Leven tussen de deadlines: “Vroeg of laat zijn we allemaal boomers”

Onze columnist bewondert als ‘boomer’ de liedjes van Burt Bacharach. © gf
Jan Devriese

Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.

Wij waren, met enig gevoel voor overdrijving, de jongsten in de zaal. (Op het podium stonden wij niet, tot ieders opluchting.) Die zaal zat meer dan vol: voor zover wij van beneden konden zien, waren ook de roodfluwelen zitjes op het balkon op de derde verdieping flink bezet. En dat voor een bonte avond rond de liedjes van een dode Amerikaan die vooral vijftig, zestig jaar geleden populair waren. Dan kun je van een succes spreken, qua opkomst. Goed gedaan, boomers.

De liedjes van Burt Bacharach hebben iets dat ze onweerstaanbaar maakt

Het was alweer veel te lang geleden dat ik nog eens in de Brugse Stadsschouwburg was geweest. Je kijkt toch telkens weer je ogen uit, in die bonbonnière. Ongeveer alles wat je niet in je huis wil, is daar op overdadige wijze bijeengebracht. Je stapt een tijdcapsule binnen: ziedaar wat men honderdvijftig jaar geleden het summum van stijl en schoonheid vond. Dat heeft een ontwapenende charme, ook al omdat je weet dat je verblijf er zeer tijdelijk is. Je houdt het dus probleemloos vol. Het draagt ook bij aan de lichte vorm van betovering die een theaterbezoek bij voorkeur teweegbrengt: je bent even weg van het alledaagse, van het banale, van de sleur. Je bent even elders, op een plek waar men louter aan de kunsten denkt. Noem het luxe.

Mensen die zich dag in, dag uit om de kunsten bekommeren en er een broodwinning uit proberen te puren, zullen het met die omschrijving niet eens zijn. Voor hen zijn de kunsten geen luxe, maar noodzaak. Zij gooien zich op hun instrument, hun doek, hun toetsenbord, hun laspost, hun podium omdat ze niet anders kunnen. Omdat ze enkel zo kunnen leven, overleven. Omdat ze de alomtegenwoordige lelijkheid en leugen slechts kunnen doorstaan als ze schoonheid en waarachtigheid proberen te scheppen en daarin af en toe slagen.

Boomers zijn op zo’n moment van het gevoel, niet van de techniek: zij vinden die liedjes gewoon ontroerend

Burt Bacharach is daarin geslaagd, met grootste onderscheiding en een kus van de juffrouw en een bank vooruit. Zijn liedjes hebben iets wat ze onweerstaanbaar maakt. Wat precies, dat kan ik niet benoemen. Musicologen kunnen dat wel. Zij zullen die liedjes haarfijn ontleden en grijnzend wijzen op de truken van de foor die die dekselse Burt heeft gebruikt om de luisteraar in zijn netten te strikken. Dat is leuk voor die musicologen, maar boomers zal dat worst wezen. Boomers zijn op zo’n moment van het gevoel, niet van de techniek. Zij vinden die liedjes ontroerend en neuriën soms een stukje mee, tussen glimlach en traan in, terugdenkend aan de jaren van de onschuld, toen ze alle fouten in hun leven nog moesten maken.

Vroeg of laat zijn we allemaal boomers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier