Assisen Duivelskoppel: nieuwe discussie over vermeende robotfoto van Hilde Van Acker
Op het assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57) zijn de speurders ook door de verdediging van Van Acker omstandig bevraagd. Meester Kris Vincke stelde zich vooral veel vragen bij de vermeende robotfoto van zijn cliënte en de pruik die ze volgens de politie zou gedragen hebben.
De verdediging wierp op dat de speurders nooit rekening hielden met andere potentiële verdachten. Zo speelde Marcus Mitchell twee weken voor zijn dood een rol in de oplichting van een Duitser. Commissaris Devestel stelde dat Mitchell en Kiefer elkaar niet kenden, maar volgens de verdediging blijkt uit een fax het tegendeel. “En heeft u een verklaring voor het briefje met ‘at 23 meeting with Kiefer, at 24 with Hans’?”, aldus meester Bram Casier, advocaat van Lacote.
Blauwe Jaguar
Bovendien was het uitgerekend Mitchell die ruim 17 miljoen Belgische frank van Kiefer afhaalde. De verdediging merkte op dat Kiefer in zijn thuisland en in Verviers al zou betrokken geweest zijn bij oplichting en witwas, al benadrukte het Openbaar Ministerie onmiddellijk dat hij over een blanco strafblad beschikt. Ten slotte werd erop gewezen dat de co-piloot van Lacote het slachtoffer op 24 mei 1996 nog zou gezien hebben op de luchthaven van Charleroi. Hij zou afgezet zijn door een blauwe Jaguar met Duitse nummerplaat, een wagen waar Kiefer over beschikte. “Ik twijfel niet aan de verklaringen van meneer Kiefer”, reageerde de speurder.
Tijdens het verhoor van de getuigen passeerden ook enkele andere mogelijke verdachten de revue, zoals een mogelijke Libische wapenhandelaar. Tussen de documenten van het slachtoffer werden ook naamkaartjes van Chinese contacten in Tunis gevonden, maar ook zij werden nooit opgespoord. Eerder kwam ook meester Filip De Reuse met een andere verdachte op de proppen. Hij zwaaide met een foto van de man die een pistool zou verkocht hebben aan Lacote. Volgens De Reuse lijkt hij immers sprekend op de robotfoto van de persoon die vlak voor de moord met Mitchell werd gezien.
Zwarte pruik
De advocaat van Hilde Van Acker vroeg zich af hoe zijn cliënte ooit is kunnen doorgaan voor een ‘donkerhuidige jongeman’. “Het ging over een persoon die ‘basané’ was, door de zon gebruind dus. Geen mulat of een Zuid-Italiaan of een Noord-Afrikaan”, reageerde Henk Valcke. Enkele kennissen stelden dat Van Acker of haar kapsel leken op de robotfoto. Meester Vincke somde echter een tiental mensen op die de beschuldigde absoluut niet herkenden op de robottekening. “We zijn niet verplicht om dat mee te geven aan de jury, je kan dat allemaal lezen in de processen-verbaal. Het is niet bewust dat we dat hier niet gemeld hebben”, reageerde commissaris Devestel.
De speurders suggereerden eerder dat Van Acker die bewuste avond van 23 mei 1996 een zwarte pruik droeg. De pruik die werd aangetroffen op haar Londense appartement lieten ze haar nooit dragen. “Die foto’s zouden zeer subjectief overkomen. Dat is niet wat een onderzoek moet zijn”, vond Devestel. Zijn collega Valcke had met behulp van Paint echter wel zelf een dergelijke foto gemaakt. De advocaat van Lacote kwam zowaar op de proppen met een foto waarbij hij zelf de pruik had opgezet. Daarop was te zien dat het kapsel veel langer is dan op de robotfoto. “Ik zeg niet dat dat die pruik moet geweest zijn, maar we hebben maar één pruik gevonden”, aldus commissaris Devestel.
Telefonie-onderzoek
Ten slotte kwam ook het telefonie-onderzoek weer aan bod. Misdrijfanalist Pierre Verroens stelde dinsdag immers dat Lacote en Van Acker ‘s avonds wellicht samen waren, aangezien er geen telefonische contacten waren. Meester Vincke wierp echter op dat ze zelfs nooit navraag deden in het Antwerpse hotel waar ze verbleven. “Ze waren daar kind aan huis, te pas en te onpas gingen ze daar logeren. Inschrijven werd niet noodzakelijk overal gedaan”, reageerde Devestel. Het ergerde de verdediging ook dat Verroens de inhoud van bepaalde gesprekken soms invulde. “Als u navraag had gedaan, had u geweten dat ze naar de Bank van Breda belde omdat daar een goede vriendin werkte.”
Het mastonderzoek toont volgens de speurders aan dat Lacote na de feiten via Oostende terugkeerde naar zijn hotel. Opvallend genoeg belde hij toen vrij lang met zijn andere vriendin. “En Hilde zit daar in jullie hypothese naast? Terwijl hij naar zijn maîtresse belt?”, aldus meester Vincke. De speurders benadrukten dat Van Acker zelf amper verklaringen aflegde over haar tijdsgebruik die dag. Ze werd echter pas drie jaar na de moord geconfronteerd met de resultaten van het telefonie-onderzoek.
Lees hier meer over dit assisenproces.
Duivelskoppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier