De agenda van Lize Feryn is al aardig gevuld tot 2020. Een luxepositie, zo zegt ze zelf. Het zorgt ervoor dat ze nog meer tijd kan maken voor haar lief, haar zussen, familie en vrienden. Tijd om te genieten, om te feesten ook. Zelfs al geeft het lot daar niet altijd redenen toe. “Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik mijn zussen hoor.”
Dat het misschien wat vreemd is om het te hebben over feesten, zeg ik haar. We zijn begin november, het regent en we zijn amper een paar dagen nadat haar zus Mira te horen kreeg dat ze MS heeft. “Het is niet omdat er tegenslagen zijn, dat je niet kan feesten”, zegt Lize met een glimlach die die zeldzame combinatie van bedeesdheid en zelfzekerheid herbergt.
“Niks meer kunnen delen met mijn moeder vind ik het lastigst”
Ze heeft het niet voor deze herfstdagen, zegt ze, maar met haar warme persoonlijkheid heeft ze er toch weinig last van, gokken we. Ze heeft ook fijne vooruitzichten: binnenkort trekt Lize voor een fotoshoot naar Thailand en volgende maand vertoeft ze twee weken in Cuba. Met haar vader. “Voor onze 18de verjaardag kregen mijn zussen en ik elk een reis naar gelijk waar in de wereld, waar we dan met zijn tweetjes naartoe zouden gaan. Nu paste het eindelijk, net tussen twee grote projecten in. Ik was al in India voor een filmfestival en voor mijn modellenwerk zat ik al in Kaapstad en New York. Cuba stond ook heel hoog op mijn verlanglijstje, maar aangezien ik daar professioneel niet snel zal geraken, was de keuze snel gemaakt. Ik kijk er heel hard naar uit. We gaan paardrijden, stadjes bezoeken en ik wil heel graag snorkelen. En ik wil mijn vader dat ook eens zien doen, dat lijkt me een hele belevenis.” (lacht)
Het is geen geheim dat je een goede band hebt met je dichte familie. Ik veronderstel dat er veel feestjes waren als kind?
“Feest voor mij als kind waren de klassiekers: de kerstperiode en de verjaardagsfeestjes. Veel klasgenootjes gaven er elk jaar eentje, maar wij mochten er slechts twee geven: in het eerste en zesde leerjaar. Maar toen kwam wel heel de klas over de vloer, hielden we een wafelenbak of bakten we zelf een taart en knutselden we de hele namiddag. Dat was altijd geweldig.”
“Kerst vierden we altijd met de familie. Tot mijn achttiende gaven we geen cadeaus. Daarna voerde papa het concept van de nutteloze geschenkjes in, gewoon voor het plezier van het geven eigenlijk. Zo kreeg mijn zus eens een zak frituurvorkjes. Echt papa-humor! Op vandaag zijn de cadeautjes wel iets nuttiger. Gelukkig maar. Cadeautjes hebben we nooit gemist. Die kregen we bovendien al met Sinterklaas. Eerlijk, ik heb niet lang in Sinterklaas geloofd, ik vond dat altijd een vreemd idee: een oude vent, met een paard op het dak… Ik herinner mij wel dat plaagpiet altijd ons huis volhing met wc-papier en mijn moeder dan foeterde: “Allez, plaagpiet is gaan werken en ik mag het weer opruimen.” (lacht)
“Maar Sinterklaas was tof, dat was het spannendste moment van het hele jaar. Dan lagen we ‘s morgens al twee uur wakker en mochten we eindelijk naar beneden, van jong naar oud. En er was dan zoveel te zien dat we niet meteen wisten welke cadeautjes voor wie waren. Heel schattig om dat nu ook bij de kinderen van mijn zussen te zien, al zijn ze nog altijd meer onder de indruk van het snoep. Sommige dingen veranderen nooit.” (grijnst)
Was er iets waar je zelf veel mee speelde?
“Ik wilde altijd een euhm… bruine pop. (lacht) Geen idee waarom. En toen ik die kreeg, gaf ik haar de naam Ramona Romanov. We speelden ook vaak weeshuisje, deden alsof we in kartonnen dozen sliepen. We hadden nogal, euh, een levendige fantasie. (lacht) Thuis hadden we één computerspelletje, maar dat was om Frans te leren. Een gsm kreeg ik pas op mijn zestiende. Maar we verveelden ons nooit, we hadden ook superveel naschoolse activiteiten.”
Klikte het altijd tussen de zussen of vlogen de poppen soms in het rond?
“Yanne en Mira schelen slechts anderhalf jaar, terwijl er vijf jaar tussen Mira en mij zit. Mijn zussen zaten al snel op internaat, waardoor ik vaak alleen speelde. Maar eens ik niet langer dat ‘kleine, vervelende zusje was’, zijn we veeleer vriendinnen geworden. Er gaat eerlijk geen dag voorbij zonder dat wij elkaar horen.”
Dus de familiefeestjes zijn steevast gezellig.
“Ja, maar als er zeven kinderen bij zitten, dan is er niet altijd veel tijd over om het over andere dingen te hebben. En weet je, als die levens al zo verbonden zijn met elkaar, dan is dat niet meer officieel ‘een feestje bouwen’. We nemen wel vaak de tijd om te gaan eten met ons vieren. Dat doen we wanneer we voelen dat het nog eens nodig is. Ik probeer ook zeker om de twee weken eens thuis te zijn. Of de zussen komen eens met hun kroost naar Antwerpen.”
Dat is al een feest op zich…
“Ik ben toch blij dat een mens in principe begint met één baby en niet met drie kleuters, haha. Want toen er onlangs drie kindjes bleven slapen, leek het me een goed idee om ze allemaal in bad te steken en ondertussen pannenkoekendeeg te maken. Lekker gezellig. Maar na tien minuten wilden ze er al uit.”
“En ik heb me dan zo gehaast met die pannenkoeken, dat die zo dik waren dat ze er maar één moesten hebben. ‘Meer hoeft niet hoor, tante Lize’, zeiden ze heel beleefd. Tot daar mijn huismoederskills.” (lacht)
Ik ga niet vragen of je al aan kinderen denkt, maar als je die gezinnetjes van je zussen ziet…
(onderbreekt) “Ik heb geen probleem met die vraag, hoor. Het is ook gewoon nog niet aan de orde. Aster en ik geven voorrang aan reizen en onze carrière. We hebben allebei geen vaste nine-to-fivejob, laat staan dat we leven op een soort van… gezinsritme. Ik heb niet de behoefte om jong mama te worden.”
Over je carrière gesproken, volgend jaar ben je te zien in het tweede seizoen van ‘#hetisingewikkeld’. Je personage daarin kan niet verder liggen dan dat van Marie Boesman in ‘In Vlaamse Velden’. Verder ook van je comfortzone?
“Die rol bleek net méér in mijn comfortzone te zitten. Het is heel leuk spelen ook en ik ben heel blij dat ik voor zulke rollen gevraagd word, want dat is een teken dat ze je niet in één vakje stoppen.”
In Nederland en Duitsland speelde je al in films, maar hier in Vlaanderen vreemd genoeg nog niet.
“Geen idee hoe dat komt. En in pakweg Duitsland kennen ze dan weer geen topseries zoals bij ons. Daar heb je soaps zoals Sturm der Liebe, televisiefilms en dan de kwalitatieve cinemafilms. Een reeks als In Vlaamse Velden of pakweg Beau Séjour kennen ze niet.”
“Met Netflix komt daar stilletjesaan verandering in. Ik zou trouwens heel graag eens in een sitcom spelen, genre New Girl of Friends. Ik ben nu ook volop die reeksen aan het bekijken.”
Welke ‘Friend’ ben jij?
(zucht) “Aster zegt Monica, maar ook een beetje Phoebe. Ik ben dus ergens een mix van een controlefreak en… raar.” (lacht)
Even terug naar de feesten, ben je iemand die graag zijn verjaardag viert?
“Sommigen denken al maanden ervoor na over wat ze gaan doen met hun verjaardag, terwijl ik dan meestal in de ontkenningsfase zit. Ik bedenk dan ook altijd op het laatste nippertje dat ik eigenlijk niet alleen thuis wil zitten. Een feestje voor mezelf ga ik niet snel geven, vooral omdat ik altijd gestrest ben op feestjes. Ik ben dan continu op mijn hoede: zal iedereen wel kunnen praten met elkaar, hebben ze genoeg drank… Dan wil ik al snel de hele avond de gastvrouw spelen.”
Dus liever een verrassingsfeestje?
“Goh ja, maar ik denk dat ik dan ook weer alles wil overnemen. Shit, ik ben echt een Monica! (lacht) Nee, ik vind feestjes superleuk, maar meestal als ze onverwacht gebeuren. Ik ben het type dat niet kan wachten tot oudejaar, al op 30 december een feestje bouwt en dan op 31 december met een kater in bed ligt. Eigenlijk feest ik wel, euh, anders sinds ik bij Aster ben.”
“Vroeger wilde ik echt effectief met iedereen babbelen op een feestje, terwijl ik nu gewoon zie wat de avond brengt, net omdat ik zo op mijn gemak ben bij hem. Ja, het klikt echt tussen ons. We zijn nu acht maanden samen en het gaat echt goed. Vanaf het eerste moment al was dat zo. Ik weet dat het verschrikkelijk naïef klinkt, maar ik denk dat het voor het leven is.”
Sta je nu anders in het leven dan enkele jaren geleden?
“Ik neem niet alles meer for granted. Ik weet nog dat toen ik mijn rol in In Vlaamse Velden net beet had, ik op de fiets terugkwam van mijn oma en zo’n geluksmoment had, dat het haast onrealistisch aanvoelde. Dat kon toch niet, zo gelukkig zijn? Meer nog, het geluk leek zo oneerlijk verdeeld. En toen werd onze mama ziek.”
Ben je iemand die zich dan op zijn werk stort?
“Toen mama stierf, moest ik kort na haar begrafenis vertrekken naar Luxemburg voor de opnames van de film Een echte Vermeer. Drie maanden lang zat ik in het buitenland, met een ploeg die ik eigenlijk niet kende op voorhand. Die periode heb ik wonderwel doorstaan.”
“Je creëert een soort rare realiteit. Maar dan kom je terug in een huis waar mama niet meer was. Dat was voor mij het lastigste. Mijn zussen stonden toen ook al iets verder in hun rouwproces.”
Had je het gevoel dat je je verdriet kon delen?
“We hoorden elkaar haast elke dag en dat is vandaag nog altijd zo. In de maanden voor haar dood werd er al zo open over alles gepraat, zelfs met mama over de uitvaart, dat er geen taboes meer waren. We hebben na haar dood ook gemerkt hoe waardevol het was om dat verdriet met elkaar te delen. Het atelier is ook een soort van therapie geweest. Je bent met je handen bezig en je kan ondertussen gewoon samen zijn, zonder dat het hét onderwerp van de avond moet zijn, maar dat het ook gewoon ter sprake kan komen. De band met mijn zussen is veel hechter geworden.”
En die met je vader?
“Papa is meer thuis dan vroeger. Opeens was het hij alleen met zijn drie dochters, een ander gezin bij wijze van spreken. Maar hij heeft die taak heel goed op zich genomen, net als de zorg voor mijn moeder. Zeker de laatste maanden was dat lang niet evident.”
Je schreef in mei op je sociale media: ‘ik wil je niet meer moeten missen’.
(stil) “Dat is lastig. Wij konden heel goed babbelen, mijn moeder en ik. Niks meer kunnen delen, vind ik het lastigst. Omdat er veel dingen zijn die mama heel cool zou vinden. Ik ben heel blij dat ik een klankbord vind in mijn zussen, mijn papa, mijn vrienden en Aster, maar een mama… die kan niemand vervangen.”
Vind je het moeilijk om erover te praten?
“Nee, eigenlijk niet. Maar soms stelt iemand een vraag, waarover je zelf niet hebt nagedacht. Of ik het bijvoorbeeld niet jammer vind dat Aster en mama elkaar niet gekend hebben.” (stil)
“Het klinkt misschien naïef, maar ik heb het gevoel dat het tussen Aster en ik voor het leven is”
“Dan overvalt je dat. Ik kan heel makkelijk over mama praten, behalve met mensen die evenveel verdriet hebben als ik. Met mijn zussen en papa gaat dat nog omdat we het zo vaak doen, maar bij mijn tante en oma heb ik het gevoel dat het nog heel diep zit.”
Had je het gevoel dat de hemel een paar weken geleden opnieuw op je hoofd viel?
“Het komt niet uit de lucht vallen, omdat Mira al veel pijn en last had. We weten nu eindelijk wat het is, maar wat de gevolgen zullen zijn of hoe het zal evolueren, valt moeilijk in te schatten. Het is ook niet zoiets waar je na drie maanden antibiotica nemen van af bent. Het idee dat het voor de rest van je leven is, is heel eng.”
Kan je met zo’n nieuws nog positief blijven?
“Het is niet omdat je over het algemeen positief in het leven staat, dat je het ook niet gewoon eens heel erg kak kunt vinden. Je kan zoveel meer last hebben van een ziekte, denk ik, door constant te zitten huilen. Dit zijn de feiten, hoe maken we daar nu het beste van? Het is frustrerend, ja. Maar als je hoort wat er allemaal bestaat of je kan overkomen, dan is het in principe niet vreemd als dat in je dichte familiekring gebeurt. We hebben dan weer met andere dingen geluk. Pas op, ik heb makkelijk praten. Maar ik weet dat Mira daar ook zo over denkt. Want zij is misschien wel nog de meest positieve van ons allemaal.”
Je trip naar Thailand is misschien goed om je zinnen te verzetten.
