Leen Dendievel heeft dezer dagen meer dan reden genoeg om te feesten. Haar agenda zit vol leuke projecten, ze is afgelopen zomer getrouwd én zag haar boek Asem in één klap naar de hoogste regionen van de boekentop tien verkassen. “Een goeie babbel op café, dát is voor mij feest.”
Leen Dendievel zit naar eigen zeggen goed in haar vel, geniet met volle teugen van alles wat op haar afkomt. Dan lijkt het vreemd om een boek te schrijven over paniek- en angstaanvallen. “Want het leven is niet altijd een feest”, zegt ze onomwonden. “Er zijn momenten geweest dat ik angstaanvallen had, ook als ik niét aan het werk was. Dat ik het elke fucking dag had en dat vréét energie. Dat moe zijn, die prikkelbaarheid ook. Maar ik heb geleerd dat iedereen kwetsbaar is en zijn gevoeligheden of angsten heeft.”
“Als je al geen vertrouwen in jezelf hebt, hoe kan je het dan in een ander hebben?”
Leen neemt geen blad voor de mond als het daarover gaat, en ook een fijn feestje gaat ze niet uit de weg. Integendeel, zelfs.
Wat was feest voor jou als kind?
“De familiefeesten! Mijn moeder was met vijf thuis, dus elke zomer hield één van hen een barbecue. Kerstavond werd ook met de familie gevierd. En natuurlijk had je ook de volksfeesten in Kooigem. En de schoolfeestjes natuurlijk! Tegenwoordig hoeft het allemaal niet zo groot te zijn, want ik zit in een vak waar het bij wijze van spreken elke dag feest is. De start of het einde van een productie is altijd wel het moment om een flesje te kraken. Al hou ik nog steeds vast aan grote feesten, zoals verjaardagsfeestjes van vrienden en kerstavond. Mijn broers zijn nog altijd verzot op de Sinksenfeesten in Kortrijk, maar ik zit liever in een bruine kroeg als Den Bras dan dat ik naar het plein ga om eenoptreden mee te pikken.”
Geen tafelspringer?
“Wel als er een spontaan feestje is met goeie muziek, maar dat kan echt even goed op café. Ik ben nooit echt een uitgaander geweest, wél een plakker. Ik heb indertijd véél cafés gesloten. Al ben ik geen grote alcoholdrinker. Je zult mij ook nooit zat zien, daarvoor ben ik een te grote controlefreak.”
Ook je huwelijksfeest afgelopen zomer hield je in intieme kring.
“Ja, gezellig in onze tuin, met de hele dichte familie en de vrienden die mee waren op het vrijgezellenfeest. We wilden er echt geen pers bij. Dat hebben we stil kunnen houden, ja. Het was ook niet dat ik in een roze tutu mijn vrijgezellen vierde. Nee, gezellig iets eten en dan in mijn stamcafeetje wat praten. Ooit doen we wel eens een groter feest, want ik vind het wel belangrijk om dat te delen met de mensen die mij of ons kennen, die heel dat proces hebben meegemaakt om te staan waar we vandaag staan.”
Je lijkt mij niet niet het type dat in een feestzaal gaat meezwaaien met de Lacs de Connemara.
“Maar jawel! Dat moet erbij! Ik ben niet traditioneel, maar de Connemara vind ik net heel geestig.”
Ben je wat huwelijk betreft wat klassiek ingesteld?
“Dat valt mee, al krijgen we uiteraard veel de vraag hoe het zit qua kinderen.”
Dat wilde ik net niét vragen, omdat zoiets altijd een te persoonlijke vraag is, vind ik.
“Het is de enige privévraag waarop ik eigenlijk écht wil antwoorden. Net omdat ze zo vanzelfsprekend is geworden en ik vandaag een platform heb om te zeggen: vraag dat niet. Misschien kunnen mensen geen kinderen krijgen, of willen ze er geen en durven ze dat niet zeggen. Als je het mij nu vraagt, dan zeg ik nee, maar wie weet denk ik daar volgend jaar anders over en lukt het dan niet. Of iemand nu geen kinderen wil of er twee of zelfs vijf maakt, moei je daar niet mee, denk ik dan.”
In je boek durf je de dingen ook te benoemen zoals ze zijn en dan volgt bij velen vaak de vraag: je hebt toch alles om gelukkig te zijn?
“Ik kan doen wat ik graag doe, ja, en gelukkig zijn heeft niets te maken met die angstaanvallen. Bij vele mensen overigens. Het ligt eerder aan een bepaalde soort karaktertrek.”
Straf dat je het op tijd kon opmerken. Velen beseffen het pas als ze crashen.
“Ik heb op tijd aan de noodrem kunnen trekken, ja. Erkenning is al het halve werk. Ik heb het vaak met slecht nieuws, discussies of stomweg een kleine opmerking die blijft hangen. Ik heb angstaanvallen, maar geen angst in het leven, dat is nog iets anders.”
“Ik ga geen uitdaging uit de weg, omdat ik wel zeker ben van mezelf. Ik weet wat ik kan en niet kan. En als er een uitdaging is, die ik niet aankan, dan zien we dat ook maar.”
Altijd al zoveel zelfvertrouwen gehad?
“Ik heb nooit schrik gehad om mensen aan te spreken of om iets doms te zeggen, want we zijn allemaal maar mensen.”
Het scheelt misschien dat je twee oudere broers hebt?
“Het zat altijd al in mijn karakter. Mijn twee broers zijn een jaar en tien jaar ouder. Mijn moeder hoorde al van de gynaecoloog dat ik mij zou moeten weren. Maar op mijn vierde zat ik blijkbaar al met de trekker achter hen aan. (lacht) Ik ben altijd zelfstandig geweest, kon goed mijn plan trekken, net omdat ik geen schrik had. Ik vind het belangrijk om te weten én om door te geven, dat niemand meer is dan een ander, dat we allemaal maar iets doen. En dat alles te maken heeft met timing. Tien jaar geleden zou ik dit boek niet hebben kunnen schrijven.”
Een paar jaar geleden had amper iemand van je gehoord. Vandaag speel je in Thuis, ben je samen met een bekende Vlaamse zanger en heb je al je tweede boek uit.
“Het is heel heftig geweest, de afgelopen twee jaar, ja. Ik heb wel geleerd om meer tijd voor mezelf te maken. Lang slapen bijvoorbeeld, daarvan kan ik echt genieten. Ook al omdat ik een nachtbraker ben. Altijd al geweest. Of het nu studeren was of schrijven. Ik kon ‘s nachts ineens opstaan om mijn kasten uit te kuisen. Om dan in mijn bed te kruipen en te denken: dat is tof, om mijn keuken zo proper te zien. Ik heb dit boek ook ‘s nachts geschreven en tussen de opnames van Thuis door.”
“Of ik kinderen wil? Vraag dat niet”
“Het verschil met vroeger is dat ik mijn agenda beter plan. Als ik een hele drukke week heb gehad en er is in het weekend een feestje, dan hoef ik daar niet naar toe. Dan weet ik dat ik mijn vrienden volgende week wel zie. Ik heb vroeger veel tijd in die vriendschappen geïnvesteerd en die zijn mij heel dierbaar. Vandaag weet ik: mijn vrienden lopen niet meteen weg. Ofwel zien we elkaar morgen wel, ofwel gaan we op de wilde boef een koffietje drinken. Maar ik ben gretig daarin.”
“Als ik afspreek voor een koffie, dan wil ik dat het goéie koffie is en een goéie babbel. Ook in mijn werk wil ik er alles uit halen, ik ben maar tevreden als ik weet dat ik er zelf echt alles in gestopt heb. Ik bijt ook meer van mij af dan vroeger. Nu, ik kon dat vroeger ook al, maar ik zeg nu gewoon sneller nee. Als iets mij meer energie kost, dan dat het mij geeft, dan doe ik het niet.”
Veel mensen doen dat niet, uit schrik.
“Vooral in de job hoor je dat vaak. Kan je wel zo gemakkelijk nee zeggen? Wel, ik denk dan: ik heb mijn twee handen gekregen om mee te werken. Als er niets in de pijplijn zit, dan komt er wel iets anders. Ik heb interesses genoeg. Als ik als mens geen nee kan zeggen, waarmee zijn we dan bezig?”
Gaat dat beter met ouder worden?
“Ik denk het wel. Ik ken mijn prioriteiten beter. En ik word graag ouder. Ik heb al vanalles meegemaakt en heb het gevoel dat er nog vanalles moet komen. Ik zal dat blijven hebben, denk ik. Mijn grootvader werd 94 jaar, en ik hoop ook zo oud te worden en dat gevoel nog altijd te hebben, dat ik nog maar in de helft van mijn leven ben.”
Is werken voor jou een feest? Of echt werk?
“Ik kan heel streng zijn voor mezelf. Ik let ook altijd op de details. Maar eenmaal ik iets onder de knie heb, een rol of personage, dan beleef ik daar echt plezier aan. Als je een hele dag gedraaid hebt en je moet ‘s avonds nog op het theater spelen met het idee dat je ‘s morgens weer om vijf uur op moet… ja, dan voelt dat als werken. Maar dat komt gelukkig niet altijd voor. En doordoen, hé. Dat typisch West-Vlaamse, hé. Niet neuten en vooruit! How!”
Vanwaar komt die eindeloze ambitie, denk je?
“Mijn moeder heeft altijd een job gedaan die ze eigenlijk niet graag deed. Ze ging poetsen omdat ze geen verpleegster mocht worden want ze waren met vijf thuis. Dat was normaal in die tijd, en daarom wil ik vandaag doen wat ik graag doe. Ik heb ook nooit een man nodig gehad om mijn leven rijker te maken. Ik ben hem wel tegengekomen en hij maakt mijn leven ook rijker. Maar als je content bent met je eigen leven, dan is dat al veel waard. Je moet in jezelf geloven. De kansen die je krijgt, moet je willen zien. Als je al geen vertrouwen hebt in jezelf, hoe kan je het dan in een ander hebben? Ik vertrouw erop dat ik altijd wel op mijn pootjes zal terechtkomen. Loslaten, dat is vaak de grootste uitdaging. Ik heb nu eenmaal gekozen voor die onzekerheid in mijn leven. In onze job is er nooit een juiste balans. Maar als je dat kan aanvaarden, dan raak je al heel ver.”
“De rol van Kaat is eindig, ja” h2>
Leen speelt al twee jaar de rol van Kaat in de populaire reeks Thuis. “Of ik die rol mijn hele leven speel? De rol van Kaat is sowieso eindig. Als ze morgen zeggen dat het gedaan is, of als ik wakker word met het idee dat ik het gezien heb… Ik veronderstel niet dat ik mijn hele leven Kaat ga spelen. Ik speel heel graag verschillende rollen, maar hoe lang het duurt, dat weet ik niet. Ik laat mijn buikgevoel regeren. In alles, maar echt alles. Ik wil nog heel graag films doen, reeksen ook en misschien ooit nog een boek. Of ik studeer wat bij als het even kalm is. Ik zie altijd wel wat er op mij afkomt.” p>
Wie is Leen Dendievel? h2>
Leen werd geboren op 1 december 1983 en groeide op in Kooigem. Ze heeft nog twee oudere broers. Ze is vorige zomer met zanger Udo Mechels getrouwd en het koppel woont in Antwerpen. p>
Ze volgde de richting sport aan het Sint-Theresia-instituut, trok naar de Kunstacademie van Brugge en daarna naar het Lemmensinstituut in Leuven. Ze acteert al meer dan tien jaar in tal van televisieseries. Sinds 2016 heeft ze een vaste rol als Kaat in de soap Thuis. Leen speelt ook theater, bij onder meer Het Prethuis, het Echt Antwaarps Theater en Sven De Ridder Compagnie. p>
Leen bracht al een boek uit rond liefdesverdriet, Hard. Zopas verscheen haar nieuwste boek Asem. p>
“Dialecten zijn fantastisch”
Opvallend: Leen was de eerste die vorig jaar een West-Vlaams personage mocht spelen in het Echt Antwaarps Theater, dankzij haar goeie vriend Sven De Ridder. “Dat was in Sateekens met Peekens, die ik ostentatief Brochetten met Karooten noemde.” (lacht) Ook in zijn andere voorstelling De Crème Glace Oorlog, die we volgend jaar hernemen, mocht mijn West-Vlaams hoorbaar zijn. Ik heb geen talenknobbel, maar ik vind dialecten fantastisch. Dat geeft vorm aan je personage. Russisch, Antwerps, Kempens… ik doe alles graag. En West-Vlaams natuurlijk ook, al moet ik erop letten dat ik niet te veel, euh… Leen speel. Die woordenschat is ook zo geweldig. In Het Prethuis begreep Alexander niet wat de uitdrukking ‘nu moet ik orten‘ was, terwijl ik dan weer nog nooit gehoord had van ‘het gapt gelijknen oven’. Heerlijk, toch?”
“De rol van Kaat is eindig, ja” h2>
Leen speelt al twee jaar de rol van Kaat in de populaire reeks Thuis. “Of ik die rol mijn hele leven speel? De rol van Kaat is sowieso eindig. Als ze morgen zeggen dat het gedaan is, of als ik wakker word met het idee dat ik het gezien heb… Ik veronderstel niet dat ik mijn hele leven Kaat ga spelen. Ik speel heel graag verschillende rollen, maar hoe lang het duurt, dat weet ik niet. Ik laat mijn buikgevoel regeren. In alles, maar echt alles. Ik wil nog heel graag films doen, reeksen ook en misschien ooit nog een boek. Of ik studeer wat bij als het even kalm is. Ik zie altijd wel wat er op mij afkomt.” p>
Het feestgevoel van...
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier