Een groots feest organiseren, daar gaan we komiek en theaterproducent Dirk Van Vooren nooit op betrappen. Alleen al bij het idee krijgt hij hartkloppingen. Toch weerhoudt hem dat er niet van om anderen een feestelijke avond te bezorgen, integendeel, hij doet niks liever. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. “Maar dat maakt van mij allerminst een feestvarken.”
Intussen tien jaar al staan aan het hoofd van theatergezelschap De Komedie Compagnie twee Bruggelingen, Nico Warrinnier en Dirk Van Vooren. Vanuit hun thuisbasis Theater Elckerlyc aan de Antwerpse Frankrijklei heeft het duo het genre van de volkse komedie in die periode naar een hoger niveau getild. “Op 18 augustus 2008 zijn we aan dat avontuur begonnen, vanuit een blind enthousiasme”, schetst Dirk. “Ik wist precies wat ik wilde: kwaliteitsvolle komedies maken. Uit enkele voorstellingen die ik eerder samen met Gert Verhulst onder de vleugels van Studio 100 speelde, wist ik ook dat er wel degelijk een publiek voor bestond. Ik kreeg een groep goeie acteurs bijeen én in mijn jeugdvriend Nico vond ik de zakelijke partner die ik nodig had. We vullen elkaar perfect aan: ik neem alles op me wat zich op het podium afspeelt, hij alles wat daarbuiten gebeurt.”
“Ik ben een piekeraar, maar mijn leven is te kort om het te vullen met negativiteit”
Hun missie lijkt geslaagd. Theater Elckerlyc kreeg het voorbije seizoen 127.000 bezoekers over de vloer, waarin de voorstellingen van De Komedie Compagnie een groot aandeel hebben. En zelfs een Stany Crets heeft zijn vooroordelen over het genre opgeborgen en intussen al drie revues geschreven en geregisseerd voor het huis. De uitdagingen voor de toekomst blijven groot, het oude pand kraakt in zijn voegen, maar Dirk voelt zich op vandaag als een vis in het water. “Dat mensen nu uit eigen beweging naar ons komen kijken, daar geniet ik elke keer opnieuw van. In die zin is optreden op vandaag inderdaad een feest voor mij.”
Dat publiek werd hem dan ook niet in de schoot geworpen; hij moest er aanvankelijk zelf naar op zoek. Jarenlang snorde een jonge Dirk Van Vooren op zijn brommertje in de ruime omgeving van Brugge rond, van feestzaal naar feestzaal, om er zijn homemade komische acts op te voeren. Op bruiloften, communies en jubilea, een kwartier lang of twee keer tien minuten, tussen de feestgangen of dansnummers in. “Soms twee of drie per avond, wat in pre-Google maps-tijden geen sinecure was om overal op tijd te geraken”, herinnert hij zich. Maar moeilijk ging ook, vond Dirk. Want hij moest en zou zijn droom om komiek te worden waarmaken, ook al werd daar thuis destijds anders over gedacht: “Ik speelde de sketches van Willy Lustenhouwer al na op mijn zesde. Op televisie zag ik André van Duin, Gaston & Leo en Piet Bambergen aan het werk: dat wilde ik ook doen. En ik voelde dat ik het in me had, maar hoe breng je je ouders zoiets aan het verstand? Een theateropleiding zagen ze absoluut niet zitten, dat was in hun ogen alleen maar goed ‘om in mijn ongeluk te lopen’. Ze vonden dat ik beter leraar kon worden, ik tekende en schilderde tenslotte ook graag.”
Een en ander noopte Dirk er op zijn veertiende toe om naar de Jongerentelefoon te bellen met de vraag wat hij kon doen om te leren acteren. “Daar raadden ze me aan om in de bibliotheek een lijst op te zoeken van amateurtheatergezelschappen in Brugge. Ik heb ze allemaal opgebeld en was voor ik het wist bij drie ervan aangesloten. Ik ging sindsdien bijna elke avond repeteren en dat mocht wel van mijn ouders, op voorwaarde dat mijn schoolwerk er niet onder leed. Het is me nog altijd een raadsel hoe ik toch telkens door de examens geraakte.” Naar de ‘soupers’ waarmee elk gezelschap destijds traditiegetrouw het einde van een theaterseizoen afsloot, keek Dirk bovendien lang op voorhand uit: omdat ze hem de kans boden om zijn eigen acts uit te proberen op collega-acteurs. “En daar kreeg ik voor het eerst te horen dat ik komisch talent heb en dat ik er iets mee moest doen.” De rest is geschiedenis.
Hoe beleefde jij de feesten waar je in de eerste helft van de jaren 90 op zoek ging naar een publiek voor je grappen?
“Voor mij was dat in de eerste plaats werken. Ik ging mijn job doen, ik ging niet naar een feest. Bovendien vond ik de feesten zelf meestal erg geforceerd. Dat ik het feest altijd vanuit de coulissen meemaakte, zal daar niet vreemd aan geweest zijn. Ik vóélde de spanning die er heerste bij degenen die het feest organiseerden. Zou het wel goed zijn? Liep alles zoals het moest in de keuken? Zouden de mensen wel content zijn? Op feesten waar geld duidelijk geen probleem was, ging het er soms wel meer ontspannen aan toe. Maar daar liepen de feestarchitecten die men had ingehuurd dan weer te stressen! (lacht) Ik was vrij jong toen ik dat meemaakte, en om eerlijk te zijn heeft het me een afkeer voor feesten bezorgd.”
Voorbije zomer vierden jullie tien jaar De Komedie Compagnie nochtans wel met een flink feestje.
“Zeker, maar daarbij stond ons theatergezelschap centraal. Ik maak vooral niet graag zélf het voorwerp van een feest uit. Ik ben 25 geworden, 30 en 35, maar dat heb ik niet op een noemenswaardige manier gevierd. Mijn vriendin en ik zijn ook niet getrouwd om die reden. We hebben het er al over gehad, en misschien zouden we het wel moeten doen, maar zij voelt net zo weinig voor een feest als ik…”
Je hebt éígenlijk gewoon angst voor feesten?
“Precies! (lacht) Ik vind het zo’n gedoe om een feest te organiseren. Maar ook feesten waarvoor ik zelf word uitgenodigd, beschouw ik doorgaans als iets wat ik ‘moet’ doen. Soms gaat het er dan op het moment zelf heel leuk en gemoedelijk aan toe, en amuseer ik me zelfs goed, en toch moet ik mezelf altijd weer dwingen om ernaartoe te gaan. Het lijkt een beetje op drempelvrees: ik sta bijvoorbeeld doodgraag op een podium maar ik zal nooit in mijn eentje een café binnenstappen. Zo voelt het ook als ik een feestzaal in moet, ik begin al te zweten als ik bedenk dat ik al die mensen een hand moet geven. Bovendien steek ik het dan in mijn hoofd dat ik dat ook echt moet doen, want ik zou niet willen dat iemand het me kwalijk neemt dat ik geen goeiendag ben komen zeggen.”
Je maakt het jezelf echt niet gemakkelijk blijkbaar.
“Zwijg! Feest is gewoon pure stress voor mij. (lacht) En ik denk echt dat nogal wat mensen daar hetzelfde over denken, maar het niet durven te zeggen.”
“Onlangs heb ik een begrafenis als een feest ervaren, heel intens was dat”
“Voor mij zit feest soms in een klein hoekje. Thuiskomen en met je gezin een aperitiefje drinken bijvoorbeeld, ik noem dat een feestelijk momentje. En het lijkt me leuker om mijn leven aaneen te breien met dat soort momentjes dan me van het ene grootse feest naar het andere te slepen.”
Als kind keek je misschien wel uit naar een communie- of verjaardagsfeestje?
“Maar neen gij! Stress! Neem nu de communiefoto die ze van mij maakten, in de witte Lada met bordeauxrode zetels van mijn vader, in mijn korte broek: de lach op mijn gezicht is één kramp! Op dat communiefeest zaten mijn ouders tjokvol stress! De bruiloft van mijn oudere zus: stress!”
“Waar ik als kind wel heel erg naar uitkeek, was het sinterklaasfeest waar mijn grootmoeder me elk jaar mee naartoe nam in het Oud Strijdershuis in Brugge. Die vlinders in mijn buik, dat gevoel om een cadeautje te krijgen, dat ik hém zou zien… Het is dat sinterklaasgevoel van toen dat ik bij mezelf probeer op te roepen in de voorstellingen die we nu maken, een soort ‘positieve spanning’.”
