Sali ‘Like Me’ Haidara over musical, mindfulness en…likes

Bert Vanden Berghe

Ze zingt, danst en lééft voluit. Sali Haidara, rijzende ster van de Ketnet-hitserie #LikeMe, heeft haar moeilijke jeugd in Sint-Kruis van zich afgeschud op het podium. Ze praat voor het eerst voluit over haar passie, geloof en roots. “Racisme is echt te dom. Hoe kan je iemand haten omdat die meer pigment heeft?”

Dit voorjaar schitterde Sali Haidara als Maria in het tweede seizoen van de waanzinnig populaire muzikale jeugdserie #LikeMe. In die reeks zien we hoe universele (school)thema’s als pesten en bewijsdrang worden gebracht, doorspekt met eigentijdse versies van klassieke Nederlandse nummers. Voor Sali was de rol meteen een debuut om u tegen te zeggen én een rol die haar echt op het lijf is geschreven, want ze deelt met Maria datzelfde ongebreidelde enthousiasme en optimisme. Sali klinkt opvallend zelfbewust en volwassen voor een twintiger tegen de achtergrond van de kleurrijke streetart in Wevelgem, neemt ook geen blad voor de mond. Over Black Lives Matter en de hoofddoek van haar moeder bijvoorbeeld. In deze tijden is er meer dan ooit nood aan de stem van een sterke, jonge vrouw, die eigenlijk in geen enkel vakje wil gestopt worden. Het is dan ook geen toeval dat ze alsmaar meer weet wat ze wil: zichzelf zijn.

Toch gelooft ze niet in toeval, zegt ze, maar op het moment dat we het hebben over op de barricades staan, weerklinkt het nummer Soldiers of Love op de achtergrond. In een cruciale scène in de jongerenreeks zong ze dat nummer ook, letterlijk vanop de barricades. “Ik geloof eerder dat alles wat in je leven gebeurt een soort manifestatie is van je onderbewustzijn. Alles wat op je pad komt, trek je zelf aan, ook negatieve dingen. Sinds ik dat besef, leef ik veel geruster.”

Maar toen kwam de coronacrisis en zagen jullie de opnames voor het derde seizoen en de Sportpaleisshows naar volgend jaar uitgesteld…

“Dat was voor iedereen even echt balen. Dat is niet tof, maar ik heb geprobeerd om er het beste van te maken. Die pauzeknop indrukken was een heel raar en tegelijkertijd ook mooi gevoel. Ik heb de laatste maanden mijn ouders, broers en zussen zoveel beter leren kennen… Ik heb de laatste jaren niet veel tijd gehad om stil te staan en ook alles even te laten bezinken.”

Wat deed je nog de afgelopen periode?

“Ik heb de liefde voor sporten herontdekt (Sali deed jarenlang judo, red.). Ik begon opnieuw met lopen, zwemmen en doe nu ook krachttraining met een personal trainer. Dat doe ik ook met het oog op de shows in het Sportpaleis volgend jaar. Mijn collega’s, die al een seizoen langer meedraaien, weten uit ervaring dat het een soort marathon is, zo’n show waar je tegelijkertijd moet springen, zingen en dansen. Ik had nu toch tijd over, want door deze crisis kon ik niet afstuderen. Spelen, zingen, een voorstelling maken… dat zijn heel fysieke vakken. Maar ik kan mij aardig bezighouden. Ik werk ook aan mijn eigen muziek.”

“Ik heb tijdens de lockdown mijn familie beter leren kennen.” (Foto Christophe De Muynck)

Welke stijl van muziek wil je graag brengen?

“Dat gaat van soul, tot blues en pop. Zo van die heerlijk dramatische ballads waar je echt kan hangen in de emotie. Ik hou evenveel van acteren als van zingen, maar in dat laatste kan ik mezelf helemaal uiten. Ik plak geen termijn op mijn muziekcarrière. Ik ga op mijn gevoel af. Er zit geen plan achter en niet iedereen hoeft het ook graag te horen. Ik heb ook het geluk dat mijn broer net gestart is als producer. Zo helpt hij veel jonge, beginnende artiesten. We hebben een heel sterke connectie. Samen in de studio, dat is altijd een feestje.”

Wist je altijd al dat je wilde zingen, dansen en acteren?

“Nee. Ik heb heel lang willen lesgeven, mensen begeleiden of coachen. Mensen die uit een kwetsbare situatie komen bijvoorbeeld.

Dat is nog altijd ergens een droom. En een bed & breakfast openen! Dat wil ik écht graag doen. Maar ik weet, of voel, het pas sinds mijn zeventiende. Ik was best een moeilijk kind.”

In welke zin?

“Ik kon heel impulsief zijn, schreef als dertienjarige al gedichten waarvan ik nu denk: goh, Sali, wat voor dramaqueen was je toch. (lacht) Ik wilde weten wie ik was, wat ik hier deed.”

De betekenis van je naam verraadt het al: spiritueel intens.

“Daar kan ik echt inkomen. Ik bén dat ook. Ik ben erg bezig met die innerlijke rust door veel aan meditatie en zelfreflectie te doen. Mindfulness als het ware. Ik probeer af en toe stil te staan of mij af te vragen waarom ik precies moeite heb met iets. Maar als kind was ik echt tegendraads. Ik voelde mij altijd wat uitgesloten. Ik wás niet zozeer uitgesloten, maar ik vond het moeilijk om ergens bij te horen. Ik had altijd het gevoel dat ik raar was. Maar écht raar. (lacht) Dat vind ik nog altijd van mezelf. Ik heb soms vreemde kronkels in mijn hoofd, doe soms rare uitspraken… Het is bij mij altijd het een of het ander, alles of niets. Maar toen ik een musicalvoorstelling deed, voelde ik voor het eerst een rust over mij komen. Toen ben ik ook een musicalopleiding gaan volgen, eerst in Antwerpen, daarna in Tilburg.”

Je uitgesloten voelen en dan toch rust vinden op een podium, dat klinkt tegenstrijdig.

“Ja, maar dat is wel hét moment om te tonen wat je denkt en voelt. Het moment om er alles uit te gooien. Want eenmaal van het podium, dan begint het weer: sociale media, populariteit, groepjes vormen… Sta je op het podium, dan kijken ze naar jou en zijn ze stil. Dat moment wil ik pakken.”

Je moet ook sterk in je schoenen staan als je je debuut maakt in een serie die zo populair is.

“Ik zat toen in Nederland, dus ik had echt geen idee hoe groot het wel was. Zelfs nu moet ik nog beseffen hoe groot precies. De eerste keer dat ze om een foto vragen is wel raar, ik wist ook oprecht niet waarom. Maar de reacties, zeker van kinderen, zijn megaschattig. Toen de eerste aflevering van het tweede seizoen van #LikeMe verscheen, zag ik ook opeens het aantal volgers op mijn sociale media de lucht ingaan. Dat is wel wennen, want plots volgen veel kinderen wat je doet.”

“Racisme vind ik echt te gek voor woorden. Ik krijg het niet uitgelegd.” (Foto Christophe De Muynck)

Houdt het aantal likes je bezig?

“Op het vlak van sociale media ben ik héél slecht. Ik heb alleen Facebook en Instagram. TikTok doe ik bewust niet, want ik denk dat ik daar echt veel te veel tijd in zou steken. Maar over het algemeen voel ik me niet thuis in dat virtuele wereldje. Ik wil daar zeker geen prioriteit van maken. Natuurlijk voel ik soms die druk, maar ik probeer die los te laten. Ik ben een actrice en zangeres, geen selfiemaker. Dat is mijn job niet en ik word er ook niet gelukkig van.”

Je klinkt zo zelfzeker. Was dat ooit anders?

“Vroeger vergeleek ik heel veel. Ik was het enige kindje in de klas met een andere huidskleur. Ik heb ook met mijn gewicht geworsteld. Ik voelde dat er iets vanbinnen zat dat eruit moest. Ik heb het pas gevonden toen ik muziektheater deed.”

Maar word je dan niet geconfronteerd met die onzekerheden in een jongerenreeks die ervan bulkt?

“Ik wist dat ik een personage zou representeren dat moeite zou hebben met bepaalde zaken. Want natuurlijk mag ‘het dikke meisje niet in het cheerleadersteam’, maar ik vond dat net goed. Uit ervaring weet ik dat je je daar eigenlijk geen zorgen over hoeft te maken.

Hoe mensen reageren ligt aan hen, niet aan jou. Ik ben heel blij dat de makers van de serie iemand aan de cast hebben toegevoegd met een andere stem, een andere huidskleur en een andere maat. Ik krijg vaak berichtjes waaruit blijkt dat mijn personage echt een impact heeft.”

Vind je dat mensen met een andere huidskleur te weinig vertegenwoordigd zijn?

“Ik vind het op het vlak van diversiteit bij ons heel goed meevallen. In elk tv-programma zit wel iemand van een andere nationaliteit.

Natuurlijk is dat niet de meerderheid, maar je moet in India ook niet vreemd opkijken als er in een reeks maar één blanke passeert. Ik heb het daar soms moeilijk mee. Kijk maar naar het voorval in Blankenberge deze zomer. De relschoppers deden iets wat niet mocht. Punt. En dan worden veel mensen kwaad omdat hun afkomst ter sprake komt. Als je weet dat je geviseerd kan worden, gooi dan geen olie op het vuur. (blaast) Racisme is zo groot als je het maakt.”

“Als kind vond ik mezelf altijd raar. Nu nog altijd een beetje.” (Foto Christophe De Muynck)

Ben je er zelf vaak mee geconfronteerd geweest in het doorgaans conservatieve West-Vlaanderen?

“Nooit. Natuurlijk hoorde ik wel eens ‘hey, chocoladepudding!’, maar dan riep ik ‘vanillepudding’ terug. Ik stond daar ook niet echt bij stil. Ik vind racisme ook te dom. Eigenlijk ben ik heel empathisch en probeer ik me altijd in het standpunt van de ander te verplaatsen. Dan zoek ik naar de redenen waarom een verkrachter of moordenaar iets gedaan heeft, maar bij een racist vind ik er echt geen. Gewoon omdat iemand meer pigment heeft? Dat is toch gewoon te dom? Daarom wil ik er ook niet te veel aandacht aan besteden.”

Maar de dood van George Floyd heeft je wel geraakt, zag ik op Facebook.

“Dat heeft me echt bij de keel gegrepen. Dan zie je letterlijk dat het niet meer ‘chocoladepudding’ roepen is, maar mensen het leven ontnemen. Dat kan toch niet. (denkt na) Ik vond het heel moeilijk. Ik kon dat filmpje ook niet uitkijken.”

Voel je dan de behoefte om op de barricades te gaan staan?

“Dat vind ik een moeilijke. Soms maak je een sterker statement door geen aandacht te besteden aan racisme. Ook al omdat je weet dat het nog gaat gebeuren. Er zullen altijd mensen zijn die mensen met een andere huidskleur niet aanvaarden, die gaybashen, die de intelligentie niet hebben om hun geest te verruimen. Ik vind die protesten wel heel waardevol, en ik geloof ook heel sterk dat het antwoord ligt in de opvoeding van de kinderen.”

Een kind is niet racistisch geboren.

“Mijn broer wandelde een tijd geleden naar huis, toen een kindje naast hem stopte. ‘Mijn papa zegt dat alle bruine mensen een mes in hun zakken hebben.’ Mijn broer was efkes van zijn melk, maar legde toen uit dat dat geen waar is, dat hij lief is. Waarom zou je haat zaaien bij je kind? Zijn dat de waarden die je wil meegeven?”

Over waarden gesproken, mag ik vragen of je gelovig bent?

“Ja. Ik ben moslima, gelovig, maar niet erg praktiserend, strikt of extreem. Ik bid regelmatig en dit jaar heb ik voor het eerst in lange tijd de ramadan meegedaan. Andere jaren lag dat moeilijk, omdat je niet mag drinken overdag, en dat viel telkens in een periode waar ik veel moest zingen of dansen.”

Je mama is bekeerd, dacht ik?

“Vlak voor mijn broer werd geboren, hij is twee jaar ouder dan ik. Ze moest dat niet doen. Je mag als man perfect trouwen met een niet-moslima. Maar ze vond veel rust en troost in de islam. Vroeger had ze ook een Arabisch schooltje in Brugge. Ik was niet zozeer bezig met die teksten, maar het was wel leuk om daar andere gelijkgezinde kindjes te leren kennen. Want bij mij op school waren ze bijvoorbeeld niet vertrouwd met het Suikerfeest.”

Keken ze daar in de klas niet vreemd van op?

“Dat viel goed mee. Ik moet wel toegeven dat ik in het jaar van al die aanslagen wel vaak verzwegen heb dat ik moslima ben. Het is niet dat ik mij ervoor schaam, integendeel, maar ik ga het niet snel uit mezelf zeggen.”

Je neigt dus echt meer naar het spirituele van het geloof.

“Als je de Thora, de Bijbel en de Koran bekijkt, dan komt het allemaal op hetzelfde neer. Mijn papa zegt altijd: ‘het belangrijkste zijn de universele waarden’. Ethiek en moraliteit. Je hoeft niet gelovig te zijn om te weten dat je een ander geen pijn mag doen. Heb respect voor jezelf, voor je familie en anderen. Wie te veel de nadruk legt op de details, heeft niets begrepen van een boek als de Koran.”

Heb je daar vroeger ook tegen gerebelleerd?

“Ja. Ik was op zoek naar mezelf. Omdat ik het niet begreep ook. Met ouder te worden en rust te vinden, is dat veranderd. Als er een discussie is over hoofddoeken, of over Zwarte Piet, dan begrijp ik dat niet goed. Mijn mama draagt wel een hoofddoek, is zo West-Vlaams als iets en toch krijgt ze soms een middelvinger. Maar we kunnen wel vriendelijk zijn tegen moslims als we een cocktail bestellen op een strand in Egypte. Daar heb ik het moeilijk mee. Of met de vraag ‘wat mijn cultuur is’? Euh, bier, wafels, chocolade en frieten, toch? Ik merk wel dat ik mijn roots alsmaar interessanter vind. Ik ben nog nooit in Ivoorkust geweest, maar hoor daar soms verhalen over van mijn tante en die zijn wel een trigger. Hoe mooi het is hoe ze voor pas bevallen vrouwen zorgen, bijvoorbeeld. Of toen het onlangs uit was met mijn vriendje, en mijn tante meteen iemand voorstelde. De mensen samen willen brengen, hen gelukkig willen zien, daar word ik blij van.”

Iets zegt mij dat het soms druk is in je hoofd.

“Ik leef heel bewust, ja. Soms te. Ik moet leren loslaten. Ik heb een kant die heel berekend en bedachtzaam is, maar ook een kant die nood heeft aan een avondje plezier maken en onnozel doen. Ik krijg dat zelf moeilijk uitgelegd. Mijn ouders zeggen het vaak: hoe kan je zo slim zijn en soms toch ook zo dom doen?” (lacht)

Laat ons het erbij houden dat je raar bent, dus?

“Voilà!” (lacht)

Wie is Sali Haidara?

Sali(mata) Haidara werd geboren in 1995 in Knokke-Heist en woont vandaag bij haar ouders in Sint-Kruis Brugge. Ze heeft nog vier broers en zussen.

Ze volgt momenteel een musicalopleiding aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg.

In januari was ze een opvallende nieuwkomer in het tweede seizoen van de populaire Ketnet-jeugdserie #LikeMe. Ze sprak ook een stem in van de animatieserie Berry Bees, die later op Ketnet te zien is. Volgend jaar treedt ze aan in het derde seizoen van #LikeMe en spelen ze ook enkele muzikale shows in het Sportpaleis.

In haar vrije tijd maakt Sali muziek en gaat ze sporten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier