Tessa Wullaert: “Ik mag toch zeggen dat ik de beste wil zijn?”

Tessa Wullaert. © PD
Nancy Boerjan

In haar nek heeft voetbalster Tessa Wullaert een doordenkertje laten tatoeëren: een bijtje met daaronder ‘yourself”. Be yourself is dan ook het enige advies dat ze anderen wil geven. “Het is leuk als meisjes me komen zeggen dat ze mij als voorbeeld zien, maar voetballen moeten ze in de eerste plaats voor zichzelf doen. Net als ik.”

Tessa Wullaert zegt zich niet veel te herinneren uit haar jeugd die ze van het prilste begin in Wielsbeke doorbracht. Er zijn een paar beelden blijven hangen. “Toen ik zes was bouwden mijn ouders een eigen huis, mama was zwanger van mijn broer, ik zie nog voor me hoe ik toen door dat huis in aanbouw rolschaatste.” Maar verder lijkt haar jeugd haar vooral een zee van zorgeloosheid. “Ik ging naar school en voetbalde. Veel studeren hoefde niet, ik was een rappe. Maar ik was wél een strever, ik wilde de eerste zijn. In de klas ging het altijd tussen mij en een ander meisje, als ik dan tweede eindigde deed ik er alles aan om de volgende keer de eerste te zijn.” Tessa glimlacht er niet eens bij, ze meent het. Net zo op het schoolplein waar ze voetbalde met de jongens: vriendschappelijk nochtans, maar Tessa wilde winnen.

Wie is Tessa Wullaert?

Tessa Wullaert (26) groeide op in Wielsbeke. Ze is de dochter van Franky Wullaert en Joke Derweduwen en heeft twee broers, Jarne (20) en Bram (13). Ze heeft een relatie met Mathias Deveugele (27).

Ze voetbalt sinds haar vijfde, eerst bij FC Wakken, later bij Ingelmunster, Sporting West Harelbeke, DVC Zuid-West-Vlaanderen, Dames Zultse VV, RSC Anderlecht en Standard Fémina.

In 2015 tekende ze een contract van twee jaar bij het Duitse VfL Wolfsburg; sinds 2018 voetbalt ze bij Manchester City WFC. Ze speelt ook voor het nationale vrouwenelftal de Red Flames.

Begin dit jaar behaalde ze haar tweede Gouden Schoen.

Amper vijf jaar jong trapte ze al mee tegen de bal. Even volgde ze dansles, maar dat werd niks. “Ik heb weinig ritme in mijn lijf. Maar ik hou er ook niet van dat alle blikken op mij gericht zijn.” Zegt de vrouw die in afgeladen stadions voetbalt. “Ja, maar daar zit ik dan in mijn comfortzone. Bij het dansen voelde ik me bekeken. Zo lukt het me ook niet om voor een groot publiek te spreken. Tenzij het over voetbal gaat. Maar misschien speelde het ook wel mee dat ik niet de béste danser kon zijn.” Nu lacht ze wel.

Tessa’s balgevoel bleef niet onopgemerkt. FC Wakken haalde haar en een ander meisje binnen, ze hoefden nog geen aparte kleedkamer. Opa zette haar na school op de keukentafel, knoopte haar schoenen dicht en bracht haar naar de club. Ook een van de weinige herinneringen die zijn blijven plakken. Als er geen training was, speelde ze mee met de jongens in de wijk. Geen van hen die haar van het veld keek, “ik was gewoon beter dan de meesten van hen én had toen al een grote mond”. En bij gebrek aan jongens trapte ze de bal thuis tegen de muur. Omdat ze dat leuk vond. Tessa dacht niet aan later.

“Mathias en ik zien elkaar niet dikwijls. Zo’n relatie vraagt veel vertrouwen, maar die is er van beide kanten.”© PD

Dat heet dan ‘weten wat je wil’?

“Ik heb altijd goed geweten wat ik wil. Maar voetbal zag ik toen zeker niet als een toekomst. Het was iets wat ik graag deed, voetbal betekende plezier maken. Toen ik in Kortrijk toerisme ging studeren besloot ik me op die studies te focussen. Ik geraakte vlot door het eerste jaar en toen begon het me te dagen dat voetbal en studies elkaar niet uitsloten. Ik trok naar Anderlecht maar die ploeg lag me niet. Voetbal moest voor mij in de eerste plaats leuk blijven, en daar haperde het. Standard had mij al eerder gevraagd en tot dan toe hield ik die boot af, de club is op twee uur rijden van Sint-Baafs-Vijve. Maar mijn ouders wilden me steunen en dus trok ik elke dag naar Standard. Een zotte tijd als ik er nu op terugkijk, maar het was wat ik wilde doen. Het heeft geen dag als een opoffering gevoeld.”

School en voetbal, ik deed gewoon niks anders

“Maar tijdens de stagemaanden die ik voor mijn studies deed, merkte ik dat de combinatie van werken en voetbal zwaar is. Ik was moe op mijn werk door de trainingen en moe op training door mijn werk. Dat hield ik niet vol. Samen met het feit dat er interesse voor mij leefde bij buitenlandse ploegen heeft dat mij doen beslissen om voor een fulltime professionele voetbalcarrière te kiezen. Op mijn tweeëntwintigste zat ik bij Wolfsburg.”

Tessa Wullaert:
© PD

Hoe enthousiast was de rest van de familie over die keuze?

“Mijn vader voetbalde vroeger opa was zijn trainer, zo leerden mijn ouders elkaar kennen trouwens en vond het prima dat ik ook voetbalde. Mama had het er moeilijker mee dat haar vijfjarige dochter voor voetbal koos. Maar toen ze merkte hoe graag ik het deed, vielen haar bezwaren weg. Ook zij staat volledig achter me. Ze nam een dag vrij om me te helpen verhuizen naar Manchester, ik hoefde geen vinger uit te steken.” (lacht)

Sport je ook nog in je vrije tijd?

“Ik hou wel van beweging maar ik heb nu drie weken vakantie genomen en dan hoef ik niet voortdurend te sporten. Op reis was er wat tennis, beachvolleybal, yoga en we zijn één keer gaan lopen. Rustig dus. (lacht) Wat ik wel erg mis is skiën. Maar dat is ten strengste verboden sinds ik prof ben. Het risico op letsels is te groot. Eind vorig jaar nam ik deel aan de Sylvesterrun in Wielsbeke met enkele vriendinnen, resultaat: drie weken geblesseerd. Daar konden ze niet mee lachen in Manchester, al viel de reactie nog mee. In Duitsland was het me vast zwaarder aangerekend.”

Vraagt je voetballeven veel discipline?

“In die zin dat het een strak gepland leven is, ja. Maar ik ben een planner van nature, dus moeite heb ik daar niet mee. Ik moet dat plannen zelfs meer leren loslaten, want mijn vriend is net het tegengestelde. Ik heb de neiging om ook in mijn vrije tijd elk uur in te vullen terwijl hij liever laat komen wat komt.”

Het cliché dat alleen lesbiennes voetballen, klopt nog altijd voor een groot deel

“Voorts moet ik eigenlijk alleen letten op wat ik eet. Ik mag niet afvallen, dus moet ik vooral voldoende maaltijden nemen en de juiste voeding eten. Maar geloof me, het eerste wat ik doe als ik terug in het land ben is frieten eten. Elke keer.”

De jongste vijf jaar verdubbelde het aantal voetballende meisjes in ons land, maar die populariteit is recent. Heeft het damesvoetbal zijn imago van ‘sport voor potige vrouwen’ afgeschud?

“Je bedoelt sport voor lesbische vrouwen?”

Tessa Wullaert:
© PD

Dat is dan de gedachte die er naadloos op volgt.

“Het cliché klopt nog altijd. Bij Manchester speel ik voor het eerst bij een ploeg waarvan de meeste speelsters hetero zijn. Voordien was dat altijd anders. Ik heb er geen moeite mee maar het geeft inderdaad aan hoe er over vrouwenvoetbal werd gedacht.”

“Het valt me wel op dat alsmaar meer vrouwen zich ook op het veld meer als vrouw tonen. Ze zijn bezig met hun uiterlijk. Ik hou er ook van om mijn nagels te doen, het is ontspannend. “

Niet altijd winnen?

“Mijn ouders besloten twaalf jaar geleden om een pleegkind op te vangen voor een korte periode. Maar dat is dus anders gelopen: mijn broer is nog altijd bij ons. Het is intussen niet meer denkbaar dat hij er niet zou zijn. Door zijn mentale beperking voetbalt hij bij het G-team van Zulte Waregem. Zo leerde ik Special Olympics Belgium (SOB) kennen, waarvan ik nu ambassadrice ben. En graag. Het geeft me de kans om er met anderen over te praten. Mijn broer is niet zó anders, maar er zijn zaken waarmee ik rekening moet houden. Hij heeft weinig geduld. Als we bijvoorbeeld een spelletje spelen, bepaalt hij de regels. En moet ik mijn winnersmentaliteit even aan de kant schuiven…”

Ik las dat Sepp Blatter eind vorige eeuw voorstelde om vrouwen in rokjes te laten voetballen.

(blaast) “Of ze willen het veld kleiner maken, of de doelen kleiner… Stom gewoon. Dat is niet de bedoeling.”

Jij had nooit moeite met de ruwheid van het spel? Een trap of elleboogstoot is nooit veraf?

“Eigenlijk niet. Maar het heeft dan ook nooit in me gezeten om me te laten doen. Ik heb elke wedstrijd wel met iemand ruzie, en dat kan hard gaan. Ik wil winnen, ik laat me die bal níét afpakken… Maar het zit ook in mijn karakter om zo’n aanvaring meteen na de match alweer te vergeten. Het blijft echt nooit hangen, ik ben niet rancuneus.”

Hecht je voor jezelf veel belang aan ‘vrouw zijn’?

“Als meisje stond ik daar niet bij stil. Ik voelde me zeker geen meisje-meisje, eerder een van de jongens of zoiets. Met ouder worden is dat veranderd. Als ik nu uitga doe ik wel eens hakken aan, of een kleedje, omdat het prettig voelt. En ik ben gek op shoppen, ik heb veel te veel kleren.”

Ik trek me niet veel aan van kritiek, het raakt mijn ouders helaas veel meer

Maar op het veld destijds zag je de jongens niet als jóngens?

“Ik was en ben ook op dat vlak geen losbol. Ik ben nu vier jaar samen met Mathias, voordien heb ik maar één langere relatie gehad. Als ik voor iemand kies ga ik ervoor. Zelfs in een moeilijkere periode ga ik die relatie niet snel loslaten.”

Want hij woont hier en jij daar: moeilijk?

“Ik vind enorm veel steun bij Mathias, zelfs al zien we elkaar weinig. Hij heeft geprobeerd om bij mij in Manchester te komen wonen maar al na vijf weken wilde hij liever terug naar België. Hij is een gezelschapsdier, miste zijn vrienden, de feestjes die ze organiseren… Ik zit anders in elkaar. Ik mis mijn familie en thuis ook, maar ik heb dat gemis er voor over om te kunnen voetballen. Hij is dus teruggekeerd. En ja, dat doet zeer. Nog elke keer als ik terug naar Engeland keer, sta ik te huilen op de luchthaven. Maar dat betekent voor mij ook dat het nog altijd goed zit. Ik had het me anders voorgesteld, maar het is nu zo. En elke keer thuis is het weer feest.” (lacht)

“Mama is een hondenliefhebber, we hebben altijd al honden in huis. We geven ze allemaal biernamen. Onze Franse bulldog heet Omer maar over de grote konden we het niet eens worden: voor mij heet hij Chouffe, maar voor mijn ouders Vedett.”© PD

Zou je je relatie opgeven voor je carrière?

“Neen, zeker niet. Met begrip van beide kanten komen we ver, het is iets wat we leren. En wat vooral ík leer, want ik neem meer dan ik geef. Ik wéét dat. Hij geeft mij mijn vrijheid, ik heb die van hem teruggegeven. Na de nodige discussies dus. (lacht) Het vraagt veel vertrouwen in elkaar, maar dat is er bij ons allebei.”

Maar je zag jezelf al een voetbalcarrière en een eigen gezin verenigen in Manchester?

“Geen echt gezin, neen. Ik stelde me voor om als koppel samen te kunnen leven, maar kinderen hoeven we geen van beiden. Ik ben er te egoïstisch voor. Ik realiseer me te goed wat ik allemaal zou moeten opgeven om voor kinderen te zorgen, dus doe ik het niet.”

Je wordt ook dikwijls als feministisch rolmodel naar voren geschoven. Prettig of ambetant?

“Ik probeer er vooral voor te zorgen dat wat ik doe voor mezelf oké is. Ik heb veel sympathie voor vrouwen die sterk in hun schoenen staan ook. Hoed af voor iemand als Delphine Persoon. Ik ga niet bewust als rolmodel in de kijker staan, maar als meisjes me laten weten dat ze voetballen omdat ze naar mij opkijken, is dat prima. Dat kan alleen maar positief zijn voor de toekomst.”

PICKNICKVRAAGJES

Picknick aan de idyllische oevers van de Leie, naast de kerk van Sint-Baafs-Vijve waar Tessa woont:
Picknick aan de idyllische oevers van de Leie, naast de kerk van Sint-Baafs-Vijve waar Tessa woont: “Na mijn carrière kom ik terug, hier voel ik me thuis.”© PD

1) West-Vlaming: trots op?

“Toch wel, al hecht ik daar ook geen bijzonder belang aan. Ik ben in de eerste plaats mezelf en ik zeg altijd mijn mening. Wat door mijn familie en vrienden geaccepteerd wordt omdat ze mij kennen, maar in de media wel eens moeilijker ligt. Als ik zeg dat ik nog een hele reeks Gouden Schoenen wil winnen, komt er algauw commentaar. Wie denk ik wel dat ik ben? Terwijl ik vind dat ik dat mág zeggen. Meer schoenen winnen is mijn ambitie, punt. Wat niet betekent dat ik het een ander niet gun: de beste wint.”

2) West-Vlaams = bescheiden?

“Zeg maar Belgisch! Ge moet u vooral niet te goed voelen. Dat is inderdaad de mentaliteit hier. Jammer eigenlijk. Ik wil alleen maar goed zijn in wat ik doe. Ik trek me dan ook niet veel aan van zulke reacties. Mijn ouders hebben het daar moeilijker mee. Kritiek op mij raakt hen meer dan mij.”

3) Je toekomst?

“Ik kijk het liefst niet ver vooruit. Maar als ik vrij blijf van blessures zou ik graag tot mijn 35ste voetballen. Nog een paar jaar in Spanje, misschien China daarna. Dat laatste omdat je er goed geld kunt verdienen. Dan kan ik me hier allicht een eigen huis permitteren.”

4) Maar je komt terug?

“Zeker! Naar Wielsbeke zelfs, want ik voel me hier thuis. Niet om te rentenieren neen, dat zit er niet in met onze lonen. Stewardess worden lijkt me wel iets. Het sluit aan bij mijn studies toerisme en zou me de kans geven om er toch nog af en toe uit te vliegen. (lacht) Maar ik volg ook trainersschool, dat diploma komt misschien ook nog van pas.”

5) En dan ga je van de natuur langs de Leie genieten?

“Ik vind het hier prachtig, en daar kan ik van genieten. Maar ik ben nu ook niet het type dat elke zonsondergang gezien wil hebben. Op vakantie in Kreta hebben we de zon één keer zien ondergaan. Dat is genoeg.”

6) Geen romantische ziel?

“Ik kan ervan genieten, maar het hoeft niet.” Dat ze een van de meest nuchtere mensen moet zijn die ik ooit interviewde, zeg ik. “Serieus?”, krijg ik laconiek terug.