Na de wereldpremière op 1 februari in Gent was maandag 5 februari de Budascoop in Kortrijk aan de beurt voor de avant-première van de oorlogsfilm ‘The Last Front’ van Julien Hayet-Kerknawi. Kortrijk was één van de filmlocaties. In de film herken je onder meer het Begijnhof, de middeleeuwse raadskelder, Bakkerij De Knock in Heule-Watermolen en de Tontekapel in de Priesterstraat in Kooigem.
De eerste scene van de film start met het Begijnhof. Het Duitse leger wandelt het dorp binnen wanneer twee franc-tireurs of vrijschutters (burgerstrijders die niet als militair worden erkend) het vuur op hen openen. We maken kennis met de genadeloze antagonist Laurentz (gespeeld door Joe Anderson) die tot afkeer van Peer Schultz (gespeeld door Leander Vyvey) het order geeft aan zijn leger om alle bewoners, waaronder de vrouwen en kinderen, te executeren.
Tonte-kapel
De Priesterstraat, waar de Tonte-kapel (in Kooigem, een deelgemeente van Kortrijk) zich bevindt, leidt van het dorpje naar de boerderij van Leonard Lambert (de hoofdrol gespeeld door Iain Glen). Toen Dr. Janssen (Koen De Bouw) op zoek ging naar zijn dochter Louise (Sasha Luss) kruist hij hier een deel van het Duitse bataljon. De wrede officier Laurentz en zijn vader Maximilian Von Rauch (Philippe Brenninkmeyer) eisen het voertuig op en keren terug naar het dorp.
Bakkerij De Knock
De bakkerij bevindt zich centraal in het dorp. De naam De Knock is zichtbaar op de gevel, maar het interieur werd deels heringericht om te passen in de periode van de Eerste Wereldoorlog. De eigenaars zijn Maria (gespeeld door Emma Moortgat) en Nicolas (gespeeeld door Steve Armand). Wanneer het Duitse leger het dorpje terroriseert, besluiten ze samen met anderen naar Frankrijk te vluchten.
Raadskelder
Hoewel de middeleeuwse raadskelder in Kortrijk zich onder het historisch stadhuis bevindt, ligt de kelder in de film onder de kerk. Pastoor Michael (gespeeld door David Calder) moedigt de Vlaamse boer Leonard Lambert aan om de mensen in het dorp te leiden en wijst hem op de kelder waar ze zich kunnen verschuilen. Daar bevindt zich ook een kast met enkele vuurwapens. Samen met Enzo (Joren Seldeslachts) neemt hij de wapens op om de Duitsers af te leiden tot het donker is, zodat de groep veilig het dorp kan ontvluchten. Omdat de raadskelder in de film in een heel donkere setting gefilmd is, kunnen we deze niet in deze krant meegeven.
Authenciteit
“We zochten naar plekken met authenticiteit. Het Begijnhof heeft een bepaalde charme en daar speelt zich ook de openingsscene af. Dat was voor mij emotioneel belangrijk, je maakt een statement met keuzes en kadervoering. Mensen die de film bekijken gaan die locatie nooit vergeten. Ik had het nog nooit gezien. Het Begijnhof was draaiklaar, in Amerika had je een studio moeten bouwen. In ons klein Belgenland heb je authenticiteit die je nergens anders vindt”, vertelt Julien. “De kijker wordt getransporteerd naar een plek die niet meer bestaat, maar wel herkenbaar aanvoelt. Het scherm is een canvas naar een andere wereld.”
“Bij het maken van een film twijfel je altijd, maar als instituties zoals Stad Kortrijk erin geloven, dan geloof je ook in jezelf” – Julien Hayet-Kerknawi
Onder de aanwezigen waren producer Virginie Hayet, executive producer Brecht Arnaert, acteurs James Downie en Leander Vyvey, een deel van het stadsbestuur en medewerkers. De regisseur uitte na de film zijn dank aan de stad. “Kortrijk was zeer behulpzaam en een groot plezier om er te draaien. Logistiek vraagt een historische oorlogsfilm veel, straten moeten gepatineerd worden, mensen moeten gewaarschuwd worden voor schoten, verschillende camions moeten tot in het centrum geraken. We waren veeleisend, in geen enkele andere stad hebben we zoveel gevraagd, maar het moment dat we toekwamen, was alles al geregeld. Bij het maken van een film twijfel je altijd, maar als instituties zoals Stad Kortrijk erin geloven, dan geloof je ook in jezelf. En dat is zeer ontroerend”, besluit Julien Hayet-Kerknawi.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier