Een 54-jarige Oostendenaar is in de Brugse rechtbank vrijgesproken voor de drugsdood van zijn vriendin. Een koude douche voor de nabestaanden, die de zaak als gifmoord door het assisenhof behandeld wilden zien.
Op 13 september 2016 trof de moeder van het slachtoffer het levenloze lichaam van haar dochter aan in haar appartement in Oostende. Naast haar lag een gebruikte spuit en onderzoek wees uit dat de 30-jarige vrouw in de nacht van 11 op 12 september drie keer de dodelijke hoeveelheid cocaïne had binnengekregen. Twee maanden later werd A.H., de 54-jarige vriend van het slachtoffer, aangehouden. Hij was de avond van de feiten bij het slachtoffer geweest en zijn DNA zat op de spuit.
Bekend aan celmaat
Volgens de advocaten van de nabestaanden zette A.H. het fatale shot om zijn vriendin van kant te maken. Ze wilden de zaak dan ook als gifmoord behandeld zien door het hof van assisen. “Hij bekende aan zijn celmaat dat hij het fatale shot plaatste”, pleitte advocaat Frederiek Wauters. “Zijn motief was duidelijk: hij was verliefd op haar en kon niet verkroppen dat ze bij hem zou weggaan.”
Maar het parket oordeelde dat het oogmerk om te doden niet is aangetoond en vroeg een zware effectieve celstraf voor het verschaffen en toedienen van de drugs. De verdediging ging voluit voor de vrijspraak. “Mijn cliënt is op 11 september rond 22 uur uit het appartement vertrokken nadat hij de relatie met het slachtoffer beëindigd had”, pleitte meester Jesse Van den Broeck. “Het is niet bewezen dat de spuit die bij haar lag de dood veroorzaakte. In de vuilnisbak zat nog een tweede spuit, waarin het DNA van het slachtoffer zat.”
Zes maanden cel
Volgens de verdediging viel zelfdoding niet uit te sluiten en werd een spoor naar een mogelijke andere dader onvoldoende onderzocht. De rechter volgde die stelling en oordeelde dat het niet is uitgesloten dat het slachtoffer zelf de cocaïne had aangeschaft en ingebracht. Hij veroordeelde A.H. wel tot zes maanden cel wegens bezit van speed. (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier