Op 1 september volgt Bruggeling Alexander Jocqué (35) zijn stadsgenoot Jeroen Vanacker op als artistiek directeur van het Concertgebouw. “Kunst moet ontroeren, je raken. Want anders kijk je naar een documentaire”, zegt Alexander Jocqué.
“Waarom ik gesolliciteerd heb voor die functie? Uit oprechte liefde voor dit huis. Als tiener zag ik hoe het Concertgebouw op ’t Zand oprees. Sinds 2002 ben ik een regelmatig bezoeker van dit gebouw. Sedert december 2018 werk ik er als ‘coördinator artistieke planning en productie’, ik maak deel uit van een tof team. Ik aanzie het als een voorrecht om artistiek directeur te worden en dus mee aan het stuur te zitten van deze fijne organisatie”, vertelt Alexander Jocqué.
Kreeg je de liefde voor muziek mee van je ouders?
“Ja, ik leerde al op mijn vijfde, nog voor ik naar het Brugs conservatorium mocht gaan, viool volgens de Suzuki-methode. Met plakkertjes en gekleurde bolletjes op mijn instrument. Er zitten muzikale genen in onze familie. Mijn nicht, een neef en mijn oom spelen ook viool, mijn tante altviool, mijn broer piano, mijn vader en een andere neef cello. Aan moederszijde ging de voorkeur naar gitaar en toetsen.”
“Ik ben gepassioneerd door WO II, mijn thesis ging over de beruchte Vlaamse collaborateur en oorlogsmisdadiger Robert Verbelen”
En toch koos je na je humaniora bij de Frères om geschiedenis en economie te gaan studeren aan de UGent. Waarom?
“Ik volgde de keuze van mijn hart. Ik was gepassioneerd door de geschiedenis, vooral door Wereldoorlog II. Ik heb onder begeleiding van professor Bruno De Wever mijn thesis gemaakt over de Vlaamse collaborateur en oorlogsmisdadiger Robert Verbelen. De Joodse nazi-jager Simon Wiesenthal is hem op het spoor gekomen in Oostenrijk, waar hij na de oorlog voor de voorloper van de CIA werkte. Later schreef hij succesvolle spionageromans.”
Waarom ook economie?
“Toen ik als assistent voor de vakgroep geschiedenis aan de Universiteit Gent werkte, ben ik economie beginnen studeren. Ik vond dat ik een hiaat in mijn algemene kennis had en wou weten welke economische concepten er in onze samenleving spelen. Maar de liefde voor muziek heb ik nooit verloren. Al die jaren speelde ik viool bij het Brugs orkest Artis Dulcedo, waarvoor ik ook een tijd orkestmeester was.”
Uiteindelijk belandde je toch in de professionele muziekwereld.
“Inderdaad, in 2014 solliciteerde ik met succes voor een job bij het Brusselse kunsthuis Bozar, waar ik aanvankelijk op de persdienst terecht kwam en nadien als redacteur het inhoudelijk programma mocht toelichten. Toen in 2016 het Klarafestival een redacteur zocht, heb ik beide halftijdse jobs kunnen coördineren.”
“Ik zet graag mijn tanden in een dossier”
“Voor Klarafestival werd ik ook dramaturg, ik mocht het thema van de festivals inhoudelijk vorm geven. Zoiets doe ik graag, je mag mij een ‘academisch vorser’ noemen. Ik zet graag mijn tanden in een dossier en werk in de diepte.”
In december 2018 werd je ‘coördinator artistieke planning en productie’ in het Concertgebouw. Een job die je tot 1 september uitoefent. Wat houdt die functie in?
“Het was voor mij iets nieuws, ik had er voordien weinig affiniteit mee. Bijgevolg was de uitdaging des te groter. In feite komt het erop neer dat mijn team ervoor moet zorgen dat alle voorstellingen vlot kunnen verlopen. Je ontvangt de artiesten, je zorgt ervoor dat hun overnachting geregeld is.”
“Je maakt een podiumplan op, je stemt af met de podiumtechnici. Je laat na het concert een bloemstuk bezorgen aan de artiesten. Als er op een avond meerdere evenementen in ons gebouw zijn, waak je erover dat alles op elkaar afgestemd is.”
Nu word je artistiek directeur. Nieuwe bazen, nieuwe wetten. Zul je een en ander veranderen?
“Ik wil voortbouwen op hetgeen Jeroen Vanacker gepresteerd heeft. Komend seizoen ligt al vast, het volgende voor 80 procent. Ik heb mee mogen schrijven aan het beleidsprogramma 2023-27. Behalve nieuwe namen moet je in eerste instantie geen radicale koerswijziging verwachten.”
“Ik wil elke Brugse jongere jaarlijks één keer in het Concertgebouw krijgen”
“Pas vanaf 2028 is er ruimte voor grotere vernieuwingen, zoals van December Dance nog meer een internationaal creatiefestival maken of extra formats ontwikkelen in kunsteducatie en participatie. Het is mijn droom om jongeren, van het eerste leerjaar tot het laatste middelbaar, jaarlijks minstens één keer binnen het regulier onderwijs naar het Concertgebouw te halen. Zo plant je zaadjes en wek je begeestering op, zodat ze later, als volwassenen terugkeren.”
Van welke muziek ben je fan?
“Ik hou van de grote laatromantische orkesten die werken van componisten als Mahler en Strauss vertolken. Voor mij moet kunst ontroeren. Als kunst je niet raakt, is het een documentaire. Zonder te betuttelen wil het Concertgebouw een gids zijn dat een publiek naar kunst leidt en artiesten de weg naar een publiek doet vinden. Duiding, debatten en lezingen verhogen de kans dat kunst zijn effect bereikt. Ook daarop wil ik nog meer inzetten.”
Wie is Alexander Jocqué?
Geboren op 20 januari 1989 in Brugge. Zoon van Anne Van Deynse (ex-lerares Frères en VIVES) en Geert Jocqué (Raadsheert bij het Hof van Cassatie). Broer van Frederik. Partner van Rebecca Davies. Papa van Arthur.
Loopbaan
Twaalf jaar school bij de Frères, master in de Geschiedenis en in de Economie aan Universiteit Gent. Werkte voor Universiteit Gent, BOZAR en Klarafestival. Is sinds december 2018 actief bij het Concertgebouw. Volgt op 1 september Jeroen Vanacker op als artistiek directeur.
Hobby’s
Tennis en lezen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier