Fotografe Hannelore Vandenbussche: “Toen mijn idee af was, dacht ik: ‘dit moet naar Netflix’”
De wereld rondreizen en wat ze daar ziet en ervaart op haar eigenzinnige manier vangen in beeld: Hannelore Vandenbussche had nooit gedacht daar haar job van te kunnen maken. Tot ze scoorde met het boek ‘Human Playground’ waarvoor ze intens sportende en spelende mensen over de hele wereld fotografeerde en daarmee Netflix inspireerde tot de gelijknamige en bejubelde documentaire. Maar de allicht enige Dadizeelse met het nummer van Idris Elba op zak, heeft nog wel meer in petto.
Op haar 41ste verjaardag komt Hannelore Vandenbussche helemaal vanuit Amsterdam waar de liefde haar vijftien jaar geleden al naartoe loodste en ze vandaag nog altijd woont en werkt – op een woonboot, om het plaatje compleet te maken – naar Kortrijk gereden, waar ik met haar heb afgesproken. Straks wordt ze bij haar ouders in Dadizele verwacht, waar haar én haar onafscheidelijke, 18 jaar jonge, teckel Amigo een lunch wacht, waarna ze doorrijdt naar Parijs om de rest van haar verjaardag te vieren met haar nieuwe liefde Manon Delporte, een Wervikse die in de Franse hoofdstad mode studeert. Wat mij een royaal gevulde dag lijkt, is voor Hannelore niets bijzonders.
Ze zakt gemakkelijk twee keer per maand naar West-Vlaanderen af, maar zag de voorbije twintig jaar ook de rest van de wereld. Eerst op zoek naar haar roots in Chili – “ik liep al te zagen om erheen te mogen van zodra ik wist dat ik geadopteerd was, maar ik heb toch moeten wachten tot mijn achttiende” – later als assistente van de Britse, in Amsterdam wonende, fotograaf Jimmy Nelson bij het inblikken van zijn bekende boek Before they pass away waarvoor hij 35 inheemse stammen wereldwijd fotografeerde. Een boek dat haar dan weer inspireerde om sportende en spelende volkeren wereldwijd te fotograferen. Om maar te zeggen dat Hannelore gewoon níét onder de Dadizeelse kerktoren vast te lijmen viel…
Hoe zag jij je toekomst als jong meisje, opgroeiend in Dadizele?
“Voor zo lang ik me kan herinneren wilde ik reizen. Chili, mijn geboorteland, intrigeerde me enorm. Mijn zus kwam uit India, nog een andere kant van de wereldbol. Ik wilde gewoon met mijn eigen ogen zien wat zich op al die plekken afspeelt. Op mijn achttiende ben ik uitgevlogen en niet meer teruggekeerd, tenzij om familie te bezoeken.”
“Ik werkte en reisde die eerste jaren dat ik op eigen benen stond, want school zei me niet veel. Maar toen kwam mijn broer om het leven bij een verkeersongeluk, en dat zorgde er voor dat er iets definitief klikte in mijn hoofd: ik besefte beter dan ooit dat het leven zo voorbij kan zijn, en besloot voortaan alleen nog te doen wat me gelukkig maakt.”
En wat jou gelukkig maakt is: foto’s maken, de wereld rond?
“Ik kom uit een ondernemersfamilie waar de aandacht voor cultuur minder groot was. Ik maakte ook geen deel uit van een artistiek milieu of zo. Fotografie was iets wat je als hobby kon doen, meer niet. Ik beschouwde fotografie dan wel als een passie, maar dat je er je beroep kunt van maken, begreep ik toen niet. Pas toen ik in Amsterdam een opleiding fotografie volgde, en daarna al meteen aan de slag kon bij Nelson, veranderde mijn kijk op wat mogelijk is in het leven compleet.”
Je verbleef in die periode ook dikwijls bij inheemse stammen: wat deed dat met je?
“Ik kwam er vooral mezelf tegen. Ik zag hoe die mensen leven: met een totaal andere notie van tijd, volledig gericht op hun familie ook. Het contrast met onze maatschappij waar alles draait om geld verdienen en we alles snel-snel afhandelen is zo groot… Mensen leven er veel meer met elkaar in plaats van naast elkaar. Daar streef ik zelf ook naar sindsdien.”
“Daarnaast heeft het me leren loslaten. Het heeft geen zin om je vast te klampen aan wat geweest is, of wat je niet hebt. Een mens heeft echt maar heel weinig nodig om gelukkig te zijn. Dat mooie inzicht heb ik daar zeker ook aan overgehouden.”
En toen volgde je eigen fotoboek ‘Human Playground’ waarvoor je sportende en spelende mensen over de hele wereld fotografeerde. Je zag er ook een documentaire in, maakte een pilootaflevering en vond Netflix meteen bereid om er een zesdelige reeks van te maken. Mét de steun van acteur Idris Elba die ook de teksten insprak. Denk jij altijd zo groot?
“Eigenlijk wel, ik ben gewoon niet bang om iets aan te pakken. Daar zit die ondernemersmentaliteit zeker voor iets tussen. Zaken doen spreekt me op zich niet aan, maar ik zag natuurlijk wel altijd al hoe het eraan toeging om mij heen. Dus toen ik mijn hele idee had uitgeschreven, dacht ik: dit moet naar Netflix. (lacht) En ik nam meteen een jurist onder de arm, om mijn intellectueel eigendom te beschermen. Ik hoopte op een beetje aandacht, maar dat het zo’n proporties aan zou nemen, had ik nooit durven dromen.”
De rode draad van ‘Human Playground’ is sport en spel. Al is het spelplezier soms ver te zoeken.
“Dat is zo. Mijn uitgangspunt was om sport- en speltradities bij inheemse volkeren vast te leggen, geïnspireerd door mijn werk voor Jimmy Nelson. Maar al zoekend kwam ik tal van andere vormen van sport en spel tegen, en de vele betekenissen die mensen eraan geven, telkens weer anders naargelang de locatie en omstandigheden waarin ze leven. Dat deed me op zoek gaan naar het waarom: we sporten om onszelf uit te dagen, grenzen op te zoeken en onszelf te ontdekken.”
“Bij de Ethiopische stick fighters werd de situatie alsmaar gevaarlijker”
“Zo kwam ik ook bij de thema’s voor de reeks uit: pijn, traditie, religie… En kreeg de reeks veel meer betekenis, ook voor mij: meer dan de fysieke daad van sport en spel – die me op zich weinig interesseert – kon ik me verdiepen in al die verschillende redenen waarom mensen spelen. En dan gaat het al gauw over wie we zíjn, in plaats van over spelletjes.”
Zoek je zelf graag grenzen op?
“Eigenlijk wel. Ik sport momenteel minder, maar vroeger tastte ik graag af wat ik kon in sporten als kitesurfen, snowboarden, wakeboarden… Alles wat een beetje stoer is, inderdaad.”
“Maar het gaat ook op voor mijn werk: ik geef gewoon niet snel op. Voor ik mijn producent Isidoor Roebers ontmoette, ben ik echt wel op veel weigeringen gebotst. Ik had mijn visie op de reeks, maar overal waar ik aanklopte moest ik toegevingen doen: of er moest een YouTube-ster bij betrokken worden, of ik moest zelf in beeld… Er werd soms echt wel mooi geld geboden, maar dat weigerde ik als ik mijn eigen zin niet mocht doen. Ik kon gewoon niet geloven dat werkelijk níémand mijn visie deelde! (lacht) Isidoor deed dat gelukkig wel, het zat goed tussen ons van de eerste minuut. Daar ben ik misschien wat excentriek in: als het niet goed voelt, doe ik het niet. Geld kan daar niets aan veranderen.”
Dacht je dan onderweg nooit: het wordt niets?
“Neen. (lacht) Ik heb hoog gemikt, en als het niets was geworden, dan had ik me daar uiteindelijk wel bij neergelegd. Maar ik geloof in wat ik wil vertellen: het moest lukken. En toen het lukte, was dat voor mij vooral een bevestiging: zie je wel, ik ben goed bezig!”
Je bent allesbehalve een bangerik, al moet je tijdens je reizen en het grenzen opzoeken wel eens gedacht hebben ‘was ik maar thuis gebleven’?
“Bij de Ethiopische donga stick fighters heb ik me niet op mijn gemak gevoeld. Ze voeren een soort oorlogstheater op, waarbij ze elkaar slaan met stokken maar ook constant in de lucht vuren. Naargelang ze dronken werden, werd de situatie steeds gevaarlijker. Eens ik aan het fotograferen ben, vergeet ik de wereld om me heen. Ik kijk door de lens en registreer wat er gebeurt, alsof ik zelf in een soort trance ben. Dat maakt ook dat ik zo’n situatie nadien gemakkelijk kan losmaken. Maar mijn assistente had het daar erg moeilijk mee en wilde nadien ook niet meer teruggaan. Ik begrijp dat, maar zelf heb ik het wel gedaan. Het is goed gekomen.” (lachje)
Voel je jezelf tijdens je werk vooral observator of toch ook betrokken?
“Ik probeer zo open mogelijk in het moment te staan, en vanuit dat standpunt registreer ik wat er gebeurt. Maar ik haal sowieso zelden meteen mijn camera tevoorschijn. Bij de Tarahumara, een Mexicaans volk met de reputatie de beste duurlopers ter wereld te zijn, heeft het zelfs drie dagen geduurd voor ik hun vertrouwen won. Ze waren ongelooflijk verlegen en gesloten. Maar eens ze me vertrouwden, omarmden ze me als familie.”
“Ik doe nog alleen wat me gelukkig maakt”
Wat maakt iemand geschikt om voor jou te poseren?
“Daar kan ik moeilijk de vinger op leggen. Het heeft niets met schoonheid te maken, ik zoek ook niet naar iets specifieks. Maar ik hou ervan als mensen natuurlijk overkomen en tegelijk een soort pure kracht uitstralen.”
En welke thema’s naast sport en spel maken in de toekomst nog kans op jouw aandacht?
“Ik droom van een reeks docu’s waarin ik telkens op zoek ga naar het waarom achter een thema: na why we play word ik onder meer getriggerd door why we pray. Ik ben zelf vrij streng katholiek opgevoed, Dadizele is niet voor niets een bedevaartsoord. (lacht) Ik was opgelucht toen ik op mijn veertiende niet meer naar de mis hoefde, maar religie is me wel blijven boeien. Voor mijn afstudeerproject maakte ik ook al portretten van diepgelovige mensen. En opnieuw: religie neemt over de hele wereld zo veel verschillende vormen aan, ik vind het belangrijk om al die rituelen en tradities vast te leggen.”
“Aan dat concept mogen verder werken, is echt mijn grootste droom. Samen met de mensen met wie ik nu zo’n hecht team vorm: Isidoor en Thomas, mijn regisseur… En Idris Elba misschien.” (lacht)
Die allicht níét de nieuwe Bond wordt. Ze heeft het hem gevraagd. Echt.
Wie is Hannelore Vandenbussche?
– Hannelore Vandenbussche (41) groeide op in Dadizele. Op haar achttiende ging ze op zoek naar haar roots in Chili, waar ze haar biologische ouders terugvond en er nog regelmatig op bezoek gaat.
– Ze studeerde communicatie in Kortrijk en toen ze in Amsterdam ging wonen, volgde ze daar een opleiding fotografie. Ze werd assistente van de Britse fotograaf Jimmy Nelson en bracht onlangs haar eerste eigen fotoboek uit, Human Playground. Daarvoor fotografeerde ze sportende en spelende mensen wereldwijd, van Friezen die fierljeppen over kamelenraces in de Verenigde Arabische Emiraten tot de vrouw die met een prothese de Marathon des Sables in Marokko liep.
– In samenwerking met Netflix bracht ze ook de zesdelige docuserie Human Playground tot stand, waarvoor Idris Elba, onder meer bekend van The Wire, de teksten insprak.
– Het fotoboek is aan de tweede druk toe. Netflix overweegt een tweede reeks van Human Playground. Haar foto’s worden eind dit jaar ook gepubliceerd in de kersteditie van The New York Times.
Interview
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier