Assisen ‘Duivelskoppel’: “Het was een moeizaam onderzoek” (oud-speurders)
Op het assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57), die terechtstaan voor moord op de Brit Marcus Mitchell (44) in De Haan in 1996, zijn de getuigenissen van de leden van het voormalige speurdersteam afgerond. “In zijn cel lag een hitlist met twee namen van Belgische politiemensen op”, getuigden ze.
Na de middagpauze hernam oud-speurder Willy Devestele zijn uiteenzetting. Hij benadrukte nogmaals dat slachtoffer Marcus Mitchell niet wist dat hij door oplichterskoppel Lacote en Van Acker misbruikt werd als onwetende stroman. Het onderzoek verliep moeizaam, zei Devestel. “Door het internationale karakter ervan. Duits gsm-nummers, bankrekeningen in diverse landen, noem maar op… Telkens moesten we toelating krijgen van de buitenlandse autoriteiten. Ook de toenmalige advocaat van Jean-Claude Lacote, Pierre Chevalier, stak stokken in de wielen onder andere door een lasterlijke brief over mij naar het parket te sturen”, vertelde Willy Devestel.
Hitlist
Ook de Zuid-Afrikaanse advocaten van Lacote deden volgens Devestel lastig toen ze op internationale rogatoire opdracht gingen naar Pretoria, in Zuid-Afrika. “Hij zei boudweg dat hij niet wou meewerken en dat hij verwees naar zijn verklaringen die hij al afgelegd had. Die buitenlandse opdracht bleef daardoor zonder resultaat”, klonk het.
In Zuid-Afrika deed de politie nog een opmerkelijke vondst. “In de cel van Lacote, waar hij opgesloten zat voor zijn betrokkenheid in de gijzeling van een minderjarige, is een papier gevonden met daarop zeven namen van mensen die uit de weg moesten geruimd worden. Een zogenaamde hitlist. Daarop stonden namen van slachtoffers uit Ierland, Frankrijk, Zuid-Afrika en twee Belgische politiemensen ( waaronder Willy Devestel zelf, LK ). Er stond ook telkens bij hoe de slachtoffers vermoord moesten worden”, getuigde Willy Devestel.
Zijn collega’s Pierre Verroens en Albert Van De Walle brachten vervolgens een powerpointpresentatie van de misdrijfanalyse die ze maakten. Zij stelden onder andere drie tijdslijnen op voor de fatale dag van 23 mei 1996: één voor slachtoffer Marcus Mitchell en ook voor elk van de beschuldigden een tijdslijn. Belangrijk daarbij waren de gegevens van het gsm-onderzoek. Deze zaak was de eerste waarbij de federale gerechtelijke politie van Brugge gebruik maakte van telefonie-onderzoek. Daaruit bleek dat Marcus Mitchell al om 8.47 uur telefoon van kreeg Jean-Claude Lacote terwijl hij op de trein zat van Antwerpen naar Knokke. Lacote zelf was toen nog in Antwerpen.
Politie-informant
Vanaf 10 uur tot ’s avonds verliepen alle telefoontjes vanop het toestel van Mitchell via de mast van Knokke. Jean-Claude Lacote blijkt volgens de telefonie al in de namiddag naar Knokke gereden te zijn, waar hij om 15.15 uur al weer weg is onderweg naar Charleroi. Daar kocht hij volgens het onderzoek een wapen van een politie-informant. “Het slachtoffer heeft de hele dag zitten wachten op Jean-Claude Lacote die zijn geld zou terugbrengen. Hij heeft met bijna niemand anders gebeld. Dat zegt genoeg”, aldus de oud-speurder.
Problematisch gedrag als puber
Dinsdagavond gaf de politie nog toelichting bij het moraliteitsonderzoek van alle betrokkenen. Als kind van een Fransman en een Ivoriaanse verhuisde de beschuldigde op vijfjarige leeftijd naar zijn grootmoeder in het Franse Mont-de-Marsan. Patrick Denolf legde uit dat Lacote als puber problematisch gedrag begon te stellen.
“Alle kinderen Lacote hebben blijkbaar gedragsproblemen door een gebrek aan affectie van de ouders.” De speurders baseerden zich ook op de bevindingen van de gerechtspsychiater toen Lacote in 1992 in Zuid-Frankrijk in de gevangenis zat. Tijdens dat onderzoek beweerde de beschuldigde dat hij al bij allerhande feiten betrokken was geweest, zoals uraniumtrafiek en een poging tot staatsgreep. Zijn Afrikaanse roots wilde hij liefst verbergen. “Hij verdringt zijn afkomst door zich voor te doen als een machtig personage.”Gevaar zag de psychiater niet, tenzij hij zijn levenswijze zou dreigen te verliezen. Uit het moraliteitsonderzoek bleek ook dat Lacote in Frankrijk, België, Engeland en Duitsland met justitie in aanraking kwam. In totaal zou hij met oplichterspraktijken 200 miljoen BElgische frank verdiend hebben. “Hij is er overal zonder veel kleerscheuren vanaf gekomen, enkel in Dax heeft hij een tijdje in de gevangenis gezeten.”
Ook in het onderzoek naar de moord op Mitchell was Lacote snel op vrije voeten. “Die beslissing van de KI heeft ervoor gezorgd dat we hier 25 jaar later allemaal samen gezellig bij elkaar zitten”, stelde Denolf.
Luxewagens en privéjet
Hilde Van Acker is afkomstig uit Sint-Niklaas en had een normale jeugd. Na haar huwelijk met een bioloog verhuisde ze voor zijn werk naar Madagascar. Daar ontmoette ze Lacote, maar het werd pas een relatie toen ze beiden terug in België waren.
“Ze hadden geen regulier inkomen, maar reisden wel de wereld rond, hadden luxewagens en een privéjet”, schetste de getuige hun luxueuze leven. Uit het onderzoek bleek ook dat de familie Van Acker niet achter de relatie met Lacote stond.Goedgelovig zakenmanMarcus Mitchell werd ten slotte omschreven als een wat goedgelovige zakenman. “De financiële problemen waren in het gezin nooit ver weg, maar uiteindelijk had hij altijd het beste voor met zijn vrouw en zijn kinderen.”
Volgens Denolf zat hij diep in de schulden, waardoor hij nog vatbaarder was voor een gewiekste oplichter zoals Lacote. “Uit het dossier is alleszins niet gebleken dat hij een wapenhandelaar was. Slachtoffers en politiediensten criminaliseren maakt gewoon deel uit van de modus operandi van Jean-Claude Lacote.”
De verdediging heeft heel wat vragen voor de onderzoekers, waardoor dat werd uitgesteld naar woensdagochtend. Twee getuigen van woensdagochtend werden naar donderdagnamiddag verschoven. Het is immers al duidelijk dat heel wat Engelse en Duitse getuigen donderdag niet zullen opdagen.
Volg hier alles over het assisenproces
Duivelskoppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier