Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen, zit ongetwijfeld in de boeiendste periode van zijn carrière, met als grootste uitdaging de polarisering die het al complexe mensenrechtendebat beheerst. En toch is hij optimistischer dan ooit over zijn werk en de toekomst. “Ik geloof heel hard in die tegenbeweging, in de politiek en bij de burgers.”
“Drie keer in de cel gezeten” h2>
“Ik heb in de jaren negentig aan de grensovergang met Frankrijk nog geprotesteerd tegen de kernproeven van de Franse president Chirac. En tijdens een protest aan Kleine Brogel werd ik opgepakt. Ik heb een keer of drie in de cel gezeten, denk ik. Omdat ik toen minderjarig was, belde de politie dan naar huis. Daar hadden ze wel begrip, ja, omdat ze datzelfde maatschappelijke engagement deelden. Mijn kinderen zijn nog te jong om daar echt over te praten. Alhoewel, mijn dochter van vier kwam onlangs met een blad naar mij toe, waar ze allemaal streepjes op had gezet. ‘Papa, dat zijn alle domme dingen die president Trump al gezegd heeft.’ Víér jaar. (lacht) Maar ik ga mijn kinderen nooit in mijn richting duwen, nee. Ze kunnen ook als journalist, leraar of vakman geëngageerd zijn.” p>
Gaat het dan niet te traag? Als je ziet hoe moeilijk mensenrechten bespreekbaar zijn of hoe minister Reynders naar de buitenwereld toe enkel maar iets ‘streng veroordeelt’.
“Het mooie aan Amnesty International is dat we in heel veel landen een afdeling hebben die strijdt voor verandering. Maar die verandering moet ook van de mensen zelf komen en zij kunnen alle steun gebruiken. Daarom is het belangrijk dat politici de schending van de mensenrechten blijven veroordelen, we zien wel dat het effect heeft. Het is een heel breed verhaal: met én internationale druk én druk vanuit de burgers. Dat vraagt enige volharding en doorzetting.”
Hoe doe je dat voor jezelf, want hoopgevend is het toch niet altijd?
“Het folteren van vluchtelingen bijvoorbeeld is iets waar wij dagelijks rapporten, getuigenissen of beelden van krijgen en dat kruipt niet in je koude kleren. Maar er blijven genoeg lichtpunten en successen. In ongeveer een op de vier gevallen kunnen we echt iets bereiken. Dat lijkt weinig, maar als je een Congolese activist ontmoet die mishandeld werd in de cel, en je ziet hoe hij mee wil werken aan die democratie, dan geeft je dat een enorme energieboost. Dan geloof je weer in wat je doet. Voor mij is dat heel belangrijk. Soms is er een terugslag, ja, maar dat ontmoedigt mij niet.”
Soms lijkt het alsof het pas nu een probleem is omdat het tot aan onze achterdeur komt, in Calais of Zeebrugge.
“Dat is waar. Maar hoe negatief het debat ook is, het is altijd een kans om de problemen anders onder de aandacht te brengen. Die zijn inderdaad heel complex. We zitten in een soort kantelmoment, geloof ik. We moeten niet per se terug willen naar vroeger, maar vooruitkijken en durven te vernieuwen. Er is een groep die in een betere wereld gelooft, en aan de andere kant een groep met een andere visie. Maar ik geloof heel hard dat er daartussen een grote groep mensen is die vooral wil weten hoe we hiermee kunnen omgaan op een positieve manier. Ik geloof echt dat de meerderheid van goeie wil is. Het is inderdaad een evolutie om ongerust over te zijn, maar ik geloof heel sterk in de tegenbeweging. Heel die mensenrechtenbeweging drijft ook op dat soort geloof.”
Dat heeft vast iets met de Westhoek te maken, waar je niet rond het thema oorlog kan.
“Misschien zit dat daar in de grond, ja. Ik weet het niet. Maar nogmaals: ik zie het allesbehalve fatalistisch in.”
Zou je hier nog kunnen wonen?
“Ik heb het overwogen, toen de kinderen werden geboren. Ik hou een enorm warm gevoel aan mijn kindertijd over, een stevige basis om verder in het leven te staan.”
En je wil dat ook voor je kinderen.
“Precies. Je enige referentiekader voor je kinderen is hoe jij opgevoed bent. Ik heb er met mijn ouders over gepraat. Maar zij zeggen dat de tijd ook daar veranderd is. Vroeger speelden we op de kleine weggetjes, maar nu passeert daar enorm veel verkeer. En waar dat vroeger een keutertractortje was, zijn dat op vandaag soms mastodonten. Helemaal gerust ben je toch niet, of het nu in Westouter of in Gent is.”
Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 9 maart. Verder in het magazine o.a. de favoriete restaurants van Guido Decorte, het verhaal van pizzaiolo Benjamin Postel, smullen van 3D op je bord, op stap in Roeselare, Londen blijft verrassen, de bloemenpracht vanuit Haarlem, wonen met Lien Debrouwere, het leven van Reinhilde Debruyne en de werkplek van Wim Vancoillie. p>
p>
“Fan van de muziek van mijn broer” h2>
“Het lijkt alsof we allemaal een andere richting zijn uitgegaan als broers en zus, maar onderhuids delen we hetzelfde engagement. Tim is (als Tiny Legs Tim, red.) onlangs nog komen optreden tijdens onze schrijfmarathon. Ik herinner me ook dat zijn allereerste liedjes een soort Nederlandstalige protestsongs waren. Ik ben fan van zijn muziek, ja. Vroeger ging ik vaak kijken naar zijn concerten, als een soort support, maar dat komt er nu niet altijd meer van.” p>
Wat doet ze daar in Burkina Faso?
“Ze is een restaurant begonnen bij het theater van Ouagadougou en heeft er een soort cultureel centrum uitgebouwd. Haar man is muzikant en brengt een soort Afrikaanse hiphop. Dat klinkt romantisch, maar het is ook heel hard, want Burkina Faso is een van de armste landen ter wereld. Maar ze is nu moeten stoppen, want de huur van het pand liep af en het blijft er als blanke ook heel moeilijk. Er is veel afgunst en ze werd ook al een paar keer bestolen, dus economisch is dat niet bepaald makkelijk. Mijn ouders hebben er een klein landbouwproject, waar ze nu wat aan meehelpt.”
Hoe scoort Burkina Faso op het vlak van mensenrechten?
“Het is altijd moeilijk om landen te vergelijken als het om mensenrechten gaat. Er is een relatieve vrijheid, maar ook veel politieke onrust en net als in veel Afrikaanse landen is er de moeilijke zoektocht naar democratie. Er is ook een groot probleem met kindhuwelijken, waar we recent nog een hele campagne rond gemaakt hebben. Burkina Faso is een van de armste landen ter wereld, dus er is maar een hele kleine minderheid die geletterd is. De basisleefomstandigheden zijn moeilijk. Mensenrechten zijn overigens een heel breed concept. Vaak denken we dan aan het recht op vrije meningsuiting, persvrijheid en politieke rechten. Maar het gaat ook om de basisbehoeftes: het recht op een dak boven je hoofd, onderwijs, veiligheid en vrijheid om te zijn, te doen of te zeggen wat je wil. Alles wat past in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.”
Die eind dit jaar 70 jaar is. Zeven decennia oud en nog altijd niet vanzelfsprekend wat daarin staat…
“Het is een hele lange weg geweest, ja. En geen onverdeeld succes. Natuurlijk is er vooruitgang, zeker in de westerse landen, als je kijkt naar vrouwen- of holebirechten. Maar je ziet ook dat alles nu sputtert. Het systeem kraakt in zijn voegen. In de jaren negentig, begin 2000 was het een verhaal van geloof en vooruitgang. Met 11 september is er een soort wantrouwen ontstaan, een polarisering, een soort verdeeldheid op het hoogste, politieke niveau en dat sijpelt alsmaar meer door. Mensenrechten worden daarom niet noodzakelijk aan de kant geschoven, maar je merkt dat een bepaalde groep bijna gedemoniseerd en ontmenselijkt wordt, alsof zij geen recht hebben op die rechten. Niet iedereen is gelijk en dat is hard ontwaken, ja. Ook voor een organisatie als Amnesty.”
“We moeten niet per se terug willen naar vroeger, integendeel”
Het is ook al lang geen zwart-witverhaal meer.
“Dat is iets waar wij in moeten leren meegaan, in die communicatie. Dat is niet gemakkelijk, omdat onze boodschap vaak complexer is. Je voelt dat we op vandaag veel vaker in de achtervolging moeten, dat we ons moeten verdedigen als die basisrechten worden aangevallen, terwijl we eigenlijk veel meer ons eigen verhaal met kracht naar voren moeten brengen.”
Gemakkelijker gezegd dan gedaan.
“Absoluut. Soms lukt het, soms mislukt het. Maar we zien dat we als beweging in Vlaanderen en de hele wereld enorm aan het groeien zijn.”
“Het mensenrechtendebat komt ook veel meer aan bod. Elke dag lezen we erover in de krant, het is aan ons om daar een positieve dynamiek aan te geven. Dus, ik ben daar niet pessimistisch over. Maar ik ben ook niet naïef als ik zie wat er gebeurt.”
“Drie keer in de cel gezeten” h2>
“Ik heb in de jaren negentig aan de grensovergang met Frankrijk nog geprotesteerd tegen de kernproeven van de Franse president Chirac. En tijdens een protest aan Kleine Brogel werd ik opgepakt. Ik heb een keer of drie in de cel gezeten, denk ik. Omdat ik toen minderjarig was, belde de politie dan naar huis. Daar hadden ze wel begrip, ja, omdat ze datzelfde maatschappelijke engagement deelden. Mijn kinderen zijn nog te jong om daar echt over te praten. Alhoewel, mijn dochter van vier kwam onlangs met een blad naar mij toe, waar ze allemaal streepjes op had gezet. ‘Papa, dat zijn alle domme dingen die president Trump al gezegd heeft.’ Víér jaar. (lacht) Maar ik ga mijn kinderen nooit in mijn richting duwen, nee. Ze kunnen ook als journalist, leraar of vakman geëngageerd zijn.” p>
Gaat het dan niet te traag? Als je ziet hoe moeilijk mensenrechten bespreekbaar zijn of hoe minister Reynders naar de buitenwereld toe enkel maar iets ‘streng veroordeelt’.
“Het mooie aan Amnesty International is dat we in heel veel landen een afdeling hebben die strijdt voor verandering. Maar die verandering moet ook van de mensen zelf komen en zij kunnen alle steun gebruiken. Daarom is het belangrijk dat politici de schending van de mensenrechten blijven veroordelen, we zien wel dat het effect heeft. Het is een heel breed verhaal: met én internationale druk én druk vanuit de burgers. Dat vraagt enige volharding en doorzetting.”
Hoe doe je dat voor jezelf, want hoopgevend is het toch niet altijd?
“Het folteren van vluchtelingen bijvoorbeeld is iets waar wij dagelijks rapporten, getuigenissen of beelden van krijgen en dat kruipt niet in je koude kleren. Maar er blijven genoeg lichtpunten en successen. In ongeveer een op de vier gevallen kunnen we echt iets bereiken. Dat lijkt weinig, maar als je een Congolese activist ontmoet die mishandeld werd in de cel, en je ziet hoe hij mee wil werken aan die democratie, dan geeft je dat een enorme energieboost. Dan geloof je weer in wat je doet. Voor mij is dat heel belangrijk. Soms is er een terugslag, ja, maar dat ontmoedigt mij niet.”
Soms lijkt het alsof het pas nu een probleem is omdat het tot aan onze achterdeur komt, in Calais of Zeebrugge.
“Dat is waar. Maar hoe negatief het debat ook is, het is altijd een kans om de problemen anders onder de aandacht te brengen. Die zijn inderdaad heel complex. We zitten in een soort kantelmoment, geloof ik. We moeten niet per se terug willen naar vroeger, maar vooruitkijken en durven te vernieuwen. Er is een groep die in een betere wereld gelooft, en aan de andere kant een groep met een andere visie. Maar ik geloof heel hard dat er daartussen een grote groep mensen is die vooral wil weten hoe we hiermee kunnen omgaan op een positieve manier. Ik geloof echt dat de meerderheid van goeie wil is. Het is inderdaad een evolutie om ongerust over te zijn, maar ik geloof heel sterk in de tegenbeweging. Heel die mensenrechtenbeweging drijft ook op dat soort geloof.”
Dat heeft vast iets met de Westhoek te maken, waar je niet rond het thema oorlog kan.
“Misschien zit dat daar in de grond, ja. Ik weet het niet. Maar nogmaals: ik zie het allesbehalve fatalistisch in.”
Zou je hier nog kunnen wonen?
“Ik heb het overwogen, toen de kinderen werden geboren. Ik hou een enorm warm gevoel aan mijn kindertijd over, een stevige basis om verder in het leven te staan.”
En je wil dat ook voor je kinderen.
“Precies. Je enige referentiekader voor je kinderen is hoe jij opgevoed bent. Ik heb er met mijn ouders over gepraat. Maar zij zeggen dat de tijd ook daar veranderd is. Vroeger speelden we op de kleine weggetjes, maar nu passeert daar enorm veel verkeer. En waar dat vroeger een keutertractortje was, zijn dat op vandaag soms mastodonten. Helemaal gerust ben je toch niet, of het nu in Westouter of in Gent is.”
“Fan van de muziek van mijn broer” h2>
“Het lijkt alsof we allemaal een andere richting zijn uitgegaan als broers en zus, maar onderhuids delen we hetzelfde engagement. Tim is (als Tiny Legs Tim, red.) onlangs nog komen optreden tijdens onze schrijfmarathon. Ik herinner me ook dat zijn allereerste liedjes een soort Nederlandstalige protestsongs waren. Ik ben fan van zijn muziek, ja. Vroeger ging ik vaak kijken naar zijn concerten, als een soort support, maar dat komt er nu niet altijd meer van.” p>
Wie is Wies Degraeve? h2>
Wies De Graeve (37) is afkomstig uit Westouter, waar hij opgroeide met zijn zus Mien en broer Tim. Die laatste is beter bekend als de muzikant Tiny Legs Tim. Wies heeft twee kinderen en woont in Gent. p>
Na zijn studies klassieke filologie ging hij korte tijd als leerkracht aan de slag. Na een tijd op de vertaaldienst van de Europese Commissie te hebben gewerkt, werd hij in 2006 communicatieverantwoordelijke voor het Vlaams Vredesinstituut. Tien jaar later werd hij directeur van Amnesty International Vlaanderen. p>
Omdat zijn job heel wat tijd in beslag neemt, zijn zijn hobby’s beperkt tot lezen en wandelen. p>
“Wist je dat hij oorspronkelijk koning wou worden van Griekenland?” Wies De Graeve staart omhoog naar het bronzen standbeeld van Leopold I dat baadt in de zon, op het einde van de Esplanade in De Panne. Gelukkig hebben we niet afgesproken aan het beeld van zijn zoon, dat zou wat wrang geweest zijn voor een mensenrechtenactivist.
Griekenland is naar eigen zeggen zowat het tweede vaderland van Wies, die in Westouter opgroeide. Het heeft misschien iets met de zee te maken, al bekent hij dat hij geen grote held is als het op openwaterzwemmen aankomt, zelfs niet in helder Grieks water. En hoewel hij al sinds jaar en dag in Gent woont, keert hij graag terug naar de Westhoek. “Ik dacht eraan toen ik naar hier reed”, zegt hij. “Hoe de grens hier nog zo’n rol speelt, hoe weinig contact er is met Noord-Frankrijk van hieruit.”
We wandelen langs dat niemandsland tussen De Panne en Bray-Dunes, de uiterste hoek van onze provincie. In het natuurreservaat De Westhoek liep Wies ooit een vakantie lang rond als duinwachter, waarbij hij het ecologische evenwicht moest bewaren. Of beter gezegd: vrijende koppeltjes moest wegjagen. Een tijd waarin het leven nog belachelijk simpel leek. “Ik zie ons nog zitten thuis, alle drie in de zetel met een boek, net als onze ouders. We hebben heel de bibliotheek van Westouter – of wat het moest voorstellen – leeg gelezen, een tv hebben we niet gemist. We gingen ook al eens naar cinema Oud Ieper. Daar speelden er twee films per maand, een commerciële en een alternatieve.”
