
Na 45 jaar strips tekenen en schrijven voor Jef Nys en Peyo vond uitgever Peter Bonte het hoog tijd om een biografie over Philippe Delzenne uit te brengen. In vrijetijdscentrum Zomerloos werd het nieuwe boek ‘Phidel’ terecht met de nodige aandacht voorgesteld.
Delzenne, deze maand 68 jaar, is geboren in Leuven, maar belandde via Antwerpen en Brugge in 2012 in Gistel. “We vonden hier een mooi stuk grond. Dicht bij de kust waar ik veel inspiratie haal door de weidsheid, de wind en het geluid van de zee”, vertelt Philippe. “Ik ken Peter Bonte al van in mijn prille jaren in Brugge in 1986. De opmaak van mijn boek gebeurde in eerste instantie door Ed Solie en mijzelf. Ed is co-auteur van mijn graphic-novel Trace-Noël en mijn technicus als het op informatica en programmatie aankomt. In tweede instantie kwam Peter tussenbeide, en hebben Peter en ik alles geordend en verfijnd. Met daarna hulp van David Steenhuyse, Tom Vermeeren en Kurt Morissens voor tekstcorrecties en dergelijke.”
Het biografische boek ‘Phidel’ geeft een unieke inkijk in de verschillende stijlen die hij doorheen de jaren beoefende: de alombekende stijl van Jef Nys voor Jommeke, de even klare lijnstijl van Peyo voor de Smurfen, en een waaier aan stijlen en schetsen van werk dat nooit het daglicht zag. Welke boekpassage Philippe zelf het meest opvallend vindt? “De pagina’s over Trace-Noël: de mooie woorden van vrienden en collega’s. Mijn enige en eigen creatie. Anderzijds valt toch wel op dat ik vele paden heb bewandeld, nu ik het zo gebundeld zie.”
Tentoonstelling
Het boek is zowel naar vorm als inhoud bijzonder knap. Bovendien kan je van 7 tot en met 19 december in de Gistelse bibliotheek een tentoonstelling van Delzenne bewonderen met pagina’s uit Jommeke, werk voor Trace-Noël en een aantal werken uit zijn grafische periode. “Een bibliotheek is nu meer dan vroeger een belangrijke plek om mensen kennis te laten maken met literatuur, taal en combinaties taal versus kunst. Het is niet makkelijk om de tanende leescultuur onder de aandacht te blijven houden tegenover de digitale cultuur. Elke poging daartoe moet met beide handen worden gegrepen. Het zal nooit meer worden zoals vroeger, maar men moet er zich terdege van bewust zijn dat een overdaad aan ‘digituur’ voor kinderen nefast is voor een brede cultuur en taalontwikkeling. Er is fundamenteel niets mis met de digitale ontwikkeling, maar men moet evenwel kunnen zorgen voor een fundament. Om artistieke vrijheid voeding te geven, moet er voldoende lering van onderuit bestaan. Of zoals een muzikant enkel goed kan improviseren wanneer hij de volledige notenleer onder de knie heeft. De leesmoeheid neemt te veel de bovenhand. Kids scrollen en vegen zich diagonaal door een woordenbrij zoals op drijfzand.” (TVA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier