Tom Eerebout stylet de wereldsterren: “Ik doe me nooit anders voor, dat is mijn charme”
Op zijn palmares staan: stylist van Lady Gaga, Kylie Minogue, onze eigen Hooverphonic én de prestigieuze ‘meest invloedrijke stylist’-prijs van de Hollywood Reporter. Maar Tom Eerebout is zoveel meer dan iemand die sterren doet fonkelen. Hij is een kunstenaar, in brein en gebaren, die weet wat de juiste kledij met iemand kan doen. Hoe stof en stijl een impact hebben. Een jongeman die de hoofdrol speelt in zijn eigen sprookje. Van de kantine op de camping in Bredene tot wereldberoemd in Hollywood.
De roze pluimenjurk op de première van de film A Star Is Born, de baljurk die ze droeg op de inauguratie van Joe Biden. Het zijn maar twee recente voorbeelden van imposante outfits van Lady Gaga met de stempel Tom Eerebout. De man die haar al meer dan tien jaar mag aankleden. Recent deed hij een indrukwekkende shoot met Willy Vanderperre voor V Magazine en dichter bij huis ken je hem van de Swarovski-jurk van Geike op het Eurovisiesongfestival, de look van Sylvie Kreusch in haar laatste videoclip Wild Love en de styling van sopraan Elise Caluwaerts in de kortfilm A Heritage Reborn van het Belgische modelabel Scapa. Zijn invloed op hoe de sterren er vandaag op de rode loper, het podium en de bijhorende feestjes uitzien is onmiskenbaar. “Ik ben moeilijk om te herinneren, maar onmogelijk te vergeten”. Het is zijn lijfzin. Als je Lady Gaga na één vluchtige ontmoeting al inpalmt, zal er wel iets van aan zijn.
Hij komt de studio binnen met een outfit of drie, een beetje gejaagd, want hij zat een uur vast in het verkeer, maar helemaal klaar voor de shoot. “Kan ik een pientje krijgen?”, vraagt hij terwijl hij zijn hemd tot onderaan zijn getatoeëerde bast losknoopt. De Belgische kust en haar accent stromen nog door deze man van de wereld. Die, in normale toestanden, zijn tijd verdeelt tussen Londen, Normandië en Los Angeles. En Bredene, waar zijn mama en oma nog wonen. Het afgelopen jaar resideerde hij voornamelijk in Antwerpen. Het is vrijdag, hij kreeg net een telefoontje dat hem richting Hollywood sommeert op zondag. Gaga heeft hem een halfuur nodig. Ik vraag hem hoe het reizen ging de afgelopen maanden.
“Zonder problemen, ik heb een baas met nogal wat invloed.” Hij grijnst. Het is de manier waarop Tom communiceert. Rechtuit en haarscherp. Met een minzame kronkel rond de lippen. Dan twijfel je een nanoseconde en weet je dat het altijd om te lachen is. Tom is eerder introvert, maar als hij iets zegt, verstilt de rest. Fotograaf Damon stelt zijn constructie op, klikt de lampen aan en we zijn klaar voor actie. Voor iemand die meestal in de coulissen van de showbizz vertoeft is Tom ook een natuurtalent voor de lens. Aanwijzingen voor de juiste pose, blik of het vallen van zijn wijde mouwen heeft hij niet nodig. Hij weet hoe de dingen pakken op beeld.
Tussendoor krijgen we informatie, niet voor publicatie, over de tattoos op zijn handen en nipt hij van zijn blikje Jupiler. Voor sappige roddels over Gaga of het wereldje ben je bij Tom niet aan het juiste adres. “Ja, ik sprong ooit bij haar in de douche. Ze is mijn vriendin maar ook mijn baas. That’s it. Alsof ik dirt over haar zou vertellen. Bovendien, ik ben blij dat het eens over iets anders kan gaan.”
Voor iemand die vliegtuigen neemt zoals wij de trein, hoe ben jij het afgelopen anderhalf jaar doorgekomen?
“Tijdens de eerste lockdown zijn mijn man en ik naar Antwerpen gekomen. Ik wilde dicht bij mijn familie zijn in een situatie zoals deze. Gelukkig moest ik daardoor niet stoppen met werken. Samen met Sylvie (Kreusch, red.), een van mijn beste vriendinnen, zijn we ook twee maanden naar ons huis in Frankrijk getrokken. Zij heeft er aan haar muziek geschreven, ik heb boeken gelezen. We hebben kampvuren gemaakt en onder het licht van de maan gedanst. Heerlijk. Ik heb al vaker met haar samengewerkt, maar nu was er tijd om echt iets te doen. Ik heb mij laten leiden door allerlei lokale en vooral verschillende projecten. Niet dat Gaga niet inspirerend is, maar de afwisseling om eens iets helemaal anders te doen, voedt mij. Het was fijn mijn netwerk hier ook eens aan te spreken.”
Lady Gaga kleden of een klein Belgisch project uitwerken, je doet het allemaal even graag?
“Absoluut. Vrijheid en dialoog zijn het belangrijkste in mijn werk. In Los Angeles werk ik altijd in duo met mijn partner Sandra Amador en is de machine rond iemand als Gaga groter, maar alles is teamwerk. Hier in België voor Hooverphonic of Sylvie en wereldwijd voor Gaga, Roisín Murphy, Kylie of indiepopprinses Banks.”
Jouw palmares bevat inderdaad een erg brede waaier aan verschillende klanten, hoe kies jij de projecten waar je voor gaat?
“Het gaat er vooral om wat past op het moment. Is er een kleinere artiest waarin ik geloof of die ik goed vind? Is het interessant? Zowel visueel als muzikaal. En vooral, heb ik een klik met die mens.”
Hoe komt een jongen van Bredene in de persoonlijke teams van de wereldtop terecht?
“Ik ben opgegroeid in Bredene en op camping Kosmos in Westende, met een zus en twee broers. Mijn mama is campingverantwoordelijke, verpleegster, schoonheidsspecialiste en nog dertien andere dingen geweest, mijn vader werkte bij Toerisme Vlaanderen. Ze hebben altijd veel gewerkt en zijn vroeg uit elkaar gegaan. Mijn mama heeft een artistieke kant, schildert en boetseert, mijn vader nam me vroeger mee naar veilingen. Zelf kwam ik in het kso in Brugge en daarna in Antwerpen terecht waar ik fotografie ben gaan studeren. Uiteindelijk ben ik door gezworven naar Amsterdam en heb er Joost (Vandebrug, zijn man en fotograaf, red.) leren kennen. Samen zijn we naar Londen verhuisd, waar de bal aan het rollen is gegaan. Ik heb lang en veel onbetaald werk gedaan om een netwerk op te bouwen. Ik werkte er als assistent bij de voormalige stylist van Lady Gaga. Na enkele maanden heb ik haar ontmoet. Toen ik de kamer binnenkwam, zei ze ‘och jij bent nieuw’. Ik heb mezelf voorgesteld en moet blijven plakken zijn.” (lacht)
Ik ben best een stille gast. Maar doordat ik uit Europa kom, vinden ze me in Amerika exotisch en val ik toch op
Gelukkig maar, want toen je meer dan tien jaar geleden nog op zoek was naar een roeping en je vader het onderwijs suggereerde, liet je onmiddellijk je handen vol tatoeëren. Zodat die optie alvast van de baan was. Ben je nog altijd zo radicaal of intussen een beetje gekalmeerd?
“De jobstoppers. (lacht) Het is een verhaal dat al even meegaat. Ik ben gewoon impulsief. Op een goede manier. Ik ga nooit iemand anders pijn doen. Maar ik duik al eens met mijn hoofd vooruit in de dingen. Ook in jobs. Het heeft me gebracht waar ik vandaag ben. Iets waar mijn ouders me altijd in gesteund hebben.”
In 2019 wonnen jullie de prijs voor de meest invloedrijke stylisten in Hollywood, wat doet dat met een mens?
“We waren er uiteraard heel blij mee. Op dat moment begonnen we nog maar net als zelfstandig duo. We stonden dus nooit eerder op de lijst, en belandden dan onmiddellijk op nummer 1. Op het diner van de uitreiking waren we zo zenuwachtig dat we eerst niet naar binnen durfden. Het verandert niet hoe we werken, maar zo’n prijs is best heftig. Belangrijke mensen nemen je serieuzer en het opent deuren. Dit pakken ze ons nooit meer af.”
Een Hollywoodstylist roept het clichébeeld op van een nerveuze ietwat schreeuwerige dramaqueen.
“Dat is ook vaak zo. Ik ben best een stille gast. Eerder introvert. Dat is niet eenvoudig in Amerika. Maar doordat ik uit Europa kom, vinden ze me exotisch en val ik toch op. Dat past eigenlijk wel bij mij. Eenmaal je met me gesproken hebt, me even de tijd gegeven hebt, maak ik snel een diepere connectie. Ik doe me nooit anders voor dan ik ben. Ik ben er zeker van dat dat mijn charme is. Dat is het stukje Vlaming, West-Vlaming, dat in me huist.”
Mode is fantasie, inspiratie ligt overal op de loer. Dries Van Noten vindt die in de poëzie van zijn bloementuin, Raf Simons vaker in het rauwe van de ravecultuur. In welk hoekje van de natuur of cultuur vind jij ze?
“Boeken, kunst, muziek. Mijn stijl ligt in het barokke. De renaissance. Doe mij maar Modigliani of Caravaggio. Of van die werken waarop heel veel gebeurt. Waarop je, indien je goed kijkt, in de linkerhoek iemand opgepeuzeld ziet worden door een leeuw. Muzikaal heb ik een zwak voor Sylvie Kreusch, Tori Amos, Stevie Nicks en PJ Harvey. Voor opera en klassieke muziek. Maar inspiratie ligt ook in mijn jeugd en de dingen die ik toen heb gezien. Mensen die ik op straat tegenkom. Inspiratie zit overal. Ik zie een jurk en er popt een herinnering in mijn hoofd. Daar baseer ik dan de rest op.”
En dan, hoe gaat alles in zijn werk?
“Alles begint bij research. Dan duik ik in de boeken. Hoe kan ik wat maken, wie kan meewerken? Wat is het DNA van het land waarin we ons bevinden? Wie is die persoon? Alles is geconnecteerd. Het doel van mijn werk is niet om iemand te veranderen, maar net om iemand op zijn gemak te stellen. Mensen mogen zich niet verliezen in een outfit of performance, het moet het beste in hen naar boven halen. Zo creëer je samen nieuwe dingen met een twist en verval je niet in kopieën.”
Door in de tuin te werken, bezig te zijn met kruiden en mijn voeten in het gras te duwen, ben ik mezelf gaan ontdekken
Dat amalgaam van invloeden, hoe vertaalt zich dat in een stijl voor jezelf? In één typische Tom Eerebout-stijl.
“Voor mezelf noem ik het rock bohemien. Alsof ik een achttiende-eeuwse aristocraat ben die een grand tour maakt in Italië. Of ergens neergevlijd op een luipaardvelletje lurkt aan een opiumpijp in het negentiende-eeuwse Venetië. Het is een beetje gotisch en witchy. Toch ook tijdloos. Zelf hou ik van vintage en van Vaccarello (de Belg Anthony Vaccarello, red.). En ik ben ook grote fan van de bohemien vibe van de Londense stylisten Alister Mackie en Katy England, die ik enkele jaren heb geassisteerd.”
Alsof je stante pede een film in wordt gekatapulteerd. Aan visuele fantasie geen gebrek. Zien we dat ook in jouw interieur?
“Och ja, wij leven in een vampierennest. Alle meubels zijn antiek, van brocantezaken of van de kringloopwinkel. Alles heeft al een leven geleid voor het in ons herenhuis verzeilde. Ook onze boerderij in Normandië is zestiende-eeuws. We hebben een grote donkere bibliotheek en tegen de muren hangen werken van mijn man en Ken Currie, een Schotse artiest die duister gereformeerde schilderkunst maakt.”
Er zit best wel wat contradictie in jou. Je schippert van het heftige en flitsende Hollywood naar een verstild en duister Normandië.
“Ik vind rust waar Joost en onze drie hondjes zijn. In ons huis in Frankrijk, zomer of winter, voor de kachel met een goed boek. In 2015 heb ik een zware depressie gehad. Mijn lichaam gaf het signaal ‘nu is het genoeg’ en stopte. Door in de tuin te werken, bezig te zijn met kruiden en mijn voeten in het gras te duwen, ben ik mezelf gaan ontdekken en ben ik erdoor geraakt. Een goede tip, geleerd van Martha Stewart: drink elke ochtend een seldersapje met de schil van een limoen en een appeltje. Sta om vijf uur op en lees de krant, geef de beestjes eten en zet ‘s avonds je telefoon af. Ook naar klassieke muziek, het geluid van de droogtrommel en de regen en de donder luisteren helpt.”
Heb je er nooit aan gedacht onder jouw naam mode of accessoires te ontwerpen?
“Ik hou er meer van om te cureren dan te ontwerpen. Net zoals bij de jurk van Geike. Ik zeg wat ik wil, anderen tekenen en voeren uit. Collabs en capsulecollecties zijn meer mijn ding. Het zijn intense samenwerkingen, waar ik niet permanent aan vastzit.”
Wat brengt de nabije toekomst nu we die pandemie ons leven niet meer totaal laten beheersen?
“Ik lanceer twee zonnebrillen met het Belgische brillenmerk Komono. De eerste, het model ‘M’, dat Gaga eerder al in primeur droeg, komt 16 september uit. Het tweede model ergens in maart volgend jaar. In november komt er een nieuwe ring uit bij BARE Jewelry, een jong Antwerps merk waar ik eerder mee samenwerkte. Een zilveren exemplaar met diamanten. Voor een instapprijs. Diamanten zijn geen edelstenen waar jonge mensen – begrijpelijk aan denken wanneer ze een juweel zoeken. Diamanten bij een nieuwe doelgroep brengen vond ik een fijn idee. Er komt ook een nieuwe film uit met Gaga. Daaraan zijn dan weer een hoop events en rode lopers verbonden. Sylvie heeft ook een nieuwe plaat uit en ik kleed ook de Subs wanneer die in het Sportpaleis spelen…”
Opnieuw de jachtigheid in dus, alsof er nooit iets gebeurd is?
“Toch niet. Ik ben opnieuw van Antwerpen gaan houden. Het is een fijne en inspirerende stad. Er is zoveel talent. Op muzikaal en op modevlak. De musea, de architectuur, de galeries. Iedereen naar wie ik opkijk zit hier. De sfeer is anders. Mensen doen zoveel, maar ze pakken er veel minder mee uit, vergeleken met in Amerika. Hier doet het er niet toe wat je doet. En in de verre toekomst droom ik ervan een dierenasiel te openen, boer te zijn in Normandië, zeep en kaarsen te maken en een wellnesslijn op te starten.”
Maar eerst het vliegtuig op naar Lady Gaga.
Wie is Tom Eerebout?
– Tom Eerebout (32) is geboren in Bredene.
– Woont samen met zijn vriend en fotograaf Joost Vandebrug en hun drie hondjes in Antwerpen, Londen en Normandië.
– Is samen met zijn partner Sandra Amador de vaste huisstylist van Lady Gaga, hij doet het intussen meer dan 10 jaar.
– Kleedde eerder ook Kylie Minogue, Hooverphonic en Sylvie Kreusch.
– Won in 2019 de prijs voor meest invloedrijke stylist in Hollywood.
– Brengt – morgen en in maart – twee zonnebrillen uit in samenwerking met Komono.
3 x favoriet
– Luisa Casati, een Italiaanse muze en patrones van de kunsten, die bekend stond om haar imposante gemaskerde bals in het Europa van het begin van de twintigste eeuw. Ze doet me denken aan Gaga, haar expressie, die outfits, de kunst. Gaga is een echte artperformer en een fantastische zangeres.
– Oscar Wildes werk intrigeert me mateloos. Ik zou in zijn hoofd willen kruipen.
– Paloma Picasso, juwelenontwerpster en dochter van, is een vrouw die ongetwijfeld verhalen kan vertellen waar ik de hele avond naar wil luisteren.
Interview
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier