Politiezone Arro Ieper: “Schuiven met inspecteurs”

"We geven de hoofdinspecteurs een extra rugzakje", zegt korpschef Luc Deryckere. © Foto a-DS
Jeroen Laseure

Politiezone Arro Ieper heeft een personeelstekort van 3,6 procent en doet het daarmee iets beter dan het West-Vlaamse gemiddelde. Opvallend is dat de zone op zoek is naar liefst zeven hoofdinspecteurs. “We vangen de tekorten op door de andere hoofdinspecteurs extra taken te laten uitvoeren”, zegt korpschef Luc Deryckere. Ook in de lokale commissariaten laat dat zich voelen, onder meer in Vleteren.

‘Deze reportage maakt deel uit van ons dossier ‘Politietekort’

“Het klopt dat we iets beter scoren dan het West-Vlaamse gemiddelde, maar dat is puur toeval”, vertelt korpschef Luc Deryckere. “Het heeft te maken met hoeveel mensen onlangs met pensioen gegaan zijn, hoeveel vacatures er net ingevuld zijn… Het is wel zo dat we bij de middenkaders – de hoofdinspecteurs – met een knelpunt zitten. We hebben recht op 39 hoofdinspecteurs, maar hebben er maar 32 in dienst. Dat moeten we oplossen door aan taakverschuiving te doen en de mensen een extra rugzakje mee te geven. Doel is om de taken te verdelen op een redelijke manier. De eventuele vervanging van taken van hoofdinspecteurs door inspecteurs is nog niet mogelijk, omdat er heel strenge formatienormen zijn. Er is daarover wel een parlementaire vraag gesteld aan de minister. Een inspecteur zou dan enkele bevoegdheden van een hoofdinspecteur kunnen krijgen en ook dat zou het werk verlichten.”

Examens afleggen

Hoe ziet de korpschef een oplossing voor het tekort aan hoofdinspecteurs? “We ijveren voor extra aanwervingen. Die gebeuren nu wel, maar daarom zitten die mensen nog niet direct in onze zone. De opleiding duurt al even en daarna gaan ze eerst naar de federale politie voor onder meer de terreurbestrijding. Pas daarna maken ze kans om naar politiezone Arro Ieper te komen. We zitten dus in een moeilijke periode, maar dat is niet nieuw voor mij. In mijn carrière heb ik al vele pieken en dalen in personeelsbezetting meegemaakt. We stimuleren ook inspecteurs van wie we vinden dat ze de juiste capaciteiten hebben om deel te nemen aan het examen voor hoofdinspecteur. Helaas slaagden enkele van onze inspecteurs onlangs niet in de testen. We leggen met hen wel een traject af en kijken nu waar we dat kunnen verbeteren, zodat ze toch makkelijker door de testen komen.”

Interventie

De tekorten situeren zich vooral binnen interventie. “Er is 24 uur op 24 een hoofdinspecteur van wacht in Ieper voor interventies”, aldus Luc Deryckere. “Dat is nodig voor bijvoorbeeld gerechtelijke aanhoudingen. Aangezien we met tekorten zitten, moeten de anderen meer werken, maar dat lossen we op door telkens een back-uphoofdinspecteur uit andere diensten in te schakelen. Die neemt dan een aantal taken over en zo blijft het werkbaar.”

Is er nu minder blauw op straat? “Er is niet minder blauw op straat, maar anders blauw. We kiezen voor beter blauw en op de juiste momenten. Op basis van risico-inschatting zetten wij mensen in waar wij denken dat ze het meest nodig zijn. We werken ook vaak samen met externe partners, zoals de douane en de FOD Volksgezondheid. Op die manier kunnen we grote acties doen, die toch een beperktere kost hebben voor ons. Deze week was het Verkeersveilige Week en elke dag hebben we acties gehouden.”

Stilaan ontstaan er ook tekorten in de lokale commissariaten, zoals in Vleteren. “We hebben recht op vier man in onze gemeente”, vertelt burgemeester Stephan Mourisse. “Maar sinds lange tijd moeten we het stellen met één. In Mesen, met veel minder inwoners, heeft men recht op één man, en daar betaalt men amper een vijfde van het bedrag dat wij moeten storten. Ik heb dan ook een brief geschreven naar het politiecollege, met de melding dat wanneer de nodige invullingen er niet komen, wij hetzelfde bedrag zullen betalen als Mesen.” Korpschef Luc Deryckere belooft een oplossing. “In Vleteren hebben we geen vaste hoofdinspecteur meer, maar daar springt een hoofdinspecteur uit Poperinge bij. We zijn een grote zone en dat biedt als voordeel dat we wat kunnen schuiven met personeelsleden.”

Eenzaamheid

Paul Carbon is de Poperingse hoofdinspecteur die bijspringt in Vleteren. “In Ieper beschikt het lokaal commissariaat over een commissaris met drie hoofdinspecteurs, in Poperinge en Wervik zijn dat een commissaris en twee hoofdinspecteurs”, legt Paul Carbon uit. “Bij de andere, kleinere commissariaten zijn er enkel hoofdinspecteurs. In Vleteren is er echter ook geen hoofdinspecteur meer en daarom heeft de korpschef mij gevraagd of ik mijn tijd wil verdelen tussen Poperinge en Vleteren. Dat betekent dat ik heel weinig te zien ben in Vleteren, maar wel heel wat werk achter de schermen doe. Af en toe probeer ik eens binnen te springen in het lokale commissariaat, want anders is het voor de inspecteur ook maar eenzaam, als je de hele dag niemand ziet. Ik heb er enkele extra zaken bijgekregen, maar die neem ik er graag bij. Als er bijvoorbeeld een wielerwedstrijd is door Poperinge en Vleteren, dan schrijf ik een politieverordening voor Poperinge en daarna een voor Vleteren. Mensen zullen wellicht minder blauw op straat zien, maar het gaat niet om het aantal agenten, wel om de dienstverlening die we bieden en die is nog altijd heel goed. Ik zou het zelfs jammer vinden als er plots toch een hoofdinspecteur gevonden wordt voor Vleteren.” (lacht, red.)

Wat volgens Paul de oorzaak is voor het tekort aan hoofdinspecteurs? “Het is niet zo dat de testen voor een hoofdinspecteur zo veel moeilijker zijn”, legt hij uit. “Het is wel iets zwaarder, maar daar ligt het probleem niet. Als hoofdinspecteur ben je de pispaal van de mensen onder jou én van die boven jou, terwijl de verloning helemaal niet volgt. De basiswedde van een hoofdinspecteur ligt amper hoger dan die van een inspecteur. Bovendien is het als hoofdinspecteur niet altijd zeker dat je terug naar de zone mag waar je inspecteur was. Als er een overaanbod is, moet je soms verhuizen van zone en ook dat houdt inspecteurs tegen om deel te nemen aan het examen.”

(Jeroen Laseure)