Jeffrey Jefferson: “Wij Ertebrekers? We zijn eerder tere zieltjes”

"Ik vond het tof dat mijn lief eigenlijk onze muziek niet kende." (Foto Christophe De Muynck)
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

Het grappige jargon en de opzwepende klanken van de West-Vlaamse Drievuldigheid Ertebrekers staan in schril contrast met het dagelijkse leven. Geen fjiste en vele moat’n. Geen zji, stranden crème. Klapstoeltjes te lande blijven op stal, de frisco komt uit het vriesvak thuis en de muziek wordt gestreamd. Ook voor frontman Jeffrey – Jefferson – Bearelle zijn het beklemmende tijden. “Ik fantaseer al volop over die eerste show na corona.”

De Ertebrekers doen hun naam in deze periode alle eer aan. Niet omdat het gevoelloze casanova’s zijn. “Verre van, wij zijn eerder gevoelige jongens”, klinkt het. Wel omdat hun zomerse, opzwepende melodieën en funky beats je in gedachten meeslepen naar een dolle fjiste op de festivalweide, gezellig terrastje met de moaten of een deugddoend crèmetje op een hete dag aan de zji. Alles wat nu niet mag, kan of afgeraden wordt dus. Frontman Jeffrey Bearelle (34), geboren en getogen in Ingelmunster en uitgeweken naar Gent, foetert vanuit zijn kot met ons mee. De voorbije vier jaar ging het lekker hard voor de muzikale succesformule die hij met West-Vlaamse kompanen Flip Kowlier en Peter Lesage uit de grond stampte. De Vlaamse wereldhit De Zji en twee onder luid applaus onthaalde albums zijn daar exponenten van. Nu staat hem een zomer zonder podia, applaus en plastic bierbekertjes te wachten. De optredende muzikant zit thuis, op zijn gat, letterlijk en figuurlijk. Ook ‘Jefferson’ voor dit gesprek.

Jeffrey, hoe ziet jouw leven er momenteel uit?

“Zoals bij iedereen, denk ik: goed en slecht.”

Begin maar met het slechte nieuws.

“Als je structuur als muzikant zonder vast contract wegvalt, is dat niet gemakkelijk. Ik ben ook enorm gehecht aan mijn sport. Plots kon ik niet meer gaan fitnessen en zwemmen. Dat zijn uiteindelijk kleine zaken, maar toch. Ik voel het aan mijn lichaam. Het pijnlijkste van al is de muziek uiteraard. In mei stonden er heel veel repetities gepland. We zouden sleutelen aan onze sets. Dat vind ik zalig. Ik had ook acht shows gepland voor deze maand, met Ertebrekers en de coverband Soul Avenue, waarmee ik regelmatig ook optreed. Die periode waarin de muziekzomer op gang komt, is anders heel leuk. Je ziet de hele crew terug en iedereen heeft zin om weer veel te spelen. Ergens in april begon het bij mij te dagen: dit ziet er niet zo goed uit voor ons muzikanten. Dat piekte.”

“Die keer dat die Japanners zich helemaal lieten gaan op onze muziek… geweldig!” (Foto Christophe De Muynck)

Wat is de positieve kant?

“Ik heb al meer dan anders aan mijn muziek kunnen werken. Ik heb er zelfs wat regelmaat in gestoken. Ik sta op, maak een hele dag muziek, tot ik het ‘s avonds laat moe ben. Er zijn al aardig wat nummers bijgekomen dankzij de lockdown. Niet zozeer voor Ertebrekers maar gewoon wat experimentjes voor mezelf. Ik leefde al even met verschillende ideeën en stijlen in mijn hoofd, maar ik had er nog niet zoveel op voortgewerkt. Als iets niet per se af moet, laat je dat liggen. Nu had ik iets van, oké, ik begin eraan. Er zijn toffe dingen uitgekomen. Op andere dagen spendeer ik tijd met mijn vriendin. Dan wandelen we wat rond of gaan we joggen.”

Ah, de liefde? Vertel eens wat meer over haar.

“We zijn nu een jaar samen. We wonen allebei apart maar proberen regelmatig af te spreken. Zij is de enige persoon die ik in coronatijd zie. Er zijn wat van onze plannen voor de zomer in het water gevallen door corona, maar die pikken we later weer op. Dat is niet zo erg. Ze is uit Brugge afkomstig. We leerden elkaar online kennen.”

Geen sappig verhaal dus?