Wonen je ouders nog altijd in Westouter?
“Ja, en er is nog altijd geen kabel. (lacht) Ze hebben intussen wel al een tv, met schotelantenne. Maar vervelen doen ze zich niet. Mijn vader heeft bijna dertig jaar voor een bank gewerkt, om dan uiteindelijk over te schakelen naar een bedrijfje dat vegetarische voeding maakt, waar hij de zakelijke kant opvolgt. Vijftien jaar geleden zijn ze ook begonnen met een bed & breakfast (De Wandelaar, red.) met een drietal kamers.”
Dus allerminst geïsoleerd?
“Dat klopt. We zijn nooit veel op vakantie geweest. Je had hier in De Panne een hotel waar het personeel van de bank mocht verblijven of we gingen al eens kamperen, maar voor de rest niets. In Westouter hebben mijn ouders hun eigen plekje gecreëerd, waar ze al sinds de jaren 70 aan werken. Eigenlijk is het leuker voor hen dat ze de wereld naar hen toe laten komen. Niettemin gaan ze de laatste jaren al eens op bezoek bij mijn zus, die in Burkina Faso woont.”
“Thuis hadden we geen tv, we hebben de hele bieb van Westouter leeg gelezen”
Hoe is ze daar terechtgekomen?
“Mijn zus is geboren in Zuid-Afrika. Mijn vader – die van Avelgem is zat in 1968 in zijn eerste kandidatuur rechten en geheel in de rebelse sfeer van toen, stopte hij met zijn studies en wilde hij naar Afrika om daar de mensen mee te nemen ‘in de vaart der volkeren’. Hij is vertrokken zonder iets te zeggen, dat is niet in goede aarde gevallen, nee. (grijnst) Uiteindelijk vond hij daar werk. Mijn moeder was lerares en een goeie vriendin van een van zijn zusters. Toen die zus 21 jaar werd, besloot ze hem te bezoeken en ze vroeg mijn moeder mee. De legende gaat dat de deur van het vliegtuig openging, mijn pa en mijn ma elkaar zagen en het meteen koekenbak was.”
“Dat was ergens in 1970. Ze hebben elkaar daar twee, drie weken gezien en later nog eens een tweetal weken om dan kort nadien te trouwen. Tussendoor bleven ze contact houden door te bellen en brieven te schrijven. Ze zijn hier getrouwd door de befaamde pater Joris Declercq, en mijn moeder is daarna mee naar Afrika verhuisd. Daar hebben ze zes jaar gewoond en is mijn zus Mien geboren. Vervolgens hebben ze in Westouter een boerderijtje gekocht, waar ze nog altijd aan werken. Anyway, mijn zus heeft altijd wat de drang gehad om ver te reizen. In haar twintiger jaren is ze zelfs van hier naar Durban in Zuid-Afrika gefietst met haar toenmalige partner. Een soort pelgrimstocht naar haar roots, zeg maar. Na die reis besloot ze in Afrika te blijven en koos ze Burkina Faso uit, waar ze later haar man leerde kennen. Een of twee keer per jaar komt ze weer naar hier met hem en zijn twee kinderen.”
“Fan van de muziek van mijn broer” h2>
“Het lijkt alsof we allemaal een andere richting zijn uitgegaan als broers en zus, maar onderhuids delen we hetzelfde engagement. Tim is (als Tiny Legs Tim, red.) onlangs nog komen optreden tijdens onze schrijfmarathon. Ik herinner me ook dat zijn allereerste liedjes een soort Nederlandstalige protestsongs waren. Ik ben fan van zijn muziek, ja. Vroeger ging ik vaak kijken naar zijn concerten, als een soort support, maar dat komt er nu niet altijd meer van.” p>
Wat doet ze daar in Burkina Faso?
“Ze is een restaurant begonnen bij het theater van Ouagadougou en heeft er een soort cultureel centrum uitgebouwd. Haar man is muzikant en brengt een soort Afrikaanse hiphop. Dat klinkt romantisch, maar het is ook heel hard, want Burkina Faso is een van de armste landen ter wereld. Maar ze is nu moeten stoppen, want de huur van het pand liep af en het blijft er als blanke ook heel moeilijk. Er is veel afgunst en ze werd ook al een paar keer bestolen, dus economisch is dat niet bepaald makkelijk. Mijn ouders hebben er een klein landbouwproject, waar ze nu wat aan meehelpt.”
Hoe scoort Burkina Faso op het vlak van mensenrechten?
“Het is altijd moeilijk om landen te vergelijken als het om mensenrechten gaat. Er is een relatieve vrijheid, maar ook veel politieke onrust en net als in veel Afrikaanse landen is er de moeilijke zoektocht naar democratie. Er is ook een groot probleem met kindhuwelijken, waar we recent nog een hele campagne rond gemaakt hebben. Burkina Faso is een van de armste landen ter wereld, dus er is maar een hele kleine minderheid die geletterd is. De basisleefomstandigheden zijn moeilijk. Mensenrechten zijn overigens een heel breed concept. Vaak denken we dan aan het recht op vrije meningsuiting, persvrijheid en politieke rechten. Maar het gaat ook om de basisbehoeftes: het recht op een dak boven je hoofd, onderwijs, veiligheid en vrijheid om te zijn, te doen of te zeggen wat je wil. Alles wat past in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.”
Die eind dit jaar 70 jaar is. Zeven decennia oud en nog altijd niet vanzelfsprekend wat daarin staat…
“Het is een hele lange weg geweest, ja. En geen onverdeeld succes. Natuurlijk is er vooruitgang, zeker in de westerse landen, als je kijkt naar vrouwen- of holebirechten. Maar je ziet ook dat alles nu sputtert. Het systeem kraakt in zijn voegen. In de jaren negentig, begin 2000 was het een verhaal van geloof en vooruitgang. Met 11 september is er een soort wantrouwen ontstaan, een polarisering, een soort verdeeldheid op het hoogste, politieke niveau en dat sijpelt alsmaar meer door. Mensenrechten worden daarom niet noodzakelijk aan de kant geschoven, maar je merkt dat een bepaalde groep bijna gedemoniseerd en ontmenselijkt wordt, alsof zij geen recht hebben op die rechten. Niet iedereen is gelijk en dat is hard ontwaken, ja. Ook voor een organisatie als Amnesty.”
“We moeten niet per se terug willen naar vroeger, integendeel”
Het is ook al lang geen zwart-witverhaal meer.
“Dat is iets waar wij in moeten leren meegaan, in die communicatie. Dat is niet gemakkelijk, omdat onze boodschap vaak complexer is. Je voelt dat we op vandaag veel vaker in de achtervolging moeten, dat we ons moeten verdedigen als die basisrechten worden aangevallen, terwijl we eigenlijk veel meer ons eigen verhaal met kracht naar voren moeten brengen.”
Gemakkelijker gezegd dan gedaan.
“Absoluut. Soms lukt het, soms mislukt het. Maar we zien dat we als beweging in Vlaanderen en de hele wereld enorm aan het groeien zijn.”
“Het mensenrechtendebat komt ook veel meer aan bod. Elke dag lezen we erover in de krant, het is aan ons om daar een positieve dynamiek aan te geven. Dus, ik ben daar niet pessimistisch over. Maar ik ben ook niet naïef als ik zie wat er gebeurt.”
“Drie keer in de cel gezeten” h2>
“Ik heb in de jaren negentig aan de grensovergang met Frankrijk nog geprotesteerd tegen de kernproeven van de Franse president Chirac. En tijdens een protest aan Kleine Brogel werd ik opgepakt. Ik heb een keer of drie in de cel gezeten, denk ik. Omdat ik toen minderjarig was, belde de politie dan naar huis. Daar hadden ze wel begrip, ja, omdat ze datzelfde maatschappelijke engagement deelden. Mijn kinderen zijn nog te jong om daar echt over te praten. Alhoewel, mijn dochter van vier kwam onlangs met een blad naar mij toe, waar ze allemaal streepjes op had gezet. ‘Papa, dat zijn alle domme dingen die president Trump al gezegd heeft.’ Víér jaar. (lacht) Maar ik ga mijn kinderen nooit in mijn richting duwen, nee. Ze kunnen ook als journalist, leraar of vakman geëngageerd zijn.” p>
Gaat het dan niet te traag? Als je ziet hoe moeilijk mensenrechten bespreekbaar zijn of hoe minister Reynders naar de buitenwereld toe enkel maar iets ‘streng veroordeelt’.
“Het mooie aan Amnesty International is dat we in heel veel landen een afdeling hebben die strijdt voor verandering. Maar die verandering moet ook van de mensen zelf komen en zij kunnen alle steun gebruiken. Daarom is het belangrijk dat politici de schending van de mensenrechten blijven veroordelen, we zien wel dat het effect heeft. Het is een heel breed verhaal: met én internationale druk én druk vanuit de burgers. Dat vraagt enige volharding en doorzetting.”
Hoe doe je dat voor jezelf, want hoopgevend is het toch niet altijd?
“Het folteren van vluchtelingen bijvoorbeeld is iets waar wij dagelijks rapporten, getuigenissen of beelden van krijgen en dat kruipt niet in je koude kleren. Maar er blijven genoeg lichtpunten en successen. In ongeveer een op de vier gevallen kunnen we echt iets bereiken. Dat lijkt weinig, maar als je een Congolese activist ontmoet die mishandeld werd in de cel, en je ziet hoe hij mee wil werken aan die democratie, dan geeft je dat een enorme energieboost. Dan geloof je weer in wat je doet. Voor mij is dat heel belangrijk. Soms is er een terugslag, ja, maar dat ontmoedigt mij niet.”
Soms lijkt het alsof het pas nu een probleem is omdat het tot aan onze achterdeur komt, in Calais of Zeebrugge.
“Dat is waar. Maar hoe negatief het debat ook is, het is altijd een kans om de problemen anders onder de aandacht te brengen. Die zijn inderdaad heel complex. We zitten in een soort kantelmoment, geloof ik. We moeten niet per se terug willen naar vroeger, maar vooruitkijken en durven te vernieuwen. Er is een groep die in een betere wereld gelooft, en aan de andere kant een groep met een andere visie. Maar ik geloof heel hard dat er daartussen een grote groep mensen is die vooral wil weten hoe we hiermee kunnen omgaan op een positieve manier. Ik geloof echt dat de meerderheid van goeie wil is. Het is inderdaad een evolutie om ongerust over te zijn, maar ik geloof heel sterk in de tegenbeweging. Heel die mensenrechtenbeweging drijft ook op dat soort geloof.”
Dat heeft vast iets met de Westhoek te maken, waar je niet rond het thema oorlog kan.
“Misschien zit dat daar in de grond, ja. Ik weet het niet. Maar nogmaals: ik zie het allesbehalve fatalistisch in.”
Zou je hier nog kunnen wonen?
“Ik heb het overwogen, toen de kinderen werden geboren. Ik hou een enorm warm gevoel aan mijn kindertijd over, een stevige basis om verder in het leven te staan.”
En je wil dat ook voor je kinderen.
“Precies. Je enige referentiekader voor je kinderen is hoe jij opgevoed bent. Ik heb er met mijn ouders over gepraat. Maar zij zeggen dat de tijd ook daar veranderd is. Vroeger speelden we op de kleine weggetjes, maar nu passeert daar enorm veel verkeer. En waar dat vroeger een keutertractortje was, zijn dat op vandaag soms mastodonten. Helemaal gerust ben je toch niet, of het nu in Westouter of in Gent is.”
Wie is Wies Degraeve? h2>
Wies De Graeve (37) is afkomstig uit Westouter, waar hij opgroeide met zijn zus Mien en broer Tim. Die laatste is beter bekend als de muzikant Tiny Legs Tim. Wies heeft twee kinderen en woont in Gent. p>
Na zijn studies klassieke filologie ging hij korte tijd als leerkracht aan de slag. Na een tijd op de vertaaldienst van de Europese Commissie te hebben gewerkt, werd hij in 2006 communicatieverantwoordelijke voor het Vlaams Vredesinstituut. Tien jaar later werd hij directeur van Amnesty International Vlaanderen. p>
Omdat zijn job heel wat tijd in beslag neemt, zijn zijn hobby’s beperkt tot lezen en wandelen. p>
Strandwandeling
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier