Assisen ‘Duivelskoppel’: “Ik ben verloren gereden” (Jean-Claude Lacote)

© BELGA
© BELGA
Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57), die terechtstaan voor moord op de Brit Marcus Mitchell (44) in De Haan in 1996, is het verhoor van beschuldigde Jean-Claute Lacote afgerond. “Ik was niet in De Haan, ik ben verloren gereden”, zei hij.

In het tweede deel van het verhoor kwam voorzitter Bart Meganck tot de feiten waarvoor de beschuldigden zich moeten verantwoorden: de moord op Marcus Mitchell (44) in De Haan op 23 mei 1996. Eerst kwam hij nog terug op de vele oplichtingszaken waarin Jean-Claude Lacote en, soms, Hilde Van Acker betrokken waren.

“U geeft toe dat u in die periode leefde van oplichtingen en dat u met dat geld een leven leidde zoals James Bond, met een mooie Ferrari, een Porsche en mooie appartementen?”, vroeg de voorzitter. “Ja, dat klopt. Maar die Ferrari, dat was een impulsaankoop. Mijn jeugd beleven die ik zelf nooit beleefd heb. Ik heb er nooit mee gereden, ik verzamelde die. Ze interesseerden me eigenlijk niet. Soms belde een verkoper dat er al maanden een auto op mij stond te wachten in de garage”, vertelde hij.

Dat alle oplichtingszaken hem 210 miljoen Belgische frank opgeleverd moeten hebben, wou Jean-Claude Lacote niet gezegd hebben. “Ik denk niet dat het zoveel was. En ik heb altijd alles terugbetaald of mijn straf uitgezeten. Sindsdien is mijn leven altijd eerlijk verlopen”, vertelde hij.

100.000 dollar

Over zijn vermeende aandeel in de moord op Marcus Mitchell was Jean-Claude Lacote duidelijk. “Als ik gelogen heb in dit dossier, was het om oplichtingszaken toe te dekken. Over Marcus ben ik altijd duidelijk en eerlijk geweest: ik kende hem, hij moest me nog geld en ik heb hem ontmoet in Knokke. Maar ik heb hem niet vermoord. We leerden elkaar kennen in Belgrado. Ik was daar in opdracht van de Duitse inlichtingendiensten en deed me voor als iemand die helikopters wou kopen. Marcus kocht er vliegtuigen, maar hij had geld te kort. Ik leende hem dan 100.000 dollar. Zo kon ik toenadering zoeken en meer informatie verzamelen. Duitsland was bang dat er plutonium zou verhandeld worden en in handen van terroristen zou komen”, klonk het.

Nachtkijkers

Nog later reisden Jean-Claude Lacote en Hilde Van Acker slachtoffer Marcus Mitchell achterna naar Tunesië. “Marcus deed er een deal over nachtkijkers, maar hij kon ze niet leveren. Zijn contactpersonen, Libiërs, waren daar heel kwaad om. Eén van hen heette Ali. Ik heb Marcus aangeraden om zo snel mogelijk het land te verlaten. Zelf ben ik met Hilde na een paar uren in Tunesië al teruggevlogen naar Europa. Zo gaat het in die wereld: als je niet levert, zijn daar gevolgen aan”, vertelde Jean-Claude Lacote.

Op 21 mei 1996 zag hij Marcus Mitchell terug. “Ik voerde hem van Le Touquet naar Antwerpen. Daags nadien is hij met de trein naar Knokke gegaan. Ik ben op 23 mei bij Marcus op bezoek geweest in zijn huurappartement in Knokke, tussen 19 en 20 uur. Ik ben die dag maar één keer in Knokke geweest. Meer herinner ik me niet. U mag dat verdacht vinden maar het zou pas verdacht zijn mocht ik me wel nog alles herinneren van wat ik 25 jaar geleden gezegd en gedaan hebben”, klonk het.

Geen gps

In het appartement, op de dag van de moord, was Jean-Claude Lacote dus in Knokke, op het appartement van Marcus Mitchell. “Die Ali, van in Tunesië, was daar ook. Ik heb Marcus aangeraden om die transactie zo snel mogelijk af te werken”, zei Jean-Claude Lacote. Om 20.11 uur belde Jean-Claude met zijn gsm, gecapteerd onder de mast in Oostende. Die mast dekt ook de plaats-delict in De Haan.

“Als je van Knokke naar Antwerpen wil rijden, dan rij je niet langs Oostende”, merkte voorzitter Bart Meganck op. “Mijn vliegtuig stond vaak in Oostende. Ik lette ook niet goed op want ik was aan het bellen. Hilde reed altijd in België want ik begreep hier niets van de wegen. Kortom, ik ben gewoon verkeerd gereden. In die tijd hadden we nog geen gps’en”, zei Jean-Claude Lacote.

“Dat is toch wel een vervelende vergissing”, merkte voorzitter Meganck op. “Ik ken deze regio niet. Als ik een moord had willen verbergen, zou ik niet zo eerlijk zijn over de plaatsen waar ik allemaal geweest ben. De resultaten van het gsm-onderzoek kwamen pas twee jaar na de moord, ik had dat allemaal al verteld in 1996”, antwoordde Jean-Claude Lacote. Dat hij op de dag van de feiten een pistool, kaliber 9 millimeter, kocht van een politie-informant, ontkende hij. “Dat is niet waar. Die man werkte eigenlijk voor mij. Maar hij liegt”, klonk het.

Meermaals benadrukte voorzitter Bart Meganck dat het voor de jury allesbehalve eenvoudig is om alle details in het hele verhaal te kennen. “Zij hebben alleen de akte van beschuldiging gekregen en zijn dus niet ‘mee’, zoals het hof en de advocaten”, klonk het. Beschuldigde Jean-Claude Lacote pikte daar gretig op in. “Klopt. En in die akte staan dan nog eens zoveel fouten. Ik heb ze sinds oktober 2020 in het Frans. Elke woensdag heb ik ze gelezen in de gevangenis en ik heb er fout na fout na fout uit gehaald.

Het verhoor wordt nu gepauzeerd. Na de middagpauze komt Hilde Van Acker nog aan het woord.

Lees hier meer over dit assisenproces.