“Nee, maar het is wel grappig. Mensen vragen soms of ik haar dankzij mijn optredens en muziek heb leren kennen. Totaal niet, ze kende zelfs quasi niets van onze muziek. (lacht) Ze kon De Zji wel meeneuriën, maar dat was het dan. Ik vond het eigenlijk best tof. Er werd zo niet op de muziek gefocust. Ondertussen is ze wel fan. Ze is vorige zomer enkele keren komen kijken naar onze shows.” (glimlacht)

De naam Ertebrekers, is die eigenlijk voortgevloeid uit vorige romances?

“Nee. Dat was aanvankelijk de titel van een single. We hadden een soort ballade geschreven. Flip noemde het een tearjerker. Dat deed ons verder brainstormen en zo kwamen we bij Ertebrekers uit. Tot we beslisten dat het woord eerder als toffe naam voor een band klonk. De rest is geschiedenis.”

Het is dus geen weerspiegeling van de bandleden.

(lacht) “Nee, van geen van ons drieën. We zijn geen hartenbrekers. Eigenlijk zijn we alle drie eerder tere zieltjes. Of nee, dat is misschien overdreven, zeg maar gevoelige jongens.”

Heb je een liedje gemaakt over liefde in tijden van corona, gevoelige jongen?

“Over liefde in tijden van corona niet. Maar vrijwel meteen na het begin van de lockdown, heb ik twee liedjes geschreven: Wast jen and’n’en Bluuf mo bin’n’. (lacht) Dat was eerder uit verveling. Coronahits zijn er niet meteen ontstaan, nee.” (lacht)

“Humor is voor de Ertebrekers een belangrijke drijfveer.” (Foto Christophe De Muynck)

Wat drijft jullie vooral als Ertebrekers? Humor?

“De dingen uit het dagelijkse leven vooral. Humor sluipt daar vanzelf wat in. Als je met drie gasten een band vormt, krijg je niet meteen de neiging om je persoonlijke slechte ervaringen neer te pennen. Het is heel moeilijk voor een ander bandlid om daarop aan te vullen. Als ik iets schrijf over een liefdesverhaal of over een depressie, dan is het moeilijk voor Flip om daarop voort te werken. Met thema’s uit het dagelijkse leven en de nodige humor, kan dat wel. Het brengt ook meteen toffe ideeën met zich mee voor video’s.”


Jullie muziek bracht zelfs al Japanners aan het shaken, met een optreden voor het Belgian Beer Weekend in Tokio in 2016.

“Dat was echt de max. Dat optreden zal me altijd bijblijven. Van West-Vlaams begrijpen die Japanners uiteraard geen snars maar muziek is ook sfeer, melodie en beat. Dat voel je aan. Die mensen hebben zichzelf helemaal laten gaan. Ik moet wat opletten met mijn woorden maar het was er eigenlijk wat kinderlijk. Alles is jolly bij Japanners. (lacht) We speelden ‘s middags, en er konden allerlei Belgische biertjes gedronken worden. De mensen waren dus aardig aangeschoten. Het begon met één iemand die naar voren kwam om een dansje te doen. Toen keken wij eens vreemd naar elkaar. Al snel volgde er nog iemand. Het leek op een soort familiefeest, waarbij eerst de zatte nonkel begon en de rest uiteindelijk volgde. Best wel grappig en heel tof.”

Nog even terug naar deze tijdsgeest. Zijn er zaken die je nu plots thuis bent gaan doen die je anders amper of niet deed?

“In het huishouden bedoel je?”

Bijvoorbeeld.

“Goh, ik zie in de straat veel andere mannen plots voortdurend hun auto wassen en het gras afrijden. Als ik mijn vuile auto zie staan en vervolgens naar mijn gitaar kijk, heb ik de neiging om die auto toch eerder te laten voor wat hij is en lekker gitaar te spelen. (lacht) Ik kuis mijn kot zoals iedereen, maar niet dubbel zo hard als anders. Echt nieuwe gewoontes zijn er niet gekomen.”

Betekent de coronacrisis een rem op jullie laatste album ‘Crème’, dat vorig jaar verscheen?

“Met een album is het wel de bedoeling om twee goeie zomers te spelen, dus daar valt er nu eentje van weg. Maar wij hebben eigenlijk niet te klagen. We hebben toch één zomer kunnen optreden met Crème. Onze albumkosten zijn daarmee gedekt. De tweede zomer is op dat vlak minder belangrijk. Dan wil je sparen om te investeren in een volgend album. Ik denk aan muzikanten zoals Compact Disk Dummies en Eefje de Visser. Hun album kwam net uit. Die eerste zomer, met toffe en prestigieuze festivals, is voor hen weggevallen. Dat is hard. Je album wordt wel gestreamd, maar je momentum is weg. Net dat is belangrijk.”

Wanneer zie je jezelf weer op een podium staan?

“Het zal nog niet voor deze zomer zijn. Ik ben daar vrij realistisch in. Eigenlijk denk ik al aan de zomer van 2021. Misschien kan er hier en daar al iets in de winter. Laat het ons hopen. Ik ben al volop aan het fantaseren over die eerste optredens. Dan gaat het dak eraf. Iedereen in de muziekwereld zal dubbel zo hard genieten van die eerste show na corona.”

Wie is Jeffrey Bearelle?

Jeffrey Bearelle (34) werd geboren in Kortrijk en getogen in Ingelmunster. Sinds enkele jaren woont hij in Gent.

Het grootste deel van zijn middelbare studies spendeerde Jeffrey in het KTA van Heule. Hij studeerde vervolgens grafische vormgeving aan De Bijloke in Gent.

Jeffrey beoefende na zijn studies verschillende jobs, van opvoeder tot fitnesscoach, steeds in combinatie met verschillende muzikale projecten. Zijn professionele doorbraak als muzikant kwam er in 2016 met de groep Ertebrekers, waarvan ook Flip Kowlier en Peter Lesage deel uitmaken. Jeffrey maakt op dit moment ook nog muziek met Soul Avenue en JTOTHEC (‘Jay to the C’ uitgesproken).

“Ik ben al volop aan het fantaseren voor de optredens na de crisis.” (Foto Christophe De Muynck)

Iedereen thuis, dus?

Wat doe je thuis het liefst?

“Aan muziek werken. Daarnaast zet ik veel Netflix en filmpjes op, zoals veel mensen zeker? (lacht) Ik kook ook meer in deze tijden. Ik probeer graag een en ander uit.”

Wat is je favoriete gerecht?

“Op gezonde dagen een stukje vis. Kabeljauw met spinazie, pasta en veel bechamelsaus. Tijdens minder ambitieuze dagen, bestel ik een pizza. Ik ben een grote pizzafan.”

Wat is je favoriete nummer momenteel?

Wild Nightvan Van Morrison. Ik was in mijn bibliotheek onlangs wat klassiekers aan het opsnorren en botste op de cd met dit nummer op. Ik kreeg het album destijds van mijn pa. Dit nummer is een ontdekking. Het is vrij opzwepend en krachtig.”

Ben je normaal gezien een huismus?

“Nu zeker en voor de lockdown eigenlijk ook al een beetje. Als jongere gast ging ik regelmatig uit maar dat is plots gestopt. Ik had het gezien. Ik ga wel af en toe nog eens op café. In Gent baat een van mijn maten een café uit. Daar ga ik na dit alles toch weer eens gezellig aan de toog zitten.”

Voelt deze periode als tot rust komen of loop je eerder de muren op?

“Beide. De ene dag zie ik alles zitten en de andere dag denk ik: dit mag snel gedaan zijn allemaal.”

Wat is het eerste dat je zal doen wanneer deze crisis voorbij is?

“Veel dingen op één dag, denk ik. Als het andere jaren lente wordt, rij ik regelmatig naar mijn ouders en beste maat in Ingelmunster. Om iets te drinken en eens goed te babbelen. Ik loop ook graag langs een bepaald stukje kanaal in Ingelmunster. Daar bewaar ik mooie herinneringen uit mijn kindertijd aan. Ik kijk ernaar uit om op een normale manier iedereen te kunnen bezoeken. En als de fitness weer open is, er volle bak invliegen om mijn conditie weer op punt te zetten.”

Wat is de eerste bestemming waar je heen trekt als we weer mogen reizen?

“Het plan voor deze zomer was het zuiden van Frankrijk. Het liefst zou ik daarmee beginnen als we het land opnieuw uit mogen.”

Wie is Jeffrey Bearelle?

Jeffrey Bearelle (34) werd geboren in Kortrijk en getogen in Ingelmunster. Sinds enkele jaren woont hij in Gent.

Het grootste deel van zijn middelbare studies spendeerde Jeffrey in het KTA van Heule. Hij studeerde vervolgens grafische vormgeving aan De Bijloke in Gent.

Jeffrey beoefende na zijn studies verschillende jobs, van opvoeder tot fitnesscoach, steeds in combinatie met verschillende muzikale projecten. Zijn professionele doorbraak als muzikant kwam er in 2016 met de groep Ertebrekers, waarvan ook Flip Kowlier en Peter Lesage deel uitmaken. Jeffrey maakt op dit moment ook nog muziek met Soul Avenue en JTOTHEC (‘Jay to the C’ uitgesproken).