“Kijk, ik weet dat er mensen zijn, die geboren zijn om te feesten, en oprecht niks liever doen dan feesten organiseren. Die dat zelfs ontspannend vinden. Ik gun hen dat van harte, maar mij lukt het niet. Die mensen hebben een soort joie de vivre die ik niet herken.”
Nu klink je als een zorgelijk man?
“Ik ben een piekeraar, ja. Maar dan wel een positieve. Het glas is voor mij half vol, niet half leeg. Ik besef dat mijn leven te kort is om het te vullen met negativiteit. Ik weiger problemen te zien, er zijn alleen uitdagingen en oplossingen. Zeker in mijn job.”
Geen enkel feest niettemin dat je om de een of andere reden bijgebleven is?
“Het zal wel vreemd klinken, maar onlangs heb ik een begrafenis als een feest ervaren. Deze zomer overleed John Lanting (Nederlands acteur, regisseur en producent, bekend door zijn Theater van de Lach, red.). Hij was al langer ziek en had zijn begrafenis helemaal zelf voorbereid. Hij had ook teksten geschreven waarin hij zijn gasten toesprak – voorgelezen door anderen uiteraard en waarin hij iedereen uitnodigde om samen het glas te heffen op zijn mooie leven. Geen dramatiek, geen verdriet, hij wilde alleen tevreden gezichten zien. Heel intens was dat. En zo bijzonder dat ik het de rest van mijn leven zal meedragen.”
In een van je eerste interviews vertelde je dat je maar één nadeel zag aan optreden als komiek: relaties waren geen lang leven beschoren.
“Dat was zo inderdaad. Optreden was en is voor mij een vuur dat niet te blussen valt. Van zodra er moest gekozen worden tussen relatie en job, koos ik voor de job. Met mijn vrouw lukt het intussen wel, al 16 jaar lang zelfs, maar zij stelt me dan ook niet voor die keuze. Als styliste bij Studio 100, waar ik haar overigens leerde kennen, weet zij hoe de entertainmentsector werkt.”
“En toch heb ik de kans om in Nederland door te breken laten schieten. John Lanting had ons daar met de Komedie Compagnie geïntroduceerd, in 2014 brachten we er 55 voorstellingen in drie maanden. Met succes! Het jaar nadien werd ik opnieuw gevraagd. Maar de combinatie van verre verplaatsingen met het uitbaten van Theater Elckerlyc woog veel te zwaar. Onze dochter Anna was vijf toen ze me vroeg of ik nu alwéér moest gaan optreden. Of ik haar dan niet meer graag zag misschien? Dat is hard binnengekomen. Die tweede tournee in Nederland heb ik niet meer aangenomen, terwijl het wél altijd mijn droom was geweest. Spijt? Niet echt. Ik had het vooraf nooit kunnen denken, maar kinderen krijgen, heeft een grote impact op mij gehad.”
Stond vader worden op je to-dolijst?
“Neen. Mijn vrouw wilde kinderen, ik niet. Ik heb haar letterlijk gezegd, toen we het nog over kinderen als een algemeen begrip hadden, dat ik er één keer per jaar mee naar Plopsaland zou gaan en dat al de rest voor haar rekening kwam. Ze vond dat goed. (lacht) Zo heb ik kinderen gekregen, zonder nadenken dus, al zal ik de enige niet zijn. Maar plots sta je dan met twee voeten in de realiteit. Al van het eerste bezoek aan de gynaecoloog had ik het te pakken: de onrust over het welzijn van dat kind, het gevoel van verantwoordelijkheid, en dat dat niet meer weggaat… Ik had daar eerder ooit bij stilgestaan. Voordien was kinderen nemen zoiets als meubels kopen voor mij. Compleet fout natuurlijk, een kind groeit uit tot een individuutje met een eigen wil, een eigen persoonlijkheid, recht op een eigen leven. Een liefdevol leven bovendien, en daar moet en wil ik dus voor zorgen.”
“Maar… geboortefeesten en babyborrels zijn daar ook niet bij te pas gekomen. Alstublieft, spáár me!” (lacht én huivert)
Vijftig worden met stoemp en worst h2>
“Toen Dré Steemans zaliger, ook bekend als radio- en tv-figuur Felice Damiano 50 jaar werd, had hij het idee om geen feest te geven, maar een jaar lang elk weekend een paar vrienden uit te nodigen. Zo zou hij hen veel intenser kunnen ontvangen en tijd maken voor hen. Ik weet niet of hij het ook echt gedaan heeft, maar ik vond het een prachtidee. Zo zie ik 50 vieren ook zitten. En dat hoeft niet elke week op restaurant te zijn, stoemp met worst bij mij thuis kan ook!” p>
Bedrijfsfeesten: niet om mee te lachen?
Dirk bracht actes de présence op tal van trouw- en aanverwante feesten, maar ook op bedrijfsfeesten: “Dat lag niet altijd gemakkelijk, want daar hangt doorgaans een meer gespannen sfeer. Mensen lachen er pas als ook de bazen lachen. Ik heb het zelfs meegemaakt dat ik mijn grappen moest brengen nadat de directeur zijn personeel verteld had hóé slecht het wel ging met het bedrijf. De rode cijfers vlogen in het rond, er zouden besparingen volgen, maar niet getreurd, hier komt Dirk Van Vooren! Ik was die avond het liefst ónder het podium gekropen.”
Wie is Dirk Van Vooren? h2>
Dirk Van Vooren (44) groeide op in Brugge. Hij volgde een regentaatsopleiding, maar zijn hart lag in het theater. In 1989 begon hij op te treden als visueel komiek. p>
Hij werkte tien jaar lang samen met Luc Caals, eerst zes jaar in Het Witte Paard in Blankenberge, later, in een productie van Studio 100, met een eigen zomershow in Blankenberge en een winterrevue in Antwerpen. p>
Hij is ook bekend als Steven Stil uit het kinderprogramma Piet Piraat. p>
In 2008 richtte hij De Komedie Compagnie op, een commercieel theatergezelschap dat komedies programmeert voor een breed publiek. p>
Samen met zijn vriendin Griet en hun kinderen Anna (7) en Tuur (5) woont hij in Sint-Niklaas. p>
“Leukste feest staat niet in je agenda”
“De leukste feesten zijn deze die niet in je agenda staan”, meent Dirk. “In de foyer na een voorstelling bijvoorbeeld, als de laatste gasten vertrekken en er alleen nog een handvol acteurs achterblijft. Dan zetten we wel eens muziek op en is het plots uren later. Ja, dan passeert zélfs de polonaise wel eens, of Dana Winner en bijna zeker altijd dat van ‘skopje skopje de skop’… (onder kenners bekend als ‘A far l’amore comincia tu’, red.). En dat feest probeer je de dag nadien dan niet te herhalen, want het wordt zeker nooit even plezierig. Ik kan er niet omheen: het zijn de memorabele momenten die je niet verwacht, die het langst blijven hangen.”
Vijftig worden met stoemp en worst h2>
“Toen Dré Steemans zaliger, ook bekend als radio- en tv-figuur Felice Damiano 50 jaar werd, had hij het idee om geen feest te geven, maar een jaar lang elk weekend een paar vrienden uit te nodigen. Zo zou hij hen veel intenser kunnen ontvangen en tijd maken voor hen. Ik weet niet of hij het ook echt gedaan heeft, maar ik vond het een prachtidee. Zo zie ik 50 vieren ook zitten. En dat hoeft niet elke week op restaurant te zijn, stoemp met worst bij mij thuis kan ook!” p>
Bedrijfsfeesten: niet om mee te lachen?
Dirk bracht actes de présence op tal van trouw- en aanverwante feesten, maar ook op bedrijfsfeesten: “Dat lag niet altijd gemakkelijk, want daar hangt doorgaans een meer gespannen sfeer. Mensen lachen er pas als ook de bazen lachen. Ik heb het zelfs meegemaakt dat ik mijn grappen moest brengen nadat de directeur zijn personeel verteld had hóé slecht het wel ging met het bedrijf. De rode cijfers vlogen in het rond, er zouden besparingen volgen, maar niet getreurd, hier komt Dirk Van Vooren! Ik was die avond het liefst ónder het podium gekropen.”
Het feestgevoel van...
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier