Slapeloze nachten

© Getty Images
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik ben een heel moeilijke slaper. In die mate dat ik farmacologische hulpmiddelen nodig heb omdat ik anders de hele nacht wakker lig. Als kind had ik dat ook al (dat moeilijk slapen, niet de pillenverslaving), want ik was een ‘huilbaby’.

Anno 2020 worden zulke baby’tjes uitgebreid onderzocht op reflux, allergieën en gebrekkige melatonineproductie om het overmatige huilen te kunnen verklaren en op die manier onze lievelingen te helpen. In de jaren tachtig deden ze daar nog niet aan mee en werd je gewoon bestempeld als ‘nen bleiter‘.

Toen ik wat ouder werd, en nog altijd niet kon slapen, huilde ik weliswaar niet meer maar lag ik gewoon wakker in het donker. Omdat dat op den duur nogal eentonig werd, begon ik verhaaltjes te verzinnen in mijn hoofd. Ik transformeerde mezelf van een verlegen, rossig kindje in een donkerharige vamp met een schare aan vrienden/bewonderaars. Ik reed op een stoere motor, droeg lakleren lieslaarzen en hield een tijger als huisdier (denk: Pretty Woman meets Aladin). Ik ontsnapte uit mijn roze kinderkamertje en reisde in mijn hoofd de hele wereld af: duiken in de Caraïben, de piramiden bezoeken op een kameel, croissants eten aan de voet van Montmartre of op safari in Kenia… Ik koos een bestemming uit en mijn hersenen projecteerden de mooiste beelden en wildste avonturen voor mijn geestesoog.

Deze zomer vind je mij in mijn slaapkamer met mijn ogen dicht en mijn hoofd in Australië

Nu ben ik volwassen en weet ik dat lakleren lieslaarzen geen geschikte werkkledij vormen en een tijger meer iets is voor Amerikaanse rednecks met een nektapijt. Ik vertel mezelf geen verhaaltjes meer voor het slapengaan maar slik een pil, luister naar een slaapmeditatie-podcast (Jason Stephenson is de shit) en neem in het echt een vliegtuig naar de Caraïben.

Dit jaar vrees ik echter dat ik mijn oude, beproefde tactiek nog eens zal moeten toepassen. Reizen zit er immers niet in en we zullen al blij mogen zijn als we deze zomer eens op een terrasje onder de kerktoren kunnen zitten. Deze zomer vind je mij dus in mijn slaapkamer met mijn ogen dicht en mijn hoofd in Australië. Zonder lieslaarzen maar misschien wel met een tijger. Want zit er niet een beetje Joe Exotic in elk van ons?