West-Vlaamse seriemoordenaars (4): Hoe travestiet en dronkaard een dodelijk duo werden

Vijf maanden na de eerste moord kon de ‘Siamese tweeling van het kwaad’ ingerekend worden. © foto Jo Deman - archief KW
Laurens Kindt

‘De Siamese tweeling van Het Kwaad’, met die groteske geuzennaam bedacht openbaar aanklager Jean-Luc Cottyn de twee hoofdrolspelers in deze aflevering: travestiet Rik Debrabandere uit Kortrijk en de drankverslaafde nietsnut Paul Eggermont uit Waregem. In hun niets ontziende drang naar geld verstikten ze in het voorjaar van 1996 drie slachtoffers in evenveel landen voor een buit van amper 48.000 Belgische frank (1.200 euro). Hun moordwapen? Een plastic zak. Bekijk de volledige reeks hier.

Seriemoordenaars zijn doorgaans moordenaars die op één of andere manier kicken op de daden die ze plegen. Die plezier scheppen in de controle over hun slachtoffer, die uit de ene moord de nodige adrenaline halen om de volgende te plegen of die ervan houden om met de politie een spelletje te spelen, zoals in de bekende film Se7en met Brad Pitt. Het gaat hen om de macht die ze hebben. Psychopaten zijn het, met een compleet opgeblazen zelfbeeld en een omgekeerd evenredig vermogen tot empathie. Dat laatste geldt ook voor Paul Eggermont en Rik Debrabandere, al plegen zij hun moorden niet als onderdeel van een pervers machtsspelletje maar voor een veel eenvoudiger reden: geld. Wanneer de paden van de twee lowlifes zich kruisen, zet dat een kettingreactie in gang die uiteindelijk op een bijzonder gruwelijke manier het leven zal eisen van drie compleet onschuldige slachtoffers. En een hondje.

Kleuter/psychopaat

Rik Debrabandere wordt in november 1959 geboren in Kortrijk, in een gezin van zeven kinderen. Al op zijn derde duiken de eerste problemen op. Kleine Rik terroriseert de kinderen in de kleuterklas, slaat hen tot bloedens toe en gedraagt zich erg manipulatief. Dan al, als kleuter, wordt hij opgenomen in de psychiatrie ter observatie. De dokters vermoeden dat ze met een kleine psychopaat te maken hebben. Later, op zijn dertiende, wordt Rik betrapt op diefstal. Meerdere keren. Soms is het zijn eigen moeder die hem op dievenpad stuurt, omdat ze koekjes wil voor haar gasten op de koffietafel, maar er geen geld voor heeft. Nog voor hij achttien is, breekt Rik Debrabandere met zijn familie. Hij gaat alleen wonen en vertoeft vaak in het Kortrijkse homomilieu, waar hij zich bij gelegenheid als vrouw verkleedt en zich Erika laat noemen. Werken doet hij niet, hij leeft van een uitkering en het geld dat hij verdient als transprostituee.

Paul Eggermont komt uit een beter nest. Al is dat wel een groot. In het Waregemse gezin waar hij in maart 1955 geboren wordt, zijn ze met vijftien. Na een vrij onbezorgde jeugd gaat Paul aan de slag als houtbewerker en trouwt hij. Wanneer dat huwelijk spaak loopt, keert hij terug naar zijn moeder. Omdat hij dan al met een drankprobleem kampt en geregeld van de trap valt, dwingen zijn broers en zussen hem om alleen te gaan wonen. Alsof het noodlot ermee gemoeid is, belandt hij in een flatje in de Wielewaalstraat in Kortrijk. Zijn onderbuur is Rik Debrabandere. Diens homovriend is er net vandoor gegaan en dus overhaalt Rik Debrabandere Paul Eggermont om bij hem in te trekken. Zo kunnen ze de kosten delen. Maar ze delen nog veel meer. Bij Paul ontluiken de homoseksuele gevoelens voor Rik. In ruil voor seksuele gunsten leeft hij op kosten van Rik Debrabandere die hem voorziet van drank en tabak. De twee gaan ook op reis, naar Benidorm.

(lees verder onder de foto)

De advocaten van Paul Eggermont, Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche.
De advocaten van Paul Eggermont, Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche. © foto Jo Deman – archief KW

Het is daar dat ze in 1995 Leopold ‘Winston’ Wauters leren kennen. De 52-jarige schimmige zakenman – domicilie in Saoedi-Arabië – zet er illegale transporten van sigaretten naar België op en heeft in de bar waar ze steevast afspreken altijd veel cash bij zich. Rik en Paul houden contact met hem en wanneer ze een jaar later financieel compleet aan de grond zitten, nodigen ze hem uit in de caravan op camping Bonanza in Blankenberge die ze een maand huren. Met de smoes dat ze hem de 100.000 Belgische frank (2.500 euro) die ze van hem leenden zouden terugbetalen, lokken ze Winston Wauters op 7 februari naar de kust.

Ze geven hem een koffie maar nog voor Wauters daar van genipt heeft, krijgt hij een houten balk tegen het hoofd. Compleet versuft wordt hij in de koffer van zijn eigen Citroën XM gegooid, waarop de daders richting Kalmthout rijden. In een natuurgebied willen ze het slachtoffer aan een boom binden maar omdat er te veel wandelaars zijn, keren ze terug naar Blankenberge. Ze proppen een handdoek in zijn mond, binden zijn hoofd af met een kussensloop en een plastic zak en laten hun slachtoffer letterlijk stikken. Eenmaal dood wordt Winston Wauters in een tapijt gewikkeld en bedolven onder een hoop tuinstoelen. Met het geld en de auto van hun slachtoffer zetten Rik en Paul koers naar Spanje.

Pas drie weken later wordt het lichaam gevonden, door de dochter van de eigenaar van de caravan. De speurders kijken meteen in de richting van huurder Rik Debrabandere, maar die schrijft vanuit Spanje een briefje ‘dat hij en Paul er niets mee te maken hebben’.

Ze hebben wel iets anders aan hun hoofd want het geld van Winston Wauters is al opgesoupeerd. In hun flatje aan de Costa Dorada richten ze hun pijlen op hun buurvrouw. De man van Maria Agudo-Sanchez is net gaan lopen, haar zoon zit voor drugsfeiten in de cel, de vrouw is depressief. Maar wel bemiddeld. Rik en Paul sloven zich uit om haar vertrouwen te winnen. Boodschappen doen, lekker koken, het kan niet op. Wanneer Rik de vrouw vertelt dat hij kapper is en haar haren wel eens wil knippen, slaan ze toe.

Hond in wasmachine

Op 27 april 1996 neemt Maria nietsvermoedend plaats in de kappersstoel van Rik. Paul Eggermont grijpt haar meteen vast, sleurt haar naar de slaapkamer en begraaft haar hoofd in de kussens. Hij gaat bovenop de wild spartelende vrouw zitten en smoort haar met een plastic zak tot ze niet meer beweegt. Het hondje van het slachtoffer keft het hele gebouw bij mekaar waarop Rik Debrabandere het beestje vastgrijpt, het in de wasmachine gooit en de machine start. Het lichaam van Maria dumpen Paul en Rik langs een snelwegparking in Hospitalet del Infante. Met haar Ford Fiesta – en haar halve inboedel – trekken ze naar Nederland.

Triootje

Ook daar raakt het geld snel op. Rik probeert in de Amsterdamse hoerenbuurt aan de kost te komen als de transseksuele prostituee Erika, maar al gauw zit het koppel weer op droog zaad. Aan het Centraal Station leren ze Wouter Broerze kennen. De 72-jarige fabrieksarbeider betaalt hen voor een triootje en neemt Rik en Paul mee naar zijn huisje in Baarn. Na de seks wacht hem het ondertussen bekende lot. Broerze krijgt een keukenhanddoek in de mond geduwd en wordt verstikt met een plastic zak. Opnieuw duurt het een tijdje voor iemand het slachtoffer vindt. Hij zit, gewikkeld in een deken, in zijn zetel. Opvallend: de Nederlandse speurders doen het overlijden in eerste instantie af als een compleet uit de hand gelopen spelletje wurgseks. De werkelijkheid is anders: Rik en Paul zijn er vandoor met 800 gulden, een gouden horloge en wat huisraad.

De Belgische politie bleef al die tijd jacht maken op het duo, maar kon hen niet vinden. Tot Paul Eggermont op 11 juli 1996 op heterdaad betrapt wordt wanneer hij een auto wil stelen op een snelwegparking bij Breda. Ook Rik Debrabandere is er, maar kan ontsnappen. Eggermont wordt uitgeleverd aan België en bekent meteen de moord op Winston Wauters in Blankenberge. In één adem geeft hij ook de moorden in Spanje en Nederland toe én vertelt hij de speurders waar ze zijn kompaan kunnen vinden. Twee maanden later plukt de politie Rik Debrabandere van achter een raam in de Amsterdamse Walletjes. Meewerken met het onderzoek is wel zijn laatste zorg. “Niets mee te maken”, klinkt het telkens. Hoorndol worden de speurders. “Geef me eerst een groot pak frieten, drie worsten en een brochette. Dan ga ik alles vertellen”, daagt Rik Debrabandere uit. Nadat hij alles binnengespeeld heeft, laat hij een boer en begint hij te lachen. En blijft hij zwijgen. Tijdens een reconstructie van de feiten moet de politie hem vragen niet telkens zijn breedste glimlach op te zetten wanneer de fotograaf van de politie alles op de gevoelige plaat vast legt.

Siamese tweeling

Ook in aanloop naar het assisenproces, in het najaar van 2001, blijft Rik Debrabandere politie en gerecht uitdagen. “Ik ga komen in de kleren waarin ik me het best voel en dat zijn vrouwenkleren”, kondigt hij aan. Maar op de eerste procesdag daagt hij toch op in een herenpak, weliswaar een knalrood. Het hele proces lang zit hij druk te gesticuleren, slaat hij op zijn billen van nijd en steelt hij de show. Plots gaat hij over tot ‘bekentenissen’. “Ja, ik was erbij, maar het is Paul die al die mensen vermoord heeft”, klinkt het. De advocaten van Paul Eggermont, Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche, zien het net andersom. “Onze cliënt had een blanco strafblad voor hij Rik Debrabandere leerde kennen. Was hij Rik niet tegengekomen, zou hij die feiten dan ook gepleegd hebben?”, vroegen ze de jury.

Voor psychiater Hans Hellebuyck maakte het allemaal niet veel uit. De ervaren Middelkerkse gerechtspsychiater deelde ook deze keer geen cadeaus uit. “Sociaal gevaarlijke psychopaten, allebei. Wat Rik Debrabandere betreft heb ik nog nooit iemand gezien die zo hoog scoorde op de test voor psychopathie. Hij heeft werkelijk alle kenmerken”, klonk het. Ondanks vurige pleidooien van de verdediging ging de jury tweemaal in op de vordering van openbaar aanklager Jean-Luc Cottyn, die Debrabandere en Eggermont de ‘Siamese tweeling van Het Kwaad’ noemde. Levenslang, allebei. Samen uit, samen thuis.

Huwelijk

Nog twee keer liet Rik Debrabandere na zijn veroordeling van zich horen. Op 24 november 2010 sloeg hij het land met verstomming toen bleek dat hij in de gevangenis van Leuven-Centraal zou trouwen met een medegedetineerde. Met een blonde pruik, een nachtjapon en hoge hakken stapte ‘Erika’ die woensdag in het huwelijksbootje met verkrachter Mike V. Het koppel mocht daarna drie dagen samen op cel besteden en kreeg er zelfs een hemelbed ter beschikking. Zes jaar later, nadat zijn echtgenoot al lang terug op vrije voeten was en hij nog altijd vast zat, bezweek Rik Debrabander. Op maandag 12 december 2016 stierf hij aan de gevolgen van een hartfalen. Ook Paul Eggermont trouwde nog in de cel – met een vrouw ‘van buiten’ – maar dat huwelijk strandde nadat hij de dochter van zijn echtgenote een naaktfoto had gestuurd. De man is ondertussen op vrije voeten en leidt een anoniem leven.

West-Vlaamse seriemoordenaars: Het lijkt een fenomeen uit Hollywoodfilms, maar ook in onze provincie duiken ze op. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt dook in het archief, op zoek naar bekende en minder bekende voorgangers van ‘diaken des doods’ Ivo Poppe en moordende bodybuilder Alexander Dean.