“We hebben er veel zin in, ja, Aster en ik. En dat heeft niets te maken met mama of mijn zus, maar ons motto was altijd al om ten volle te leven. Dat is niet veranderd. Integendeel, waarom zouden we het níét doen? Uiteraard denk ik na over de toekomst, maar ik wil van het leven kunnen genieten. Hier en nu. Meer dan ooit.”
“Ik las over mijn zus in ‘Joepie’ h2>
Lize is afkomstig van Deerlijk, maar omdat ze op haar zestiende naar Leuven trok, heeft ze nooit echt een sociaal leven opgebouwd in de gemeente. “Of ik Niels Destadsbader nooit tegen het lijf liep vroeger? Nee, maar hij zat wel in de klas van mijn zus. Ik las ooit in Joepie dat hij zijn eerste kus gaf aan een meisje uit het dorp dat Mira heette. En zoveel lopen er hier niet rond met die voornaam. (lacht) Ik ging haar toen vragen of ze met Niels had gekust op een verjaardagsfeestje, waarna ze voorzichtig vroeg: ‘Hoe weet je dat?’. Toen zei ik dat ik het in Joepie had gelezen… dat was een heel grappig gezicht.” p>
Wie is Lize Feryn? h2>
Lize Feryn (25) is afkomstig uit Deerlijk. Ze heeft twee zussen: Yanne en Mira, met wie ze het modelabel Feryn runt, dat handtassen, lederwaren en accessoires maakt. Op vandaag woont ze in Antwerpen met VRT-journalist Aster Nzeyimana. p>
Ze deed drama & woordkunst aan het Leuvense Lemmensinstituut en startte daarna een voltijdse opleiding kunstwetenschappen die ze moest stopzetten omdat ze niet te combineren viel met haar modellenopdrachten. p>
Lize brak als actrice door in Vlaanderen met een hoofdrol in de VRT-reeks In Vlaamse Velden. Daarna was ze nog te zien in onder meer de BBC-serie The White Queen, Voor wat hoort wat op Eén en #hetisingewikkeld op Vier. Ze was ook al te zien in de film Een echte Vermeer. Volgend jaar duikt ze op in onder meer de VTM-reeks Phil Frisco en een tweede seizoen van #hetisingewikkeld. p>
“Nieuwe collectie is een ode aan onze mama”
Werk nooit met familie samen, klinkt het cliché. Maar de zusjes Feryn bewijzen wonderwel hoe goed dat lukt. Met hun eigen zaak in handtassen, lederwaren en accessoires hebben ze een bedrijf opgericht, waar ze sterk en haast organisch op elkaar zijn ingespeeld. Ze doen ook nog zoveel mogelijk zelf en kijken niet naar de Aziatische markt voor de productie. “Zelfs al zouden we het dan voor de helft van de prijs kunnen doen, of zelfs minder, maar het druist in tegen elk principe waar we voor staan. Het is niet simpel, zo’n bedrijfje runnen. Voor mijn zussen is het ook hun hoofdinkomen. Er komt ook heel veel bij kijken. Je moet constant jezelf heruitvinden en tegelijkertijd mag je nooit het praktische aspect uit het oog verliezen. We hebben een paar maanden stilgelegen, maar achter de schermen hebben we ondertussen heel hard gewerkt, aan twee nieuwe collecties.”
Je kan er dit weekend al mee kennismaken in Deerlijk en daarna nog in Roeselare en Aalst. “Een van de collecties is een soort ode aan onze mama. De naam Maran ligt dicht bij die van haar (Marie-Anne, red.) en we hebben ook haar handschrift gebruikt. Ze hield ook enorm van de zee. In de zomer voor ze stierf, trokken we naar Breskens en Cadzand, wat ze fantastisch mooi vond. Mama werd ook in Breskens in zee gelaten. De zee is heel belangrijk in deze collectie, zo zit er ook een stukje vissenleer in. Alles komt zowat samen. We zijn er heel blij mee, ja.”
“Ik las over mijn zus in ‘Joepie’ h2>
Lize is afkomstig van Deerlijk, maar omdat ze op haar zestiende naar Leuven trok, heeft ze nooit echt een sociaal leven opgebouwd in de gemeente. “Of ik Niels Destadsbader nooit tegen het lijf liep vroeger? Nee, maar hij zat wel in de klas van mijn zus. Ik las ooit in Joepie dat hij zijn eerste kus gaf aan een meisje uit het dorp dat Mira heette. En zoveel lopen er hier niet rond met die voornaam. (lacht) Ik ging haar toen vragen of ze met Niels had gekust op een verjaardagsfeestje, waarna ze voorzichtig vroeg: ‘Hoe weet je dat?’. Toen zei ik dat ik het in Joepie had gelezen… dat was een heel grappig gezicht.” p>
Het feestgevoel van...
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier