Hoe een gestolen spandoek olie op het Bengaals vuur gooide: de achtergrond van het supportersgeweld in Brugge

Het moment waarop de vete tussen de harde kernen van Club en Cercle Brugge escaleerde. De harde kern van Cercle Brugge had een spandoek van North Fanatics uit een berghok gestolen, waarop die zich revancheerde en de officiële vlag van Bruggias afnam. Die werd verscheurd en in brand gestoken in tribune, waarop ook het doek van North Fanatics in vuur opging. © KURT DESPLENTER Belga
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

De twee jongste Brugse derby’s zijn telkens uitgemond in zware rellen buiten het stadion. In februari kwam het tot een groot gevecht in een café op ’t Zand, in november bestormde een groep Club-hooligans een frituur waar binnen enkele leden van de harde kern van Cercle zaten. Vanwaar komt die heropflakkering van het Brugse hooliganisme? Hoe ziet de huidige scène van harde kernen in Brugge eruit? En wat kunnen de eersteklassers er tegen doen? De achtergrond achter de burenstrijd in vijf vragen en antwoorden.

Neen, hooliganisme is niet nieuw in Brugge. En daarvoor hoeven we heus niet ver terug te gaan in de tijd. Denk maar aan de zware rellen in 2017 na de thuiswedstrijd tegen het net naar de hoogste afdeling gestegen Antwerp, waarbij er heel wat schade viel aan woningen, winkels en voertuigen. Samen met de toen nog bevriende hooligans van ADO Den Haag werd onder meer het autootje van een invalide schoenmaker omvergeduwd en in brand gestoken en raakten twaalf agenten gewond, waarbij zelfs iemand een gebroken kaak opliep. Iets eerder, in 2015, was er de ongemeen harde raid van leden van Bruges Youth op supporters van Napoli op de Eiermarkt. Of denk ook aan de vele verhalen van East-Side, die dertig jaar lang een van ‘s lands beruchtste supporterskernen was. Nieuw is dat nu ook het ‘kleine en brave’ Cercle Brugge een ultragroep heeft en dat het gebruikelijk gejen rond een derby plaats heeft gemaakt voor gewelddadige confrontaties. De Brugse derby wordt voortaan door de ordediensten als een ‘risicomatch’ beschouwd.

Harde kernen komen en gaan. Sommige doven uit, imploderen of moeten ophouden te bestaan, terwijl er ook geregeld nieuwe initiatieven genomen worden. Voor wat wij harde kernen – de meest fanatieke supporters – noemen, gebruiken Club en Cercle Brugge liever het minder beladen woord sfeergroep, omdat niet elk collectief gewelddadig is.

Wat ze allemaal gemeen hebben, is een afkeer van de media. In hun ogen berichten we enkel over het negatieve van harde kernen en hebben we geen kennis of feeling met de subcultuur. In hun leefwereld heerst er ook een omerta, waarbij er duidelijk angst is om te spreken of iets te veel te vertellen. We probeerden alle harde kernen – zowel de groep als leden individueel, al dan niet anoniem – te spreken, maar telkens was het vriendelijke maar kordate antwoord: “Geen interesse.”

Club Brugge erkent zelf drie sfeergroepen met wie het in contact staat. De grootste en hevigste is North Fanatics, die in 2013 ontstond toen enkele jongeren de toen heersende Blue Army te braaf vonden. De groep telt ongeveer 210 leden, vooral twintigers en jonge dertigers uit heel Vlaanderen, en groepeert zich in het stadion in de Noord-tribune beneden, net achter het doel. Het omschrijft zichzelf als een casual ultra-groep en heeft de ambitie om tijdens wedstrijden haast negentig minuten lang te zingen en te springen. De groep is zot van pyrotechnisch materiaal (beter bekend als Bengaals vuur, dat op de markt ongeveer 7 euro per rookstok kost, red.) en enkele leden kregen al straffen voor inbreuken op de Voetbalwet. Elk jaar proberen ze, alleen of met andere groepen, met een een tiental bravere sfeeracties – zoals tifo’s (tribunegrote aanmoediging, red.) of bandieri (opgespannen spandoeken tussen twee stokken in de tribune, red.) – uit te pakken. Beelden van de acties worden lustig gedeeld op sociale media, om likes en aanzien te krijgen van de wereldwijde ultrascène.

VAK 313, opgericht in 2016, bestaat uit een 130-tal twintigers en dertigers, dat verspreid beneden in de Oost-tribune zit. Het kiest voor old school support, aanleunend bij de Engelse scène. Ze zingen niet de hele wedstrijd door, maar reageren op wat er op het veld gebeurt: een te wilde tackle, een doelman die tijd rekt, een beslissing van een scheidsrechter… Ze zitten in dezelfde zone van de legendarische East-Side, en dat is niet toevallig. Enkele kinderen en zelfs kleinkinderen van de East-Side zijn nu lid van VAK 313. Generaties diehardfans samen, dus. VAK 313 en East-Side, die zelf niet meer zo prominent in beeld is, durven wel nog eens hard uit de hoek te komen, maar dan vooral bij Europese verplaatsingen. Ook VAK 313 probeert elk seizoen een tiental acties op poten te zetten, de ene al groter dan de andere.

Nieuw van vorig jaar is de sfeergroep Bruges Loyals. Dit zijn oud-leden van Blue Army, die zich nu groeperen in de Noord-tribune boven. Samen met Club Brugge hebben ze recent hun hoek in het stadion versierd met graffiti en ze deden al één grote tifo-actie, op Standard. Het is nog onduidelijk hoe groot deze nieuwe groep is en wat ervan verwacht mag worden. Velen hopen dat dit zal uitgroeien tot de nieuwe Blue Army.

Deze verschillende sfeergroepen en generaties bij Club Brugge zitten niet steeds op dezelfde golflengte over de manier van supporteren. Waar VAK 313 en Bruges Loyals aanleunen bij de Engelse scène, niet zo zot zijn van pyro en reageren op wat er op het veld gebeurt, is North Fanatics een ultragroep pur sang, die haast 90 minuten lang zingt en springt, met een capo/aanvoerder vooraan en wel houdt van rook en vuur. Er worden momenteel allerlei initiatieven genomen om de groepen naar elkaar te doen toegroeien, maar dat blijkt niet zo evident. Onder meer Blue Army-pionier Geert De Cang probeert te bemiddelen tussen hen.

Enkele kinderen en zelfs kleinkinderen van East-Side zijn nu lid van VAK 313

Niet erkend als sfeergroep door Club Brugge, maar wel een harde kern – én neem dat maar heel letterlijk – , is Bruges Youth. Het is een zeer gewelddadige groep, waarover weinig bekend is en waarmee Club Brugge zelf geen contact heeft. De groep is zeer actief bij buitenlandse verplaatsingen en vertegenwoordigt Club Brugge ook bij free fights. Dat zijn georganiseerde gevechten op afgelegen plaatsen, zoals parkings of bossen. Foto’s van de kampen worden gedeeld op sociale media, waarbij de gezichten telkens met doodskop-emoji’s onherkenbaar worden gemaakt.

Bij die confrontaties komen ze soms Cheeky Green Boys tegen, een harde kern/sfeergroep van Cercle. Cheeky Green Boys, opgericht in 2016, staat bekend als een anarchistisch en hevige ultragroep. De grootte van de bende wordt geschat tussen 40 en 100 jongemannen, vooral jonge twintigers uit de Brugse regio, waarvan een deel als gewelddadig wordt beschouwd. Ze dragen dezelfde kleding – zwarte trui, blauwe jeansbroek en witte sneakers -, gaan samen fitnessen en enkele leden nemen deel aan free fights.

Bij de laatste bekende free fightderby tegen Bruges Youth, in mei 2020, trok blauw-zwart aan het langste eind. Van die gevechten worden in beperkte en afgesloten groepen de resultaten en het klassement bijgehouden. In de pikorde van de Benelux stond Club Brugge in 2022 op plek 25, drie plaatsen hoger dan Cercle Brugge.

De eerste keer dat Cheeky Green Boys van zich liet spreken is de fel beladen kampioenenmatch in 2018 tegen Beerschot Wilrijk. Na het behalen van de titel bestormden jongeren het veld en trokken provocerend naar het bezoekende vak. In totaal werden toen 23 supporters van Cercle gestraft, waarbij er in totaal 355 maanden, of meer dan 29 jaar, aan stadionverboden werden uitgesproken. Tot dan ongezien bij Cercle.

Naast Cheeky Green Boys heb je bij groen-zwart ook nog VAK 213. De twee zijn aparte groepen, maar hebben wel veel raakvlakken. Ze voerden samen protest na de overname door Monaco en het uitblijven van de resultaten, sloegen de handen in elkaar om samen een herdenkingsmonument te poetsen, zitten samen in hetzelfde vak de Noord-tribune en organiseren samen busverplaatsingen. VAK 213 werd opgericht in 2015 en had initieel als doel om alle supporters uit de Noord te groeperen. Het groeide de laatste jaren uit tot een eigen sfeergroep. Door de vrouwelijke leden is deze groep veel zachter en staat het niet bekend als gewelddadig.

Het geweld na de jongste twee derby’s is voor het grootste deel terug te brengen tot een vijandschap tussen North Fanatics en Cheeky Green Boys. Het zijn soortgelijke groepen, die zich in de ultrascène bevinden. Naast de natuurlijke rivaliteit tussen de twee kampen in Brugge, zijn de kernleden van North Fanatics – die puur in aantal veel sterker staan – en Cheeky Green Boys geen onbekenden voor elkaar. “Een twaalftal individuen kent elkaar uit het nachtleven”, zegt een insider. “Ze sturen elkaar berichten, belagen en bedreigen elkaar. Pas op, we kennen je broer, wordt soms dreigend gestuurd. Ze komen elkaar geregeld tegen, hun uitvalbasissen liggen in vogelvlucht op enkele honderden meters van elkaar. Dat maakt het zeer intens. Als je miserie hebt met een hooligan uit pakweg Genk, dan zal je die in Brugge niet te snel tegen het lijf lopen. Dat is in deze wel anders…”

In Brugge ben je blauw-zwart of groen-zwart. En naast de traditionele strijd om de eer, heeft de Brugse derby de laatste jaren – omdat Club het iets minder én Cercle iets beter doet – ook aan sportief belang gewonnen. Dat doet de emoties extra oplaaien.

Twee weken voor de burenstrijd van september 2019 konden de North Fanatics de officiële vlag van Bruggias, ook een harde kern van Cercle Brugge, roven. Volgens de ongeschreven code onder de ultra’s betekent dat meteen het einde van de groep.
Twee weken voor de burenstrijd van september 2019 konden de North Fanatics de officiële vlag van Bruggias, ook een harde kern van Cercle Brugge, roven. Volgens de ongeschreven code onder de ultra’s betekent dat meteen het einde van de groep. © gf

Maar dan is er ook nog het vlaggenincident tussen North Fanatics en Cheeky Green Boys, dat de rivaliteit deed escaleren. Daarvoor moeten we terug naar naar 2017. Uit een niet of slecht afgesloten opbergruimte in het Jan Breydelstadion namen leden van de harde kern van Cercle Brugge een spandoek mee van North Fanatics. “Als souvenir”, klonk het. Een reactie bleef niet uit. Twee weken voor de burenstrijd van september 2019 konden de North Fanatics de officiële vlag van Bruggias, ook een harde kern van Cercle Brugge, roven. Volgens de ongeschreven code onder de ultra’s betekent dat meteen het einde van de groep. Onder die naam mag nooit meer geopereerd worden, het is de ultieme nederlaag.

Toen de spelers bij de derby van september 2019 het veld opliepen, staken leden van de North Fanatics hun buit vanuit het bezoekende vak ondersteboven omhoog, waarna die werd verscheurd en in stukjes in brand werd gestoken. “Jullie vriendjes hebben de rekening gekregen… Tot nooit meer. Jullie mogen opdoeken!” luidde de boodschap op sociale media. Als reactie daarop staken leden van de Cheeky Green Boys de gestolen NF13-bache in brand. “To end with a blast”, verduidelijkte Bruggias het in een slotboodschap op sociale media.

Bij die brandstichting van de NF-vlag in de Noord-tribune raakten 17 zitjes beschadigd. De persoon die met een vuurpijl de bache in brand stak, een toen 18-jarige Bruggeling en lid van de Cheeky Green Boys, werd daarvoor veroordeeld tot 80 uur werkstraf en 2 jaar stadionverbod. Voor al vier eerdere inbreuken op de Voetbalwet had hij meteen na de feiten al 18 maanden stadionverbod en een boete van 750 euro gekregen.

Club en Cercle Brugge hebben een intern reglement, waarbij ze bij inbreuken een buitengerechtelijk stadionverbod kunnen uitvaardigen. Dat is enkel voor incidenten ín het stadion, al heeft Club Brugge ook ooit een stadionverbod gegeven aan iemand die racistische bagger over Faris Haroun op het internet spuide. Buiten het stadion hebben de eersteklassers in theorie geen enkel vat op de onruststokers. Het enige wat ze dan kunnen doen is medewerking aan de politie verlenen.

Om incidenten in het stadion te vermijden – een thuisploeg is steeds verantwoordelijk voor de veiligheid -, proberen de eersteklassers een zo goed mogelijke relatie met hun sfeergroepen te onderhouden. Zowel Club als Cercle Brugge hebben beiden een Supporter Liaison Officer (SLO), een spreekbuis met de fans. Ze overleggen ook op regelmatige basis met hun harde kernen. Bij Club Brugge is dit telkens met de drie erkende groepen samen, bij Cercle met de groeperingen samen, apart als met de leden afzonderlijk.

Bij die samenkomsten wordt vooral bekeken hoe de eersteklassers hun sfeergroepen kunnen helpen. Dat gaat over het verlenen van toestemmingen, het logistiek ondersteunen van acties tot zelfs het toelaten van verkoopstandjes in het stadion om geld in het laatje van de sfeergroepen te brengen. Er wordt ook samen naar alternatieven voor pyro gezocht, zoals het gebruik van vlaggetjes of confettikanonnen. Het is niet ongebruikelijk dat er een gentlemen’s agreement wordt gemaakt, waarbij de eersteklasser een hele actie belooft te bekostigen als de harde kern geen pyrotechnisch materiaal in het stadion binnensmokkelt.

Die communicatie blijkt te werken, want behalve het afsteken van pyro zijn er in het Jan Breydelstadion weinig zware incidenten. In tegenstelling tot bij andere eersteklassers moeten er in Brugge zelden wedstrijden worden stilgelegd door wangedrag of omdat er spullen op het veld worden gegooid.

Naar de buitenwereld toe zijn Club en Cercle Brugge heel voorzichtig in hun communicatie over hun harde kernen en eventuele incidenten. Niet alleen schaden zulke calamiteiten hun merken, maar ze beseffen ook dat in die harde kernen ook hun trouwste fans zijn, die zeker in groep macht hebben. Geen speler, trainer of bestuurder kan het halen als de harde kern zich groepeert. Die houd je dus beter te vriend en ga je niet openlijk afvallen.