

Als geen ander kent Brugge een boeiende geschiedenis. Die bestaat niet enkel uit grootse gebeurtenissen, maar nog meer uit vele petites histoires, kleine wetenswaardigheden die zelden of nooit worden opgerakeld. In de reeks ‘Brugsche vertalseltjies’ diept gediplomeerd stadsgids Chris Weymeis weetjes op uit een rijkgevulde historische grabbelton. Deze week: de stenen windmolens op de Kruisvest.
Op een Facebook-pagina verscheen recent een foto van het schilderij Molens op de Kruisvest van de Brugse schilder Antoon Joostens (1820-1886). Iemand vroeg zich af of dit werd wel naar de realiteit werd geschilderd. Vooral de afbeelding van twee stenen windmolens riep vragen op. Het antwoord is klaar en duidelijk: ja, dit was in 1861 de realiteit.
Op de Kruisvest bevonden zich ooit negen molens: één watermolen nabij de Dampoort en acht windmolens. Daarvan bleef er slechts één bewaard, de Sint-Janshuismolen op het einde van de Rolweg. Al de andere zijn verdwenen of door niet-Brugse exemplaren vervangen.
Op het schilderij staan vijf molens afgebeeld. De linkse is de Koeleweimolen. Die stond er al vóór 1541 en had verscheidene eigenaars. In 1793 stond hij deels te koop. Een advertentie vermeldt: de helft van een korenwindmolen, inclusief de helft van een paard en wagen. In 1822 werd hij door een stenen exemplaar vervangen. In 1879 werd de stad Brugge eigenaar, die hem liet slopen voor de aanleg van de Kruisvest. In 1992-1996 werd de Bosterhoutmolen uit Meulebeke naar de Kruisvest overgebracht en kreeg die de naam De Coelewey.
De tweede molen, Het Drakenhoofd, bestond al in 1541. Links tegen de molen staat een couchuyseken waarin de oliekoeken werden bewaard. In 1879 waaide de molenkast om, waarna de stad de restanten opkocht en liet slopen.

De derde molen is een stenen molen. Al vóór 1395 stond op die plek de houten oliewindmolen De Papegaai, maar in 1827 werd hij vervangen door de stenen windmolen, bekend als D’Hoope. In 1892 Brugge was toen eigenaar werd de molen gesloopt. In 1970 werd vanuit Beveren-aan-de-IJzer een windmolen overgebracht die de naam De Nieuwe Papegaai kreeg.
De vierde molen had diverse namen. In 1541 heette hij Helpt Uuytter Noot, maar ook namen als Ryckwynmolen, Potteriemolen en Schellemolen komen voor. In 1862 brandde die laatste molen af en werd hij niet meer heropgebouwd.
De verste molen op het schilderij is de Grammeere (Grandmere), later ook bekend als Molen ter Raeme en afkomstig van de Kazernevest. In 1877 werd hij stadseigendom en werd hij gesloopt.
Behalve deze vijf molens stond er op de Kruisvest nog drie andere molens: ‘t Groote Werck, De Sint-Janshuismolen of Bakkersmolen en de Bonne Chiere. Die zijn door Joostens niet afgebeeld.
Herlees hier alle afleveringen.
brugschevertalseltjies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier