Met Jonas Winterland naar zijn roots in Roeselare

(Foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Singer-songwriter Jonas Winterland hoeft zichzelf niet constant opnieuw uit te vinden. Met zijn nieuwe cd treedt hij uit de schemerzone. Het sabbatjaar heeft de vader van twee zichtbaar deugd gedaan. Voor ons komt hij nog graag eens terug naar zijn geboortestad Roeselare, waar hij – hoe kan het ook anders – ook de stilte opzoekt.

Het is enigszins symbolisch dat we met Jonas Winterland afspreken in Muze’um L in Rumbeke. De plek weerspiegelt als geen ander zijn persoon en zijn werk: eigenzinnig, sober en toch verrassend. Zijn speelse kant vinden we even verderop, in het Sterrebos, waar hij vaak zijn weekends sleet. Eerst als lid van de KSA, later ook als leider. Tegenwoordig zijn de weekends voor zijn gezin en de optredens die hij doet naar aanleiding van zijn vierde album Berichten uit de schemerzone. Iets vrolijker dan de voorgaande cd’s, maar zijn typerende melancholie is toch nog onmiskenbaar aanwezig.

Mocht je Jonas Winterland niet kennen: de jonge Roeselarenaar droomde van een carrière als schrijver, ging Germaanse studeren en tokkelde op zijn kot wat op zijn gitaar. In Leuven werd hij ontdekt door Milow, die hem meenam op tournee. Gaandeweg spraken kleppers als Bart Peeters, Raymond van het Groenewoud en Klaas Delrue zich uit als grote fans. Ook nu roert er wat: zijn nieuwe album wordt goed onthaald, concerten raken vlotjes uitverkocht en Jonas heeft naar eigen zeggen meer dan ooit zijn draai gevonden. Terwijl een storm door het museum en het bos waait, is die in zijn hoofd al even gaan liggen. Met dank aan een sabbatjaar.

Waarom een sabbatjaar?

“Ik merkte dat er wat routine in mijn werk begon te sluipen. Ik wilde weer goesting krijgen, wat scherpere ideeën ook. Na een maand was ik al weer nummers aan het schrijven. Veel proza ook, dus dacht ik eerder in de richting van een boek. Het werd uiteindelijk een boek én een cd. Je krijgt datzelfde gevoel van als je debuteert: je eventjes onaantastbaar voelen. Ik denk wel dat ik die twee sporen ga blijven volgen.”

(Foto Christophe De Muynck)
(Foto Christophe De Muynck)

Opvallend: ook nu lijk je al je zielenroerselen bloot te leggen. Is dat niet té confronterend op een podium?

“Wat ik schrijf vertrekt inderdaad uit mezelf. Maar ik heb in de loop der jaren ontdekt dat je door een klein detail te veranderen, kunt afwijken van dat autobiografische. Wat ik breng is dus een soort mix van fictie en non-fictie. Uit zelfbehoud. Je mag ook nooit te veel invullen. Laat de mensen dat maar zelf doen. Maar zo hou ik wel degelijk de touwtjes in handen. Het leuke aan deze stiel is dat je uiteindelijk zoveel rookgordijnen kan optrekken als je wil. Ik praat graag over een nieuwe plaat, maar er zijn ook dingen waarvan ik denk: daar heeft het publiek geen zaken mee. Ik wil mijn privéleven ook niet gebruiken om aandacht te krijgen voor mijn muziek.”

Ik ga eerlijk zijn: ik volg je al een tijd, maar was verrast toen je zei dat je twee kinderen hebt.

“Laat ons zeggen dat er drie belangrijke identiteiten in mijn leven zijn: ik ben liedjesschrijver, het lief van mijn lief en vader van mijn kinderen. En dat probeer ik altijd in evenwicht te houden. Het vaderschap is superbelangrijk voor mij, maar ik ga evenwel nooit foto’s van mijn kinderen online plaatsen.”

(Foto Christophe De Muynck)
(Foto Christophe De Muynck)

Waarom precies?

“Ik denk dat dat soms zeer ingrijpend is op de privacy van kinderen. Die zijn te jong om nee te zeggen. Ik vind dat vreselijk, ik snap niet dat mensen dat allemaal te grabbel gooien. Bij volwassenen denk ik al vaak: zou je dat nu wel posten, maar zij zijn in principe oud en wijs genoeg. Maar dat beslissen in plaats van je kinderen, vind ik zeer delicaat. Ik zit beroepshalve wel op sociale media, maar ik meen dat ze het lelijkste in de mens naar boven brengen. Iedereen spuit er maar zijn mening op. Het getuigt vandaag van karakter en moed om nog te durven zeggen: sorry, daarover weet ik te weinig om mij er een mening over te vormen. Mochten meer mensen dat doen, zou dat ons veel onzin besparen. Op een concert zitten mensen soms meer naar hun schermpje te kijken dan naar jou. Ik begrijp dat niet zo goed.”

(Foto Christophe De Muynck)
(Foto Christophe De Muynck)

Even terug naar je kinderen. Hoe ben je als vader? Streng, geduldig?

“Als ik uitgeslapen ben, geduldig. (grijnst) Het liedje Treuzelaars (waarin hij er een ode aan brengt, red.) gaat daar deels over. Veel jonge ouders vinden dat treuzelen allesbehalve praktisch. Ik kan mij soms ook ergeren ‘s morgens als het niet vooruitgaat, maar op een gegeven moment denk ik: fuck it. Waarom moet mijn zoontje zich eigenlijk haasten, wat is het ergste dat kan gebeuren? Dat we twee minuten te laat zijn? Weet je, vroeger in de kleuterschool zeiden ze tegen mijn moeder dat ik me ook wat meer moest haasten. Dat is niet gelukt, want ik ben nog altijd traag. Ik heb pas op mijn 29ste gedebuteerd en heb er vijf jaar over gedaan om de vrouw van mijn leven te veroveren. Maar eigenlijk vind ik dat je voor de belangrijke zaken in je leven je tijd moet nemen. Vorig jaar was er een oudercontact voor mijn zoontje, waar ik hetzelfde te horen kreeg als mijn moeder destijds over mij: te traag. Maar ik probeer hem niet op te jagen. Ik vind ook niet dat hij alles per se snel en efficiënt moet doen. Het is ook goed dat er mensen zijn die niet heel snel kunnen volgen en afwijken van de norm.”

Het is wel confronterend om zowel je goede als slechte eigenschappen te herkennen in je kind.

“Vroeger schaamde ik mij enorm als mijn moeder bij bewierookte waar ik bijzat, maar nu doe ik het zelf. Ik vind het een voorrecht om mijn kinderen (ze zijn drie en vier jaar, red.) te zien ontwikkelen, en tegelijkertijd kijk ik soms echt in een spiegel. Het gevoel voor drama dat mijn dochter soms tentoon kan spreiden, bijvoorbeeld. In zekere zin brengen mijn kinderen mij in het reine met mezelf, op veel vlakken. Mijn zoon heeft een enorme fantasie, waarin hij ook echt leeft. Zelf leef ik ook 80 procent van de tijd aan de binnenkant van mijn hoofd. En dat is voor mijn omgeving niet altijd simpel. Zeker niet voor mijn lief. Hij is er wel, maar niet met zijn hoofd, denkt ze dan. Maar ik vind dat ook een enorme rijkdom in het leven, kunnen verdwalen in je eigen gedachten.”

(Foto Christophe De Muynck)
(Foto Christophe De Muynck)

Waarvan kan je echt genieten?

“Ik ben heel graag op mijn eentje. Dat moet je soms afdwingen als je kinderen hebt. Maar als ik met mijn gezin samen ben, dan ben ik er ook honderd procent. Dan ben ik niet bereikbaar. Ik vind ook niet dat je dat altijd moet zijn. Momenteel is mijn telefoon mijn werkinstrument, maar tijdens de vakanties zou ik niet weten waar hij ligt. Dan vertraagt alles en pak ik het leven zoals het komt. En dat is op het ritme van mijn kinderen. Ik kan uren verliezen door mee te gaan in hun spel.”

Omdat we als volwassenen vaak vergeten dat alles mogelijk is.

“Wij denken vooral dat veel móét. Toen ik muziek wilde maken, maakten mijn ouders zich zorgen over de onregelmatige uren. Maar dat betekent niets voor mij. Het leven is ook onregelmatig. Voor ik van mijn muziek kon leven, deed ik er andere jobs bij. Toen ik aangaf daarmee te willen stoppen omdat muziek maken belangrijker was, kreeg ik te horen: ‘en uw pensioen dan?!’. Mogen we dan pas op ons 65ste gelukkig zijn? Het leven speelt zich nú af. Het is zo’n gigantisch cliché, maar het kan in één vingerknip gedaan zijn, dus ik probeer echt in het nu te leven.”

Sta je positiever in het leven in vergelijking met vroeger?

“Ik ben nog altijd een piekeraar. Dat is een blijvende oefening om dat wat in te dijken, merk ik. Maar als ik dat vergelijk met mezelf als puber of adolescent… Ik laat mezelf nu toe om drie dagen over iets te piekeren in plaats van drie maanden. Omdat je er toch geen controle over hebt. Ik kan me over heel veel dingen zorgen maken, maar dan blijf je wel ter plaatse trappelen. Mensen kunnen de indruk hebben dat hun leven op pauze staat als er iets dramatisch gebeurt, wat ook begrijpelijk is. Het is kil ontwaken als je merkt dat iedereen rond je gewoon voortgaat. Dat is niet gevoelloos van die andere mensen, dat is gewoon hoe het leven loopt. Iedereen moet uiteindelijk weer die draad oppakken.”

Had je dat gevoel van stilstaan ook in je sabbatjaar?

“Nee. Mensen hebben daar een heel romantisch beeld van, alsof ik een jaar heb zitten kijken naar hoe het gras aan het groeien was. Ik heb vooral mijn muziek en optredens op pauze gezet. De rest bleef wel doorrazen. Ik heb mezelf gewoon wat gedwongen om meer mijn tijd te nemen. Er zijn songwriters die elke dag een nummer kunnen schrijven, maar bij mij werkt dat niet. Af en toe moet ik léven om dat vat weer vol te laten lopen met inspiratie. Ik las tijdens mijn sabbatjaar een mooi boek over schrijvers en hun inspiratie: schrijvers en songschrijvers panikeren soms als ze geen inspiratie hebben, maar dat is eigenlijk omdat ze net op dat moment inspiratie aan het opdoen zijn. Als er geen liedjes komen, weet ik: ik ben mezelf aan het opvullen met van alles en nog wat, dat is een deel van het proces.”

(Foto Christophe De Muynck)
(Foto Christophe De Muynck)

Je lijkt ook echt wel positief in het leven te staan.

“Ja, ook al omdat ik mezelf dwing dat te zijn. Ik vind dat ik dat ook wat moet zijn voor mijn omgeving. Maar mensen hebben toch soms een somberder beeld van mij dan dat ik in werkelijkheid ben. Het verschil met andere mensen is dat ik het sombere in mij op muziek zet. Ik denk niet dat het voor een ander, euh… anders is. Ik pendel ook nog altijd tussen licht en donker. Alleen benoem ik die dingen. En het is ook zo dat je op een hoogtepunt in je leven niet vaak denkt aan liedjes schrijven. Het moet wel wat wringen en schuren. Dan wordt het pas interessant. En ook: als ik dat deel – die sombere gedachten in mijn muziek kan steken, is dat ook een soort ventiel, zodat ik weer wat steviger in het leven kan staan.”

Je zei vlak voor dit interview dat je het meest trots bent op dit nieuwe album. Waarom precies?

“Ik ben erachter gekomen dat het belangrijkste is dat je iets maakt. Als het af is, heb je al gewonnen. Wat de wereld ervan vindt, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Toen ik het boek en de cd in mijn handen had, was ik daar echt een dag door ontroerd. Maar de dag daarna, dacht ik: oké, laat ons nu weer nieuwe nummers schrijven. De grootste beloning zit daarin. Niet in een award of een hit. Dat besef heeft ervoor gezorgd dat ik geen compromissen heb gesloten. Ik ben minder dan ooit bezig geweest met wat door de radio opgepikt zou kunnen worden. Als je dat wel doet, ben je vooral bezig met de tijdsgeest. Terwijl ik denk: fuck de tijdsgeest. In dat opzicht is Overal mist de sleutelsong. Het zat nog niet helemaal goed voor we in de studio doken, maar daar viel alles op zijn plaats. De videoclip die erbij gemaakt werd, heeft me opnieuw ontroerd. Dat klinkt wellicht lullig, maar ik heb tijdens de opnames regelmatig tranen gelaten van ontroering. Een keer goed bleiten, dat doet wel deugd bij mij. (lacht) Ik was zo blij met het resultaat dat ik klaar was om het oordeel van de wereld te trotseren. Het plaatje was er al, maar nu stelde ik het nog eens scherp. Ik ben Jonas Winterland, de songwriter die met zijn gitaar een verhaal wil vertellen. Zegt het je iets, des te beter. Zoniet, kan ik er ook mee leven.”

Frank Van der Linden coverde op je cd-voorstelling een van je nummers, een mooi compliment.

“Mijn grootste muzikale held is Eels. Vanaf Beautiful Freak heb ik alle platen gekocht, zelfs de slechte. Op Nederlandstalig vlak waren dat Gorki en De Mens. Ik heb het schoorvoetend gevraagd aan Frank Van der Linden. Ik heb Luc De Vos nooit iets gevraagd, en daar heb ik spijt van. Toen Frank toezegde, was ik daar heel gelukkig mee. Als songwriter is dat de grootste eer die je kan krijgen. Zeker als het dan nog iemand is die de soundtrack was bij je puberteit. Dat is fijn als er wederzijds respect is. Onbewust is dat ook goed tegen eventuele kritiek. Dan denk ik: Frank vindt het wél goed.” (grijnst)

Wat staat er nog op je bucketlist?

“Ik mocht onlangs het podium delen met Raf Walschaerts, wat wel iets is om af te vinken. Ze hebben mij al vaak gezegd dat ik me misschien eens aan cowriten moet wagen, maar eerlijk: in België moet eigenlijk alleen Tom Barman afkomen. Maar ik wil eigenlijk helemaal geen bucketlist. Als je leeft om van alles af te kunnen vinken, komen er altijd maar dingen bij op die lijst.”

Waarmee kunnen ze je dan wel nog plezier doen?

“Weinig. Het klinkt misschien alsof ik heel onthecht ben, maar ik heb niet veel materieels nodig. Nieuwe snaren voor mijn gitaar en een goed boek. En vrouwelijke charme, dat geeft het leven evenzeer zin. Als ik een mooie vrouw zie passeren, kan ik niet nalaten te denken: dat heeft de schepper toch goed gedaan. (lacht)

Wie is Jonas Winterland?

Singer-songwriter Jonas Winterland (37) groeide op in Roeselare, maar woont vandaag met zijn vriendin en hun twee kinderen in Vlaams-Brabant. Zijn kleurrijke familienaam dankt hij aan zijn verre Nederlandse roots.

Hij studeerde Germaanse talen in Leuven, waar hij ook ontdekt werd. Sinds eind januari is zijn vierde album uit, getiteld Berichten uit de schemerzone. Het wordt vergezeld van een prozaboekje.

www.jonaswinterland.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier