Zware celstraf voor brandstichting op klaarlichte dag in Oostends café: “Van een ongeluk was geen sprake”

Het café brandde volledig uit. © GF
Redactie KW

Anderhalf jaar nadat een aangestoken brand op klaarlichte dag café The Truth in Oostende verwoestte, heeft dader Ali A. (40) vier jaar cel gekregen. Daarvan zijn er drie effectief. De Irakees uit Vorst beweerde dat het om een ongeluk ging, maar de Brugse strafrechtbank hechtte daar dinsdag geen enkel geloof aan. “Vermoedelijk lagen diepe wraakgevoelens aan de basis”.

Op zondag 24 september 2023 brak kort na de middag brand uit in café The Truth in de Langestraat in Oostende. Op camerabeelden was achteraf te zien hoe een man met een mondmasker en een kap iets in de richting van het pand gooide of spoot. Enkele seconden later stonden het gebouw en het terras in lichterlaaie. “Toen de politie arriveerde, was een enorme vuurbal te zien. Er was heel veel schade, ook aan de aanpalende gebouwen”, aldus de procureur.

Dankzij de beelden kon de verdachte gelinkt worden aan feiten op 8 juli 2023. Hij vernielde toen met een baksteen de ramen van de toegangsdeur van hetzelfde café. Toch zou het nog tot de zomer van 2024 duren vooraleer Ali A. (40) als verdachte geïdentificeerd kon worden. Nadat de camerabeelden getoond werden in het programma Faroek werd hij door een getuige gespot op een jobbeurs in Luik. In juli werd hij opgepakt.

Motief?

De Irakees uit Vorst ontkende de feiten in alle toonaarden en beweerde dat hij op het moment van de feiten aan het werk was. Dat alibi bleek niet te kloppen, waarna de man toegaf dat hij in Oostende was. Maar hij ontkende iets met de brand te maken te hebben. De procureur vond het evenwel verdacht dat A. daags voor de feiten anderhalve liter benzine had gekocht in een tankstation, terwijl hij helemaal geen voertuig heeft. En volgens de branddeskundige werd het vuur vermoedelijk met benzine aangestoken.

Volgens de procureur stak A. het vuur opzettelijk aan. Ze vroeg vier jaar effectief. “Al blijft het gissen naar het motief”, stelde ze. “De feiten hadden sowieso veel erger kunnen aflopen.” A. ging alsnog tot bekentenissen over, maar beweerde dat hij het vuur per ongeluk aanstak toen hij in beschonken toestand zijn brandende sigaret liet vallen en er whisky over morste. “Ik heb geen enkel probleem met de uitbater”, stelde hij. “Na de feiten ben ik gestopt met drinken.”

Volgens de verdediging lag een conflict met een buitenwipper aan de basis van de feiten in juli. Advocaat Kris Vincke vroeg om het effectieve deel van de celstraf te beperken tot de voorhechtenis, die intussen al zeven maanden duurt. “Volgens mijn cliënt kocht hij de brandstof voor de brommer van een vriend”, pleitte hij.

Vonnis

De rechtbank hechtte evenwel geen geloof aan de beweringen van de beklaagde en veroordeelde hem tot vier jaar cel, waarvan een jaar met uitstel. “Het motief blijft onduidelijk, maar vermoedelijk koesterde de beklaagde diepe wraakgevoelens ten aanzien van de uitbater of bepaalde personeelsleden”, klonk het in het vonnis. Aan de verzekeraar van het pand moet A. een voorlopige schadevergoeding betalen van 119.000 euro. (AFr)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise