Brugsche vertalseltjies (2): het lucratieve gruit van Gruuthuse

Een detail van het brouwproces is te vinden op de fries van de voormalige brouwerij De Gapaard in de Noordzandstraat. © Davy Coghe Davy Coghe
Chris Weymeis
Chris Weymeis Medewerker KW

Als geen ander kent Brugge een boeiende geschiedenis. Die bestaat niet enkel uit grootse gebeurtenissen, maar nog meer uit vele petites histoires, kleine wetenswaardigheden die zelden of nooit worden opgerakeld. In de reeks ‘Brugsche vertalseltjies’ diept gediplomeerd stadsgids Chris Weymeis weetjes op uit een rijkgevulde historische grabbelton. Deze week: het gruit van Gruuthuse.

België is een bierland en wie daaraan twijfelt, moet maar eens door de toeristische straten van Brugge wandelen. Al in de middeleeuwen werd ten minste één Brugse familie onrechtstreeks rijk van het brouwen van bier. Het was de familie Van Brugge, later ook Van der Aa geheten, maar beter bekend als Gruuthuse. Die laatste naam ontleende de familie aan het feit dat de Vlaamse graaf Boudewijn IX haar in het begin van de 13de eeuw het leen van het gruut toekende. Hiermee bezat de familie het monopolie op de verkoop van gruut of gruit.

Tot in de veertiende eeuw werd in het Brugse vooral gruitbier gedronken. Dat was volgens sommigen een bitterzoete, kleverige en troebele drank, gemaakt op basis van gemoute haver, aangevuld met gerst, tarwe en gruit. Dat laatste was een bitter kruidenmengsel dat als smaakmaker aan bier werd toegevoegd. De samenstelling van het gruit of gruut was zeer divers en had soms schadelijke of bedwelmende eigenschappen. Zo kon het mengsel onder andere hars, laurierbes, bijvoet, alsem, jeneverbes en soms ook hop bevatten. Het hoofdbestanddeel was gagel, waaraan een hallucinogene werking werd toegeschreven als men er te veel van binnenkreeg.

De aromatische katjes van de gagelstruiken werden in de lente geplukt, terwijl ook de blaadjes van de struik in de manden van de middeleeuwse wildplukkers belandden. Het succes van de gagel was verzekerd omdat de struik vooral ten zuiden van Brugge werd aangetroffen.

Hop

Minder gelukkig waren de heren van Gruuthuse met de komst van hop, die het bier een veel aangenamere smaak bezorgde. Hierdoor kelderde de gruitverkoop en moest de familie uitzien naar een andere bron van inkomsten. Die vonden ze al snel door de verkoop van gruit in te ruilen door een taksheffing op elke ton bier die in Brugge en omgeving werd gebrouwen.

Met de rijkelijke inkomsten werd circa 1425 in de schaduw van de Onze-Onze-Lievevrouwekerk de bekende Reievleugel van het huidige Gruuthusepaleis gebouwd.
Met de rijkelijke inkomsten werd circa 1425 in de schaduw van de Onze-Onze-Lievevrouwekerk de bekende Reievleugel van het huidige Gruuthusepaleis gebouwd. © Davy Coghe Davy Coghe

Als gevolg van die rijkelijke inkomsten liet Jan IV van der Aa, vader van Lodewijk van Gruuthuse, circa 1425 in de schaduw van de Onze-Onze-Lievevrouwekerk de bekende Reievleugel van het huidige Gruuthusepaleis bouwen. Lodewijk op zijn beurt liet in het derde kwart van de 15de eeuw haaks daarop een extra vleugel bouwen, alsook in 1472 een bidtribune tussen het paleis en de kerk. Aan het succes van Lodewijk van Gruuthuse kwam een einde na het overlijden van Maria van Bourgondië en nadat hij in de clinch lag met haar echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk.

Lees alle afleveringen hier.

Partner Content