immers vrij groot.”
Denk je nog met weemoed terug aan het Herfstmuziekfestival?
“We hebben daar twee keer gewonnen, voor eigen publiek is dat altijd leuk. Financieel was het natuurlijk lastig om dragen voor de stad. Maar het was een prachtig concept. De laatste jaren kwam er minder publiek op af, tot de allerlaatste editie. Dan zaten de tribunes plots weer vol.”
Jullie nemen ook deel aan diverse concours. Waar werken jullie nu naar toe?
“In juli 2022 is er opnieuw het WMC in Kerkrade. Dat is zowat de Champions League van de blaasorkesten en die wordt om de vier jaar georganiseerd. We spelen er in de topcategorie en in aanloop daar naartoe drijven we het aantal repetities op.”
“Normaal repeteren we iedere dinsdag, naar zo’n concours toe repeteren we wel tot 12 keer per maand. In ons fanfareorkest zitten ook zowat tien procent beroepsmuzikanten, die mensen tillen mee het niveau van de anderen omhoog. Het tijdstip van het WMC, pal in de vakantie, is niet evident. Maar we maken ons sterk dat we daar weer goed voor de dag zullen komen.”
Hoe kunnen jullie het financieel bolwerken?
“Sinds kort vragen we ook lidgeld. Daarnaast houden we bijvoorbeeld een wijnactie, organiseren we een quiz. En door ergens te gaan spelen ontvangen we ook een vergoeding.
Van stad krijgen we ook subsidie, maar daar kun je nog geen instrument mee kopen. We beschikken ook over een aantal sponsors. Muzikanten kunnen bij ons een instrument huren. Maar zeker de beroepsmusici kopen al snel een eigen instrument.”
Welke invloed had corona op jullie werking?
” Eerst weken we uit naar de oude turnzaal van het College om te repeteren. Toen de afstandsregels nog verscherpt werden, konden we repeteren op de bovenverdieping van de firma Vanrobaeys die 300 vierkante meter groot is. Opvallend was wel dat in die periode de repetities erg druk bijgewoond werden. Uiteindelijk hebben we maar vier maanden stil gelegen, dat viel eigenlijk nog mee in vergelijking met andere verenigingen. ”
Vorig weekend werd Cecilia gevierd. Wat moeten we ons bij dat feest voorstellen?
Veerle: ” We hebben een enquête gehouden onder de leden en kwamen tot een nieuwe formule, waarbij we minder aan tafel gekluisterd zitten. Na een uitgebreid aperitief in ‘t Sok hebben we het Swingpaleis van Felice opnieuw in het leven geroepen. De dames namen het op tegen de heren en jawel, de vrouwen hebben gezegevierd natuurlijk!”
Hans, in Izegem kennen velen nog van je andere hobby: minivoetbal!
“Zelf mocht ik niet voetballen van mijn ouders, een aansluiting bij KFC Izegem zat er dus niet in. Ik deed wel mee met de schoolploeg in het College. Daarna ben ik in het minivoetbal gerold en speelde onder meer bij Sanitair Six en Slagerij Verlinde. Tot ik ook een eigen ploeg oprichtte: Koffie Moeders Droom. Van mijn 25ste tot mijn 50ste is die ploeg blijven bestaan en hebben we heel wat prijzen gepakt in de Izegemse competitie. Ook bij de liefhebbersvoetbalploeg KMD ging ik altijd kijken. Mijn voetbaltas had ik altijd bij, als men iemand te kort had, deed ik mee. In het groot voetbal ging het er vaak wat te hevig aan toe voor mij, dus bleef het meestal bij supporteren..”
Privé
Hans Demeurisse (56) is getrouwd met Veerle Vanrobaeys. Ze huizen in de Oekensestraat en zijn de ouders van Gilles (28) en Justine (25).
Opleiding en loopbaan
Zowel het lager als het middelbaar onderwijs volgde Hans aan het College. Daarna studeerde hij aan het Conservatorium in Gent. Op zijn 19de ging Hans het leger binnen en bleef hij ook verder studeren onder de vleugels van defensie, waar hij ook aan de slag ging. Hij speelde in drie Muziekkapellen. Die van de Ardense Jagers, die van de Marine en nu nog bij de Muziekkapel van de Gidsen.
Vrije tijd
Ook zijn vrije tijd gaat grotendeels naar muziek als dirigent van de Koninklijke Stadsfanfaren. Ook voetbal is een hobby. Als fan van Club Brugge probeert hij zoveel mogeljk matchen bij te wonen.
Pekkerspraat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier