Assisen ‘Duivelskoppel’: verdediging neemt speurders drie uur op de korrel
Op het assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57), die terechtstaan voor moord op de Brit Marcus Mitchell (44) in De Haan in 1996, hebben de advocaten van de verdediging het voormalige speurdersteam drie uur lang op de korrel genomen. “U hebt uw beroepsgeheim meermaals geschonden”, klonk het.
s
Nadat gisteren (dinsdag) oud-commissaris Willy Devestel en zijn team een hele dag lang een uiteenzetting hielden over hoe het onderzoek tegen het ‘Duivelskoppel’ gevoerd werd, was het deze voormiddag aan de advocaten van de verdediging om hen vragen te stellen. Vooraf hadden Filip De Reuse en Bram Casier – die optreden voor Jean-Claude Lacote – en Kris Vincke – die Hilde Van Acker bijstaat – aangekondigd dat dit ‘vuurwerk’ zou geven. “Ik heb dat ook in de pers gelezen, maar ik zou toch willen aandringen om de vragen kort en neutraal te houden. Anders zullen ze via mij moeten gesteld worden”, waarschuwde voorzitter Bart Meganck.
Bedreigingen
Eerst kregen de advocaten van de burgerlijke partij, de nabestaanden van Marcus Mitchell, de kans om vragen te stellen. “Bent u ooit bedreigd geweest?”, vroegen ze Willy Devestel. Die bevestigde. “Ik heb in 1999 bedreigingen ontvangen van Jean-Claude Lacote. Hij belde me in juni plots op in mijn kantoor. De maanden voordien kreeg ik ’s nachts thuis telefoontjes, waarbij ik alleen muziek hoorde. Geen stem, niets. Plots belde hij me dan op kantoor en zei hij dat hij voor mijn woning stond. Hij zei dat ik me moest verwachten aan iets ernstigs. Ik nam dat heel serieus. Mijn medewerkers zijn direct naar daar gereden. Ik vroeg me altijd af hoe het komt dat hij mijn adres kende, maar zijn toenmalige advocaat (Pierre Chevalier, LK.) woont op nog geen kilometer van mij”, vertelde Willy Devestel. Achteraf bleek dat Jean-Claude Lacote op het moment van de telefoontjes niet in België was, maar in Amerika verbleef.
Procureur Yves Segaert-Vanden Bussche stelde de speurders nog een vraag over de robotfoto. “Men vermoedt dat de persoon op de robotfoto een pruik droeg. Er is een zwarte pruik teruggevonden in het appartement van de beschuldigden in Londen. Hoe zou mevrouw Van Acker die pruik tussen 23 mei, dag van de moord, en 28 mei, dag waarop ze gearresteerd zijn, in Londen gekregen hebben?”, vroeg hij. “Dat is eigenlijk nooit onderzocht geweest, men heeft ons dat nooit gevraagd”, antwoordde Willy Devestel.
Voorzitter Meganck besloot die vraag dan maar te stellen aan Hilde Van Acker maar hij kwam van een kale reis terug. “Dat is 25 jaar geleden, ik weet niet meer wat ik in die dagen allemaal gedaan heb. Het kan zijn dat ik nog in Londen ben geweest, maar dan zal dat geweest zijn om kleren op te halen. Als je mij vandaag vraagt wat ik gisteren deed, zal ik het nog kunnen zeggen maar niet meer van zo lang geleden. Vroeger leefde ik ook een ander leven. Naar Londen gaan met het vliegtuig, dat was hetzelfde als naar Antwerpen of Charleroi vliegen”, klonk het antwoord.
Wapenhandelaar
Daarna trok Filip De Reuse, advocaat van Jean-Claude Lacote, van leer. “U hebt Marcus Mitchell hier een naïeve zakenman genoemd, die niets met wapenhandel te maken had. U weet dat Marcus’ eigen zoon verklaard heeft dat zijn vader meermaals naar Sarajevo vloog om er gps-systemen aan het Servische leger te verkopen?”, vroeg hij. “Dat is een verhoor van de Engelsen, ik heb dat niet afgenomen”, verweerde Willy Devestel zich.
“U weet dat Marcus’ weduwe zelf verklaard heeft dat Marcus, nog voor hij Jean-Claude kende, al geschaduwd en achtervolgd werd?”, bleef De Reuse aandringen. “Zij heeft dat gezegd, inderdaad”, bevestigde Devestel. “U weet dat onderzoeksrechter Denolf hier maandagavond onomwonden heeft gezegd dat Marcus Mitchell zelf ook een oplichter en een wapenhandelaar was?”, wierp meester De Reuse hem voor de voeten. “Ik weet niet waar de onderzoeksrechter dat haalt. Hij zat ook niet zo lang in dat onderzoek”, kaatste Willy Devestel de bal terug.
Filip De Reuse ging verder. “U hebt hier gisteren een getuigenverklaring bijna integraal voorgelezen. Eén stuk hebt u niet verteld: het feit dat Marcus Mitchell bij een ex-werkgever diefstal zou gepleegd hebben. Bewust?”, vroeg hij. “Neen. Er is zoveel te vertellen in dat dossier. Ik heb dat niet bewust gedaan”, klonk het. “Er zitten kopieën van het pilotenlogboek in het dossier, maar het logboek zelf zit er niet in. Het is ook niet teruggegeven. Waar is dat naartoe?”, vroeg De Reuse. “Ik weet daar niets van”, zei Willy Devestel.
“U zegt dat het water aan het eiland Wight altijd stroomt in de richting van Lymington (waar de papieren van het slachtoffer in een plastic zak werden teruggevonden, LK). Kent u het wereldwijde fenomeen van eb en vloed?”, vroeg meester De Reuse ietwat sarcastisch. “Wie zou dat niet kennen?”, scheepte Willy Devestel hem af. “Het zou dan toch heel dom zijn van meneer Lacote om die papieren daar in het water te gooien, wetende dat ze zouden aanspoelen?”, bleef De Reuse aandringen. “Ik kan daar niet op antwoorden”, blokte Willy Devestel hem af. “De man die de zak gevonden heeft, situeert de vindplaats op het vasteland. Niet op het strand. Is die zak dan van het strand tot op het vasteland gesprongen?”, vroeg De Reuse retorisch.
Geheime verslagen
“Weet u wat Jean-Claude Lacote gedaan heeft toen hij hoorde dat Marcus Mitchell dood was? Hij heeft contact opgenomen met zijn overste bij de BOB ( Bewakings- en opsporingsbrigade, een voormalige politiedienst in België, red. ) om een verklaring af te leggen. Maar hij mocht niet!”, wierp De Reuse hem voor de voeten.
“Dat klopt”, moest Devestel bekennen. “In het geheim verslag van de BOB staat dat ze op 23 mei nog contact hadden met Marcus Mitchell, via de telefoon op zijn thuisnummer. In Engeland dus”, stelde De Reuse. Willy Devestel reageerde verbaasd. “Dat kan niet. Mitchell zat toen aan de kust in België”, klonk het. “Inderdaad. Een zoveelste aspect dat niet klopt in de geheime verslagen van de BOB”, vulde De Reuse handig aan.
“Klopt het dat er nog iemand is geweest die de persoon gezien heeft die op de bewuste avond Marcus Mitchell heeft zien wandelen in de Lippenslaan en waar een robotfoto van gemaakt is?”, vroeg De Reuse. Speurder Henk Valcke antwoordde. “Ik heb dat achteraf gelezen in het verhoor van de immomakelaarster. Die man, haar conciërge, is inderdaad nooit verhoord geweest. Maar hij heeft meteen gezegd dat hij niets nuttigs toe te voegen had”, klonk het.
Daarop haalde Filip De Reuse de robotfoto boven. “Lijkt Jean-Claude Lacote daarop?”, vroeg hij. Het hele speurdersteam knikte van niet. Daarop haalde De Reuse een foto boven Ilhame Tekin, de man die het wapen zou geleverd hebben. “Lijkt de robotfoto hier niet op?”, vroeg hij. De gelijkenissen waren inderdaad opvallend, maar het speurdersteam reageerde niet.
Meester De Reuse hekelde toen de interviews die Willy Devestel recent gaf, onder andere aan De Krant Van West-Vlaanderen. “U hebt een interview gegeven in De Krant Van West-Vlaanderen, vindt u dat correct? U heeft daar uw beroepsgeheim geschonden”, wierp Filip De Reuse hem voor de voeten. “Die journalist kende het dossier door en door. Ik heb alleen maar bevestigd wat hij al wist. Als journalisten mij vragen stellen, wat moet ik dan doen? U moet hier mijn proces niet maken!”, reageerde Willy Devestel als door een wesp gestoken.
“Mijn cliënt zegt dat hij verschillende keren agressief behandeld is geweest tijdens verhoren”, zei De Reuse. “Ik had in 1996 al 32 onberispelijke dienstjaren achter de rug. Ik ben overal bekend bij politie en parket en ik heb die mensen altijd met het grootste respect verhoord”, reageerde Willy Devestel. “In het dossier zit een stuk waarin u de onderzoeksrechter vraagt om meneer Lacote ‘met enige dwang’ te mogen verhoren. Wat bedoelde u daarmee?”, vroeg De Reuse. “Hij wou niet uit zijn cel komen en ik wou hem daartoe verplichten, meer was dat niet”, zei Devestel. “De onderzoeksrechter heeft het u geweigerd om enige dwang te gebruiken, en terecht”, stelde De Reuse. “Ik ga daar niet op antwoorden”, antwoordde Devestel enigszins misnoegd.
Geen tap
De Reuse nam daarop misdrijfanalist Pierre Verroens op de korrel. Die bracht gisteren een overzicht van de telefonie en een tijdslijn per hoofdrolspeler in het dossier. Daarbij vulde hij onder andere in wat er volgens hem tijdens die telefoongesprekken gezegd werd, terwijl de gesprekken niet afgeluisterd werden. “Hoe kan u weten wat de inhoud van die gesprekken is?”, wou Filip De Reuse weten.
“Ik probeerde aan te tonen wat het verband zou kunnen zijn tussen al die telefoontjes. Een opbouw waar je niet kan naast kijken”, zei de speurder. “Een opbouw in úw ogen! Een hypothese. U weet van geen enkel telefoongesprek de inhoud”, zei De Reuse.
Zijn medepleiter Bram Casier nam over. “U leidt uit de duur van een telefoontje tussen Lacote en Van Acker allerlei dingen af. Maar als ik maar kort met mijn vrouw bel dan betekent dat niet wij ruzie hebben. Bij u wel?”, vroeg hij. “Dat er korte en lange telefoontjes elkaar opvolgden, is in dit dossier wel belangrijk. Het toont een verband aan”, hield speurder Verroens vol.
Ook meester Casier had nog een paar vragen voor hoofdspeurder Willy Devestel. Advocaat Casier reed speurder Devestel meerdere keren vast. “U weet dat Marcus Mitchell al een rekening in Zwitserland had in 1995?”, vroeg hij. “Neen”, klonk het antwoord. “Toch wel, want u heeft het zelf onderzocht. Het zit in het dossier. U hebt er Mitchells weduwe zelfs over verhoord. Zij zei dat Marcus het deed om een vriend te helpen om belastingen te ontduiken. U blijft volhouden dat Marcus een brave, naïeve zakenman was?”, vroeg meester Casier. “Ik kan maar afgaan op wat de mensen vertellen in verhoren”, antwoordde Willy Devestel.
Volgens meester Casier haalde Marcus Mitchell op een bepaald moment 17 miljoen Belgische frank cash af, afkomstig van de Duitser Werner Kiefer die opgelicht werd. “In de agenda van Marcus stond er dat hij op 23 mei 1996 een ‘meeting’ had met Werner Kiefer. Vindt u dat niet verdacht?”, vroeg Bram Casier. “Men heeft mij nooit gevraagd om dat te onderzoeken”, zei Willy Devestel.
“Weet u wie de laatste persoon is die Marcus Mitchell levend heeft gezien?”, vroeg Bram Casier. “Jim Beaton (de co-piloot van Jean-Claude Lacote, LK) zegt dat hij hem op 24 mei in de vroege ochtend nog gezien heeft. Hij zei dat hij met een blauwe Jaguar reed”, antwoordde Willy Devestel. Men gaat er nochtans vanuit dat de moord op 23 mei gepleegd werd. “U weet dat Kiefer een blauwe Jaguar had?”, wierp meester Casier op. “Ja, maar de politie in Engeland zei mij al dat ze twijfelden aan het waarheidsgehalte van de verklaring van Jim Beaton”, antwoordde Willy Devestel.
De voorzitter wou daarop het woord geven aan Kris Vincke, die optreedt voor Hilde Van Acker. “Ik heb zeker een uur vragen”, antwoordde die. De voorzitter maakte misbaar. “Dat is niet ernstig”, klonk het, waarop hij de zitting schorste voor de middagpauze. Daarna komt meester Vincke aan het woord.
Duivelskoppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier