Exclusieve blik achter de schermen bij Niels Destadsbader: “Optreden in Sportpaleis is topsport”

Niels Destadsbader repeteert in 'zijn' Deerlijk voor zijn Sportpaleis-concerten. © Foto Kurt
Bert Vanden Berghe

Dit weekend verover-over-overt Niels Destadsbader voor het tweede jaar op rij het Sportpaleis. Onze kersverse West-Vlaamse ambassadeur repeteerde daarvoor in ‘zijn’ Deerlijk. Wij mochten er exclusief op bezoek. “Na het optreden staan ze klaar met een hamburger en een pint. Machtig!”

Het is met een kamerbrede grijns dat Niels ons verwelkomt in Uzien, de polyvalente evenementenlocatie in het hart van Deerlijk. Hij blaakt van de goesting én zelfvertrouwen. Opvallend relaxed ook, want niet bepaald vanzelfsprekend is voor wie zijn agenda kent. Hij schotelt ons meteen een koffie voor. Zelf kiest hij voor thee. Verse citroen en gember, helend voor de stem. Want die ziet flink af tijdens de driedaagse repetities in Uzien. De eerste dag ligt de focus op het verloop, de tweede dag krijgen ze het gezelschap van een strijkorkest en blazers, om op de derde dag de dansers mee in het verhaal te brengen. In de zaal zien we grote witte lijnen geplakt, die het podium van het Sportpaleis moeten weergeven. Niels is naar eigen zeggen visueel ingesteld. Wat hij niet zegt, maar in zijn omgeving wel heel hard te horen is: dat hij niets aan het toeval overlaat. Het plaatje moet kloppen.

Best makkelijk, repeteren op letterlijk twee minuten van je deur.

“Ik moet al heel mijn leven voor alles naar Gent, Antwerpen, Brussel en daarbij 87 jaar in de file staan. Hier is er toevallig een zaal die op zo’n grote repetitie voorzien is en een aardige akoestiek heeft. Het helpt ook dat ik hier het podium tot op de centimeter kan uitlijnen. Bovendien wil ik ook zo Deerlijk ondersteunen, of toch zeker de mensen hierachter.”

Drie uitverkochte Sportpaleizen, wat doet dat met een mens?

“Als er tien dagen voor de drie shows geen enkel kaartje meer over is… daar kan je alleen maar van dromen. Want er is toch nog altijd een verschil tussen uitverkocht en net niet uitverkocht. Wel grappig dat mensen opeens nog berichten sturen of er toch nog kaarten zijn of er nog snel geen vierde concert ingepland wordt.”

Heb je meer stress dan vorig jaar?

“Het is anders. Ik voel dat ik tot hiertoe rustiger was, omdat je enigszins weet wat er zit aan te komen. Anderzijds hebben we vorig jaar de lat best hoog gelegd. De vaakst gehoorde opmerking is: hoe ga je daar nog over geraken? Ik wil uiteraard beter doen en ik ben ervan overtuigd dat we dat gaan doen. Maar je weet ook dat de mensen andere verwachtingen hebben. Vorig jaar vonden ze het nog, euh, sympathiek dat ‘Nielske uit Deerlijk’ het Sportpaleis vulde. Nu gaan ze vergelijken. Niet alleen met vorig jaar, maar ook met andere namen die vaak genoemd worden, qua genre en carrière. Ik probeer zelf niet te vergelijken, ik moet vooral bevestigen. En dat gaat zeker lukken. Ik zou het wel machtig vinden als ze zeggen dat het nog toffer was dan vorig jaar.”

“Na het laatste optreden zullen ze klaar staan met een hamburger en een pint als ik van het podium stap. Of twee pinten, dat kan ook.”

Als artiest moet je je altijd bewijzen, hoe populair je ook bent.

“Je bent maar zo goed als je laatste optreden, sowieso. Wat mij wel iets zenuwachtiger maakt dan vorig jaar, is dat mijn plaat toen in april uitkwam. Toen konden we een hele zomer spelen en trokken we met die liedjes naar het Sportpaleis. Ik wist met andere woorden al een beetje wat marcheerde en wat niet. Nu hebben we die liedjes van ons nieuw album nog nooit gebracht en brengen we ze voor het eerst in het Sportpaleis. Dan moet het zeker allemaal goed zijn, van de danspasjes tot het licht. Sinds we met repeteren zijn begonnen, schiet ik wel af en toe wakker en vraag ik me dan af of dit of dat nu in orde is.”

Vorig jaar heb je stevig gewerkt aan je conditie. Was dat nu opnieuw zo?

“Ik ben intussen een dikke zeven kilo kwijt. Een belangrijke kanttekening: door mijn rugblessure was ik meer bij gekomen. Een tweetal maand geleden ben ik opnieuw intensiever beginnen sporten en lette ik ook wat meer op mijn voeding. Ik kan geen salades meer zien ondertussen. (lacht) Ik ga ook veel meer op tijd gaan slapen en ik laat pintjes wijselijk aan mij voorbij gaan. Ik ben al een paar keer serieus in de verleiding gekomen, met een biefstuk friet of een gin tonic. Eentje kan geen kwaad, dat weet ik, maar ik ben er nogal categoriek in. Vorig jaar hield ik het 50 dagen vol en nu ook. Omdat ik weet dat ik me vorig jaar in zekere zin onoverwinnelijk voelde. Ik had het gevoel dat ik nog vier uur langer kon zingen, omdat ik zo scherp stond. Al zullen ze dit jaar opnieuw na het laatste optreden klaar staan met een hamburger en een pint als ik van het podium stap. Of twee pinten, dat kan ook.” (lacht)

Niels Destadsbader in actie.
Niels Destadsbader in actie. “Als artiest is het Sportpaleis het summum.”© Foto Kurt

Qua intensiteit is zo’n Sportpaleis niet te onderschatten, denk ik?

“Dat is topsport, zo’n Sportpaleis. Je kan het ook vergelijken met een topsporter die moet pieken naar de wedstrijd toe. Maar dan hangt het ook wat af van het moment, zoals bij een wielrenner. Zijn de benen goed, zit ik in de juiste vlucht, heb ik goed geslapen? Een tijdje geleden voelde ik me wat ziekjes worden, maar dat is wat weg intussen. Maar je moet ook zorgen dat iedereen in de band overeind blijft.”

Het Sportpaleis vullen was je grootste droom. Went die?

“Dat is moeilijk om in te schatten. Aan de ene kant heb ik er nog maar twee gedaan, maar ik voel toch dat ik daar wat meer maturiteit in heb gekregen. Ik ben ook niet Koen Wauters die daar al honderd keer gestaan heeft, ik ben Niels uit Deerlijk. Ik spreek vaak met Koen, omdat de stappen die ik zet heel gelijklopend zijn met die van hem, en hij herkent ook veel bij mij. Hij zegt altijd dat alles went: de shows, de live-optredens, het televisiewerk… maar het Sportpaleis, dat went nooit. Dat is het enige waar hij naar eigen zeggen nog altijd kippenvel van krijgt. Ik wil dat wel geloven.”

“Laat ons zeggen dat ik nog wel wat dromen heb.”

En nu? Elk jaar het Sportpaleis vullen en er eentje bij doen?

“Als artiest is het Sportpaleis het summum, ja. Maar het zou ook kunnen dat we volgend jaar, het jaar daarop of binnen twee jaar beslissen om het eens niet te doen. Soms is het eens goed om het een jaar over te slaan, en de mensen nog meer goesting te doen krijgen om terug te komen. Bovendien zit ik wat te broeden op andere zaken ook. Het zit al in mijn hoofd, maar het is nog niet concreet genoeg om het uit te spreken. Laat ons zeggen dat ik nog wel wat dromen heb.”

Een daarvan was Nederland, gaf je eerder al aan.

“We hebben al een paar keer de neus aan het venster gestoken. Dat is heel tof, maar zoiets wordt sowieso een werk van lange adem. Het is natuurlijk zo dat mijn agenda hier voorrang krijgt. Het is raar om te zeggen, maar om er helemaal voor te gaan in Nederland, zou ik eigenlijk een half jaar niks mogen doen hier. En dan moet je naar daar gaan in de wetenschap dat het niet per sé gaat lukken én dat als ze morgen bellen om in De Wereld Draait Door te gaan zitten, dat je meteen kan. Ik geloof wel dat het kan, maar veel zal afhangen van het juiste moment. Het grappige is dat sinds mijn passage in Het Huis mensen dat wel anders zien. Voordien merkte ik heel hard dat de perceptie heerste dat alles snel is gegaan en dat alles wat ik deed, ook meteen is gelukt. Daar was voor mezelf ook duidelijk dat ik een hele weg heb afgelegd. En dat is nog maar Vlaanderen, laat staan Nederland. Ik ben me er heel hard van bewust dat het niet zomaar uit de lucht komt vallen. Maar misschien is er een artiest die je meeneemt of een video die viraal gaat… het kan soms snel gaan.”

Dat bewees ook Liefde voor Muziek.

“Het rare is dat, toen ze het uitzonden, ik binnen de tien minuten wist dat het iets ging doen. Je voelt dat direct, echt bizar. Ik had het ook al op het moment van de opnames. Voor het uitgezonden was, moesten we eigenlijk dat Sportpaleis vastleggen. Miguel Wiels zei: zouden we toch niet voor de Lotto Arena gaan? En ik zei: ‘nee, Mickey, dat gaat een bomme zijn, geloof mij. Het Sportpaleis is mijn grote droom, we gaan dat gewoon proberen.’ Het moest lukken. En nu doen we het drie keer. Dat is waanzin. Want het doet mij echt veel plezier. In een jaar zonder Liefde voor Muziek toch drie Sportpaleizen vullen… dat betekent dat die mensen van de twee Sportpaleizen vorig jaar nu terugkomen en genoeg mensen hebben geïnspireerd om een derde zaal te vullen. Hoe machtig is dat?”

“Nieuwe generatie aanspreken”

Alles lijkt mee te zitten voor Niels dezer dagen, maar de zanger, acteur en presentator kijkt al een tijdje verder vooruit. Het is duidelijk dat hij voor de lange termijn gaat. “Het zou heel fijn zijn als de mensen die nu met mij opgroeien, dat hun kinderen dat ook doen. Als je dat kan doen, heb je het pas écht gemaakt. Ik praat daar vaak over met Koen Wauters en Bart Peeters. Zij staan na dertig jaar nog altijd in de top vijf, top drie zelfs. Zij proberen zichzelf altijd her uit te vinden, maar durven onderweg ook eens afstand nemen. Zelf ben ik daar wat zoekende in, maar ik kan veel van hen leren.”

Na het Sportpaleis is het nog niet meteen vakantie voor Niels. “Op 11 december doen we met de cast van F.C. De Kampioenen een tournee langs de Vlaamse bioscopen voor de vierde film. Daarna zit ik in de jury van The Voice van Vlaanderen. Het leuke is dat Tondie (zijn bassist Stijn Tondeleir, red.) mijn hulpcoach wordt. Volgend voorjaar doe ik ook een nieuw programma voor VTM. Met Les Flamands (het creatief bedrijf dat hij runt met Peter Van de Veire en Miguel Wiels, red.) zijn we nu ook een programma rond mij aan het bedenken. Dus nee, het is nog niet meteen vakantie.” (grijnst)