Dwars Door Oceanië: de zevende dag

Wouter Deboot
Wouter Deboot Televisiemaker

Vorig jaar fietste Wouter Deboot dwars door Amerika, dit jaar rijdt hij dwars door Oceanië. Met zijn fietstocht door Australië en Nieuw-Zeeland wil hij ons laten kennismaken met onze tegenvoeters. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die maandag in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.

“In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.” Het is alweer van mijn fietsreis door Amerika geleden dat ik de gezegende woorden in de mond nam. Hier spreek ik ze uit alvorens ik bushtucker in mijn mond stop. Bushwat?! Bushtucker betekent letterlijk ‘eten dat de woestijn je biedt’. En die vreemdsoortige knollen worden me aangeboden door een goedgelovig koppel dat al een aantal maanden met een versleten bus onderweg is.

“Laat het je smaken, jongen. In de outback moet je eten als je daartoe de kans krijgt.” Een waarheid als een koe. En het smaakt me nog ook. Al verslik ik me wel een aantal keer. “Wij zijn zevendedagsadventisten”, bekent Terry. Ik frons mijn zweterige voorhoofd. “Lange uitleg, maar het komt er voornamelijk op neer dat iedereen die op zondag naar de kerk gaat verkeerd bezig is. Wij vieren de wekelijkse rustdag van God op zaterdag. Voor ons is dat de zevende dag van de week.” Ik denk: wat een onnozel detail is me dat. Maar blijkbaar is dat niet het enige, want wanneer Sheryl me een boek over samenzweringen onder de neus schuift verslik ik mij een tweede keer.

“Dit boek heeft me definitief veranderd”, zegt Terry. “De wereld is in handen van een aantal machtige mensen met zieke gedachten. Jij gelooft ook dat Osama Bin Laden het bevel heeft gegeven om de Twin Towers te vernietigen?” Ik knik. Hij schudt zijn hoofd. “De Amerikanen hebben dat zelf gedaan. Ze hadden een reden nodig om de oorlog tegen terreur te starten. Hun oorlogsmachine moet blijven draaien. Jongen, geloof niks van wat je ziet of hoort.”

Het zal niet de laatste keer zijn dat ik zoiets hoor. Outbackers kijken nogal achterdochtig naar de wereld. Ik probeer hen te begrijpen, maar ik kan er niet in meegaan. Anders wordt hetgeen ik nu aan het doen ben wel heel moeilijk. “Het moet toch lastig zijn om constant het gevoel te hebben dat je in een grote leugen leeft”, probeer ik nog. “Ah, ik ben een Vietnamveteraan. Ik ben gewoon geworden aan bedrog.”

Ook Sheryl is flink bedrogen geweest.” Maar zij heeft de dranklucht van haar vorige mannen dus ingeruild voor een wel heel nuchter exemplaar. Terry spreekt zonder omwegen en mijdt alles wat zijn lichaam en geest vertroebelt. “Ik drink al jaren niet meer en ik heb me nog nooit zo goed gevoeld. Ik ben nu bijna zeventig, maar als ik zo verder doe haal ik met gemak de 100.” Wanneer Sheryl, bij wijze van afscheid, een denkbeeldig kruis op mijn voorhoofd tekent, knipoogt Terry geheimzinnig. Alsof ik nu plots zelf deel uitmaak van een complot.

Ik sla nog wat vliegen van me af, dank het koppel voor de lunch en kruip op mijn fiets. Vier uur later kom ik gezegend en wel aan bij een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt op mijn reis. Een enorme rode steenbrok ligt hier verwaarloosd in een eindeloze stoffige vlakte. Maandagavond krijgen jullie dat mysterie te zien. Tenzij een complot er anders over beslist…