Kristof Santy, van arbeider tot bejubeld kunstenaar: “Ik ben trots dat ik mijn eigen traject heb uitgestippeld”

© Jana Germanus
Lut Clincke Mode journalist

Kristof Santy (35) leidde jarenlang een dubbelleven, als ploegarbeider in een drukkerij en als kunstenaar. Tot hij internationaal doorbrak met zijn kleurrijke taferelen die de alledaagsheid van het leven tot kunst verheffen. We zochten hem op in zijn atelier in Roeselare.

Een aardbei, een vijs, een koffiepot, een blikje sardienen, een kroketmachine met op de achtergrond een doosje chapelure en een muskaatrasp, een bord worst met rode kool … het zijn alledaagse dingen waaruit Kristof Santy zijn inspiratie put. Hij schildert ze met een bijna kinderlijke verwondering, heel herkenbaar en tegelijk intrigerend. Als autodidact deed hij er jaren over om zijn eigen stijl te ontwikkelen. Tot hij drie jaar geleden ontdekt werd na een tentoonstelling in een Brugse galerie en eensklaps op internationaal niveau doorbrak.

Kristof laat me binnen in zijn atelier. Er hangen weinig werken, de meeste zijn al verhuisd naar de Brusselse kunstgalerie ‘Sorry we’re Closed’ waar momenteel zijn tentoonstelling ‘Playtime’ loopt. Een werk is overschilderd, om weer vanaf nul te beginnen. Een ander werk, een heel kleurrijk schilderij van een tuinhuis, lijkt af, maar zal nog bijgewerkt worden. Kristof neem zijn tijd voor zijn schilderijen en bekijkt ze met een kritische blik. Hij laat zijn werk pas los wanneer hij helemaal tevreden is.

“Normaal laat ik niemand toe in mijn atelier, dit is mijn heiligdom. Tot voor een paar jaar had ik mijn werk zelfs nooit gedeeld met de wereld, ik had evenmin de ambitie om te leven van mijn kunst. Ik had mijn vaste job in de drukkerij van Roularta en in mijn vrije tijd kon ik schilderen, puur uit passie. Mijn doorbraak is er heel toevallig gekomen. Thomas Serruys, die een kunstgalerie in Brugge heeft, had via-via mijn werk leren kennen en stelde voor om een werk te ruilen voor een tafel. Toen hij de tafel in mijn atelier kwam leveren, zag hij al mijn werk en overtuigde hij mij om het tentoon te stellen in zijn galerie. Ik heb toen nog extra werk gemaakt voor die tentoonstelling, zonder hoge verwachtingen. Tot mijn grote verbazing waren alle werken verkocht tijdens het openingsweekend, mijn Instagramaccount ontplofte gewoon. Mijn werk werd massaal gedeeld op sociale media en werd zelfs opgepikt door galerieën in Los Angeles, Londen en Wenen die mijn werk wilden tentoonstellen. Via de galerie in Los Angeles waar ik een solo-expo had, ben ik in een galerie in Brussel beland waar ik mij goed voel. ‘Sorry we’re Closed’ past bij mij, er is een goede chemie.”

Ben je opgegroeid in een artistiek milieu?

“Niet echt, maar ik had wel een zekere achtergrond mee van thuis. We gingen met het gezin vaak op reis, we bezochten musea, onder meer in Rome en Firenze, ik heb veel gezien in mijn jeugd. Mijn vader was ingenieur bij Barco en was vaak in het buitenland voor zijn werk. Hij was heel succesvol en heeft verschillende uitvindingen op zijn palmares staan. Ik ben vooral opgegroeid onder de vleugels van mijn moeder. Zij heeft mij gestimuleerd om naar de kunstacademie te gaan. Ik was amper zeven jaar toen ik al urenlang aan de tekentafel kon zitten. Op mijn achtste heb ik mijn eerste schilderijtje gemaakt, ik heb het altijd bewaard. Ik had toen instructieve boekjes hoe je een stilleven of een gezicht moest tekenen en ik oefende daarop.”

“Als kind was ik enorm op mezelf, wat ik nog altijd ben. Ik was een hoog-sensitief kind, ik kon weinig prikkels van buitenaf verdragen en ik had soms paniekaanvallen. Niemand had dat door of deed er iets mee, dertig jaar geleden was men nog niet bezig met de mentale gezondheid van kinderen. Op school bakte ik er weinig van, ik veranderde verschillende keren van school, ik was een moeilijke leerling omdat ik mijn draai niet vond. Mijn grote droom was om kunsthumaniora volgen, maar mijn ouders zagen daar geen brood in. Ze vonden het belangrijker dat ik een stiel leerde en daarmee goed mijn boterham verdiende. Uiteindelijk heb ik grafische technieken gestudeerd aan de drukkersschool en op mijn 19de kon ik aan de slag bij Roularta.”

“Achteraf bekeken, ben ik er niet rouwig om dat ik geen kunstopleiding genoten heb. Ik heb het allemaal zelf uitgezocht en heb veel boeken gekocht waaruit ik inspiratie geput heb. Maar het grootste deel van mijn artistieke bagage heb ik de laatste tien jaar verzameld, onder meer door de juiste mensen te ontmoeten. Mijn beste vrienden zijn een stuk ouder dan ik en hebben mij veel kennis doorgegeven. Ik ben sowieso heel gretig naar informatie, ik absorbeer alles wat mij interesseert. Ik ben er best trots op dat ik mijn eigen traject uitgestippeld heb. Mocht ik een artistieke opleiding gevolgd hebben, dan was ik wellicht in een bepaalde richting gevormd, volgens de trend van het moment, en zou ik nooit het werk maken dat ik nu maak.”

© Jana Germanus

Wanneer ben je beginnen schilderen?

“Ik maakte vroeger illustraties en affiches voor ons jeugdhuis. Tien jaar geleden had de stad Roeselare een expositieruimte gecreëerd en vroeg mij of ik wou deelnemen aan een tentoonstelling. Ik had daarvoor nog niet veel geschilderd en ik ben toen intens beginnen schilderen, zonder duidelijk plan. Ik experimenteerde veel, oefende mijn technieken. Mijn werk van toen heeft qua stijl niets te maken met wat ik nu doe. Ik inspireerde mij toen op schilders die ik bewonderde, zoals Neo Rauch, Fernand Léger, Gerhard Richter en anderen. Ik wou hun werk begrijpen. Ik heb heel wat schilders verslonden tot ik mijn eigen stijl gevonden heb.”

“Ik beantwoord helemaal niet aan het cliché van de kunstenaar die een liederlijk leven leidt en aan de drugs en de drank zit”

“Het grote kantelpunt voor mij was de overzichtstentoonstelling van Jean Brusselmans in Den Haag. Ik kende zijn werk niet zo goed en toen ik het zag, besefte ik dat Brusselmans vanuit een totale vrijheid schilderde. Hij schilderde zijn directe omgeving, zijn vrouw, zijn landschappen, zijn interieur. Ik vond die denkpiste heel interessant, maar ook de ironie die in zijn werk schuilgaat, sprak mij enorm aan. Dat is een eyeopener geweest voor mij. Vanaf toen ben ik vanuit mijn hoofd gaan schilderen, niet meer op basis van bestaande beelden, maar vanuit mijn blik op de dingen. Eigenlijk deed ik dat al toen ik een kind was, maar was ik dat onderweg ergens verloren.”

“Ik probeer met een onbevangen blik te kijken naar bepaalde objecten en deze op een naïeve manier te stileren. Jacques Tati, die films vanuit een kinderlijke eenvoud maakte, zei ooit dat je naar de dingen moet kijken met de blik van een kind. Dat is ook de rode draad van mijn tentoonstelling ‘Playtime’ die nu in Brussel loopt. Mijn werk ziet er heel kleurrijk uit, ik ben een echte colorist, maar ergens schuilt er ook iets mistroostigs in, iets dat wringt. De onderliggende angsten uit mijn jeugd zijn soms nog aanwezig in mijn werk.”

Hoe voelt het om ineens bekend te worden?

“Voor mij kwam al die aandacht rond mijn doorbraak heel heftig over. Ik kwam vanuit een veilige omgeving, in de fabriek en in mijn thuisatelier, ineens in de bekendheid. Ik probeer evenwel afstand te bewaren. Ik kan verder in mijn veilige cocon werken dankzij mijn vrouw Lore. Toen alles losbarstte, heeft ze haar job opgegeven om voltijds alle contacten en de administratie te verzorgen. Ze blokt alle drukte af voor mij. Ze ging zelfs in mijn plaats naar LA om er de opening van mijn tentoonstelling mee te maken.”

“Goed omringd en beschermd zijn, is essentieel voor een kunstenaar. Als je kijkt in de geschiedenis, zie je dat de grootste kunstenaars een sterke vrouw naast zich hadden. Lore en ik zijn tien jaar samen. Ze is een heel onafhankelijke vrouw, een echte plantrekker. Ze heeft in Gent en Brussel gestudeerd, ze heeft in Parijs gewoond en gewerkt. Ze is iemand die sterk in het leven staat, dat heb ik altijd in haar bewonderd. We zijn echte zielsverwanten en kunnen over alles praten, we vormen een goede tandem, professioneel en privé. We hebben een dochtertje van drie, Veronica. Eigenlijk is mijn carrière in een stroomversnelling geraakt dankzij Veronica. Toen ze geboren is, heb ik ouderschapsverlof gevraagd en in die periode heb ik heel intens gewerkt. In diezelfde periode kwam dan de eerste tentoonstelling in Brugge en barstte alles los. Ik heb dan mijn ontslag ingediend om voltijds kunstenaar te worden.”

© Jana Germanus

Lukt het om te creatief te zijn met een peuter in huis?

“Uiteraard was de komst van een baby een grote aanpassing. Soms gaat Veronica met mijn focus lopen, haalt ze mij uit balans. Nu ze drie wordt en naar school gaat, verloopt alles een stuk vlotter. Ze is een heel vrolijk en communicatief kind. Ik sta soms verwonderd over de manier waarop zij naar de dingen kijkt, op een heel eerlijke manier. Ik vind het ook fascinerend om te zien hoe een kind tekent, het volgt zijn oerinstinct. Ik probeer zoveel mogelijk tijd te maken voor haar, ik ben heel gelukkig met het vaderschap.”

Werk je volgens een bepaald stramien of ritueel?

“Ik leef volgens een zekere regelmaat: ik sta op een vast uur op en eet op vaste tijdstippen. ’s Morgens denk ik na over mijn werk, ik loop rond in het atelier en ’s middags doe ik een dutje. Tijdens die slaap verwerk ik alles waarmee ik bezig ben, ik schets meestal in mijn hoofd, terwijl ik slaap. Wanneer ik wakker word, zie ik alles helder. Ik ben dus een echte namiddagschilder.”

“De onderliggende angsten uit mijn jeugd zijn soms nog aanwezig in mijn werk”

“Ik sport veel, zoals lopen, zwemmen, badminton, veel wandelen. Vroeger heb ik veel gefietst, ik had ooit het idee om wielrenner te worden, maar ik zag al snel in dat dit niet voor mij weggelegd was. Sport is belangrijk om mijn geest en mijn lichaam in balans te houden. Het creatieve proces vraagt veel energie; tegen het einde van de dag heb ik soms het gevoel dat mijn brein oververhit raakt. Ik beantwoord dus helemaal niet aan het cliché van de kunstenaar die een liederlijk leven leidt en aan de drugs en de drank zit. Ik denk trouwens niet dat je het als kunstenaar lang kan volhouden als je niet gezond leeft.”

© Jana Germanus

Kunst is big business geworden, schuilt er een zakenman in de kunstenaar Santy?

“Ik ben niet met geld bezig, ik ken zelfs de prijs niet van mijn eigen werk. Elke ochtend wanneer ik wakker word, ben ik blij dat ik mag schilderen, dat ik van mijn passie kan leven. Maar het is niet omdat mijn werk nu gewild is, dat ik ineens meer werken maak. Sommige galerieën pushen kunstenaars om steeds meer te produceren. Als je onder druk staat, wat tegenwoordig het geval is bij veel jonge, gehypete kunstenaars, dan ben je niet meer aan het schilderen, maar kleur je prentjes in die heel Instagramfähig zijn. Als je ze van dichtbij bekijkt, zijn ze niet volgens de regels van de kunst gemaakt, ze zijn niet doorleefd. Dat wil ik niet, ik bepaal zelf mijn tempo.”

“Als ik niet tevreden ben over een werk, dan overschilder ik het. Ik neem mijn tijd tot een werk mij voldoening schenkt. Kunst maken, kan je niet forceren. Ik ben gelukkig met mijn huidige galerie. Ze pushen niet, ze respecteren mij. Ik sluit mij ook van het commerciële luik af. Via Lore hoor ik nu en dan wie mijn werk koopt. Soms sta ik ervan verwonderd dat mijn werk bij bekende mensen terechtkomt, dat had ik vroeger nooit durven dromen. Ik vind het vooral fijn dat ze mijn werk begrijpen.”

Hoe zie je de toekomst?

“Nu loopt alles goed, maar niemand weet wat de toekomst brengt. Het ene moment ben je heel succesvol als kunstenaar, maar het kan ook snel gedaan zijn. Daarom proberen Lore en ik nu wat zekerheid op te bouwen zodat ik later altijd kan blijven schilderen. We blijven met onze beide voeten op de grond. Luxe is ons vreemd. We hebben wel geïnvesteerd in een tweede atelier in Frans-Vlaanderen, bij de Kasselberg. Het is mijn favoriete streek, het is een heel puur landschap, het lijkt alsof het dorpsleven er stil staat. Als ik naar daar ga, kan ik mijn batterij opladen. Ik investeer ook in goed materiaal, in kwaliteitsdoeken en in kwaliteitsverf met goede pigmenten. Ik koop veel boeken, ik investeer in dingen die van mij een betere kunstenaar maken. Ik wil blijven evolueren en buiten mijn comfortzone treden.”

“Na mijn tentoonstelling in Brussel zal ik zes weken als residentieel kunstenaar werken in het Frans Masereel Centrum in Kasterlee. Ik krijg daar een bungalow ter beschikking waar ik in alle rust kan werken. Ik zal er workshops volgen waarbij alle grafische technieken aangeleerd worden. Ik wil van veel dingen proeven. Schilderen zal altijd mijn grote liefde blijven, maar door andere kunstvormen te beoefenen, krijg ik een andere blik op mijn schilderijen. Ik ben geïnspireerd door de ‘imagerie populaire’. Dat zijn 19de-eeuwse prenten die bedoeld waren om kunst zo snel mogelijk te verspreiden onder alle lagen van de bevolking. Mijn idee is om ook kunst te creëren die snel kan verspreid worden en die toegankelijk is voor iedereen. Kunst is een statussymbool geworden, ik heb daar een dubbel gevoel bij. Persoonlijk heb ik niet de minste ambitie om ster-kunstenaar te worden, laat mij maar werken in de luwte.”

De expo ‘Playtime’ van Kristof Santy loopt nog tot zaterdag 20 mei in Galerie Sorry we’re Closed, Miniemenstraat 39, Brussel.

Info:www.kristofsanty.com.


Wie is Kristof Santy?

– Kristof Santy (35) is geboren en getogen in Roeselare.

– Hij volgde een opleiding druktechnieken en werkte jarenlang in de drukkerij van Roularta.

– Sinds 2021 is hij voltijds kunstschilder.

– Stelde zijn werk tentoon in Los Angeles, Wenen, Londen, Brussel en Brugge.

– Is getrouwd me Lore Berteloot, samen hebben ze een dochtertje van drie jaar.