Eén jaar detentiehuis in Kortrijk: “Hier worden gedetineerden als echte mensen behandeld”

Bart is een van de 27 huidige bewoners van het detentiecentrum. “Het heeft me deugd gedaan om naar hier te komen.” © Kurt Desplenter Foto Kurt
Nancy Boerjan

In de gebouwen van voormalig woonzorgcentrum Lichtendal in Kortrijk opende precies een jaar geleden het eerste detentiehuis van ons land. Tijd om de balans op te maken, en die is volgens directeur Els Deloof en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) positief. “Gedetineerden worden hier echt als mens behandeld.”

Een detentiehuis is een kleinschalige inrichting waar veroordeelden met een gevangenisstraf van hoogstens drie jaar hun straf uitzitten. Ze hebben er meer bewegingsvrijheid en zelfstandigheid dan in een gewone gevangenis, al blijven ook hier de buitendeuren gesloten en bewaakt. In het detentiehuis kunnen de gedetineerden wel vrij bewegen. Ze kunnen deelnemen aan activiteiten, leren vaardigheden om hun leven opnieuw op de rails te krijgen en worden wegwijs gemaakt in het aanbod aan hulpverlening op diverse vlakken.

Het systeem is bedoeld om de overbevolking in de gevangenissen tegen te gaan, maar vooral ook om mensen die minder zware feiten pleegden vlotter te re-integreren in de maatschappij. In ons land staan 15 detentiehuizen op de agenda, waarvan er vandaag twee operatief zijn: sinds 12 september 2022 in Kortrijk en sinds juni in Vorst. Dit najaar en komend voorjaar worden in Zelzate, Ninove en Olen nog drie detentiehuizen geopend en deze maand worden nog twee nieuwe locaties bekendgemaakt.

Motivatie

Vandaag moet wie veroordeeld is tot een straf van een half tot drie jaar zich aanmelden in de gevangenis. Daarna beslist een strafuitvoeringsrechter op basis van het reclasseringsdossier – heb je werk, een woonplaats, enige stabiliteit… – of die persoon onder elektronisch toezicht wordt gesteld. Veroordeelden voor wie dat niet het geval is, blijven in de gevangenis.

Delphine Vanhaelemeesch en Els Deloof: “Gedetineerden krijgen hier tools aangereikt om een nieuwe start te maken.”
Delphine Vanhaelemeesch en Els Deloof: “Gedetineerden krijgen hier tools aangereikt om een nieuwe start te maken.” © Foto Kurt

Voldoende motivatie om aan hun reclassering te werken, is daarbij van doorslaggevend belang. “Voorheen werden die kortgestraften een stuk minder intensief begeleid. In een detentiehuis is dat helemaal anders is”, weet Delphine Vanhaelemeesch, beleidscoördinator bij Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden (HDG) van het Agentschap Justitie en Handhaving. “Hier krijgen ze tools aangereikt om een nieuwe start te maken. Het gaat vaak om mensen die de weg niet weten te vinden naar ondersteuning, veelal ook niet kunnen terugvallen op een stabiel sociaal netwerk. Wij leren hen dat dat niet uit de lucht komt vallen. We gaan hen dus allerminst pamperen, wel ondersteunen. Ze moeten bijvoorbeeld zelf op zoek naar vacatures, wij helpen waar nodig. Ze krijgen meer vrijheid – binnen de muren – én verantwoordelijkheid. Ze worden als mens behandeld, in een rustige en open sfeer, en ze appreciëren dat enorm.”

Interactie

Het is maatwerk, en dat vraagt voldoende personeel. “Door de samenwerkingen die we hebben opgebouwd, kunnen we dat goed opvangen”, meent Els Deloof, directeur van het detentiehuis. “Er is een grote interactie met de buitenwereld, vandaar ook het belang van de uitgaansvergunningen: gedetineerden krijgen voor welbepaalde situaties – op werkvlak, voor begeleiding, maar ook voor sport of een culturele uitstap – toelating om naar buiten te gaan onder strikte voorwaarden. Want precies die interactie zullen ze ook moeten waarmaken zodra ze weer in vrijheid zijn. We botsen wel op de lange wachtlijsten op diverse vlakken in de maatschappij: voor betaalbare woningen, mentale zorgen, drugstrajecten… Daar blokkeert onze werking soms op.”

“Met de buurt worden zelfs workshops opgezet. Dat zegt genoeg” – Vincent Van Quickenborne, Minister van Justitie

Ook volgens minister van Justitie Vincent Van Quickenborne is het Kortrijkse detentiehuis een duidelijke meerwaarde. “De inbedding in het sociaal en stedelijk weefsel is na een jaar erg sterk”, stelt hij. “Er zijn goeie contacten met het OCMW, CAW en het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, Hogeschool Vives heeft er stagiairs… Bedrijven nemen dan weer proactief contact op om vacatures ingevuld te krijgen. Bewoners vinden een job als magazijnier of gaan aan de slag in de vleessector of horeca.”

Twee bewoners in de grote leefruimte.
Twee bewoners in de grote leefruimte. © Foto Kurt

De aanvankelijke argwaan bij de buurt is volgens de minister volledig weggeëbd. “Toen de plannen bekendgemaakt werden, rees er protest. Dit zou een drugshol worden, hoorden we onder andere. De realiteit is net het omgekeerde. Buren leven in harmonie met het detentiehuis. Er worden zelfs gemeenschappelijke workshops georganiseerd. Dat zegt genoeg.” (Nancy Boerjan & Philippe Verhaest)

Gedetineerde: “Job gevonden dankzij detentiehuis”

Bewoner Bart* (28) werd tot drie jaar cel veroordeeld voor smaad, weerspannigheid en informaticabedrog. Die straf zat hij uit in de gevangenis in Mechelen. “Maar mijn ouders wonen aan de kust en ook mijn reclassering is op West-Vlaanderen gericht, daarom kreeg ik de kans om naar het detentiehuis in Kortrijk te komen”, vertelt hij. Bart kende het principe van een detentiehuis niet. “Maar ik was al in de gevangenis tot het besef gekomen dat ik mij wilde herpakken en maakte dat duidelijk aan de begeleiders waar ik maar kon. Daarom stelden ze me dit voor.” Hij start eerstdaags aan een opleiding bij een kunststoffenbedrijf in Kortrijk, waarna hij ergens anders aan de slag kan. “Ik heb die job zelf gevonden, met de steun van mijn begeleiders weliswaar.” Hij voelt bewondering voor het project, zegt hij: “Het heeft me deugd gedaan om van de beslotenheid van de gevangenis naar hier te komen, waar letterlijk en figuurlijk meer openheid is.”

*Bart is een schuilnaam