De littekens van de mijnenslag

De Spanbroekmolenkrater - die oorspronkelijk een diameter van 76 meter en een diepte van 12 meter had - is beter bekend als de Pool of Peace, een sterk vredessymbool dat opengesteld is voor het publiek. In het bosje rond de krater bevindt zich nog een Duitse betonconstructie.
Sandra Rosseel

Honderd jaar geleden werd de Mijnenslag in Heuvelland uitgevochten. Op 7 juni 1917 om 4.10 uur plaatselijke tijd – Zero Hour – ontploften bijna gelijktijdig 19 dieptemijnen in de Heuvellandse ondergrond, tussen Hill 60 en Ploegsteert. Die Battle of Messines, die nog tot 14 juni 1917 zou duren, maakte deel uit van een Brits plan om het front te doorbreken door de Duitse stellingen te ondermijnen.

Speciale Tunneling Companies groeven daarvoor tunnels uit tot onder de Duitse stellingen. De verrassing, impact en chaos bij de Duitsers waren compleet en de Britten behaalden hun tot dan toe grootste militaire succes uit Den Grooten Oorlog. De kraters die toen ontstonden, vormen nu nog altijd een blijvende herinnering aan de oorlogsgruwel.

“Deze idyllische vijvers dragen een gruwelijke geschiedenis met zich mee”

De hoeve Hollandse Schuur ligt tussen drie kraters, die net na de ontploffing een diameter van 55,8, 32 en 43 meter hadden. Na de oorlog werd de hoeve herbouwd tussen de drie kraters, die nu naar schatting 7, 2 en 3 meter diep zijn.
De hoeve Hollandse Schuur ligt tussen drie kraters, die net na de ontploffing een diameter van 55,8, 32 en 43 meter hadden. Na de oorlog werd de hoeve herbouwd tussen de drie kraters, die nu naar schatting 7, 2 en 3 meter diep zijn.

Ook bij Petit Bois, het bosje nabij de Kroonaardstraat, werd al vrij vroeg oorlog gevoerd met tunnels en ondergrondse mijnen. Zo deed een Duitse tegenmijn in 1916 de hoofdgalerij van de Britten over een lengte van 300 meter instorten. Twaalf mijnwerkers raakten afgesneden, elf van hen stierven door verstikking. Nadien stopten de Duitse tegenacties, wellicht omdat de Britse tunnels toen al klaar waren en de Duitsers dus geen graafactiviteiten meer waarnamen.
Ook bij Petit Bois, het bosje nabij de Kroonaardstraat, werd al vrij vroeg oorlog gevoerd met tunnels en ondergrondse mijnen. Zo deed een Duitse tegenmijn in 1916 de hoofdgalerij van de Britten over een lengte van 300 meter instorten. Twaalf mijnwerkers raakten afgesneden, elf van hen stierven door verstikking. Nadien stopten de Duitse tegenacties, wellicht omdat de Britse tunnels toen al klaar waren en de Duitsers dus geen graafactiviteiten meer waarnamen.

Aan de Kruisstraathoek, het kruispunt van de Kruissstraat met de Wulvergemstraat, zien we nog 2 mijnkraters. Een derde werd in september 1972 dichtgegooid.
Aan de Kruisstraathoek, het kruispunt van de Kruissstraat met de Wulvergemstraat, zien we nog 2 mijnkraters. Een derde werd in september 1972 dichtgegooid.

Maedelstede was een van de laatste locaties die werd uitgekozen voor de plaatsing van mijnladingen op grote diepte, waardoor de troepen maar weinig tijd hadden om de tunnels uit te graven. Pas op 2 juni 1917, 5 dagen voor de Big Bang, was deze mijn nabij Maedelstede Farm, waar de Duitse troepen een versterking hadden uitgebouwd, klaar.
Maedelstede was een van de laatste locaties die werd uitgekozen voor de plaatsing van mijnladingen op grote diepte, waardoor de troepen maar weinig tijd hadden om de tunnels uit te graven. Pas op 2 juni 1917, 5 dagen voor de Big Bang, was deze mijn nabij Maedelstede Farm, waar de Duitse troepen een versterking hadden uitgebouwd, klaar.

In het grasland op de hoek tussen de Wijtschate- en de Scheerstraat ligt de Peckam-krater. Hier lag Bubenstede, een boerderij die door de Duitsers tot een zwaar versterkte, vooruitgeschoven post was uitgebouwd. Op deze plek, waar de Duitse en Britse linies op nauwelijks 80 meter van elkaar verwijderd lagen, was de ondergrondse oorlog al in mei 1915 op gang gekomen: Duitse troepen lieten in twee jaar tijd een tiental kleine mijnen kort voor de Britse loopgraven ontploffen.
In het grasland op de hoek tussen de Wijtschate- en de Scheerstraat ligt de Peckam-krater. Hier lag Bubenstede, een boerderij die door de Duitsers tot een zwaar versterkte, vooruitgeschoven post was uitgebouwd. Op deze plek, waar de Duitse en Britse linies op nauwelijks 80 meter van elkaar verwijderd lagen, was de ondergrondse oorlog al in mei 1915 op gang gekomen: Duitse troepen lieten in twee jaar tijd een tiental kleine mijnen kort voor de Britse loopgraven ontploffen.

Ook de vijver bij het landhuis Le chalet de la Mine langs de Rijselseweg in St.-Elooi ontstond in de mijnenslag. Tegen de westelijke rand van de krater bevindt zich nog een Britse bunker. De site is toegankelijke gemaakt voor bezoekers. In de onmiddellijk omgeving bevinden zich nog meerdere andere mijnkraters, die dateren van 27 maart 1916.
Ook de vijver bij het landhuis Le chalet de la Mine langs de Rijselseweg in St.-Elooi ontstond in de mijnenslag. Tegen de westelijke rand van de krater bevindt zich nog een Britse bunker. De site is toegankelijke gemaakt voor bezoekers. In de onmiddellijk omgeving bevinden zich nog meerdere andere mijnkraters, die dateren van 27 maart 1916.

Onder de noemer Zero Hour wordt de Mijnenslag de komende dagen en maanden herdacht, met onder meer drie exposities en drie ceremonies. Op zaterdag 10 juni organiseert GoneWest het herdenkingsevenement Kraterfront. Diezelfde avond is er ook een internationale concertavond met onder meer Wannes Cappelle en Ozark Henry.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier