Aan de keukentafel met Joke Lannoo: “Suze brengt een zekere rust in mijn leven”

"Wonen op een boerderij? Ik krijg mijn huis nu al amper aan de kant, laat staan dat ik er nog twee paarden, vijf schapen, een hond en wat kippen bij pak." © Pieter Clicteur
Bert Vanden Berghe

Het leven van de enthousiaste dierenarts Joke Lannoo werd helemaal op zijn kop gezet met haar deelname aan het tv-programma De Mol. Anderhalf jaar later is die rollercoaster nog niet gestopt, met dank aan een nieuwe job, een boek en de schattige Suze, naar eigen zeggen het mooiste wat haar ooit is overkomen. “Natuurlijk moest ik aan die ‘titel’ van mama wennen.”

Het is gezellig in huis. Het is zo’n typische zaterdag waarbij het buiten druilerig is, veel auto’s heen en weer rijden, maar binnen vooral rust heerst. Met dank aan dochter Suze die ligt te slapen, dicht bij ‘opa tracteur’. Op de keukentafel ligt die andere kersverse boreling van Joke: haar boek Fit Dog. Daarin geeft ze advies over wat je allemaal moet doen of weten voor je een hond in huis neemt, en alles wat daarna komt. Haar studies en jarenlange ervaring als dierenarts heeft ze er ook in verwerkt. Opmerkelijk: zelf heeft ze géén hond. In huis lopen enkel twee katten: Poes en Kareltje. Maar zoals ze het ook aangeeft in haar inleiding: je neemt maar beter geen hond in huis als daar geen tijd of ruimte voor is. En dat is nu even niet zo, geeft Joke grif toe. “Als je met de juiste info en verwachtingen een hond in huis neemt, dan zal je niet ontgoocheld zijn. Eerst en vooral moet je kijken hoeveel tijd je hebt, naar je tuin, levensstijl, noem maar op… Daarna moet je weten wat je verwacht: een speelse hond, of eerder eentje om in de zetel te liggen. En pas dan mag je je afvragen wat voor ras je graag ziet. Vaak wordt met dat laatste begonnen.”

En wat zie jij graag?

“Goh, vroeger was ik verzot op een Duitse staande hond, omdat die een zekere fierheid uitstraalt. Maar met Suze zoek ik nu eerder een geestig speelkameraadje. Als ik nog een hond in huis neem, dan zal het waarschijnlijk een ouder beestje zijn, waarvan de eigenaar gestorven is. Zo eentje dat moeilijk een nieuwe thuis vindt. Maar dat komt wel nog op mijn pad, denk ik.”

Vroeger wou ik van alles. Nu heb ik zoiets van: als ik Suzeke maar gelukkig zie

Wat ik wel mooi vind, is dat je in het boek een heel hoofdstuk wijdt aan rouw.

“Je vindt heel wat info over puppy’s, maar over seniors vaak niets meer. Het afscheid is een moeilijk hoofdstuk, maar wel een essentieel deel van het bestaan van een hond. En dat kan hard zijn, zoals bij ons thuis, als zo’n hond in een put wordt gestopt, en er niet veel later weer koeien over lopen.”

Dus je had zelf een hond als kind?

“Ik heb daar jaren voor gezaagd, maar ik mocht zelfs geen fluffy speelgoedhondje aan een leiband hebben. Voor mijn plechtige communie kreeg ik er wel een, al konden ze toen niet veel anders. Want ik had er superveel over opgezocht en ik had een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Mira is uiteindelijk 13 jaar geworden. Ze is gestorven op het moment dat ik als dierenarts in Engeland werkte. Ze hadden al gezien dat ze kanker had, en toen ik even terug in België was, zag ik dat ze vermagerd was en dat ze achteruitging.”

Heb je daarvan afgezien, want op een boerderij mag je vaak niet te sentimenteel met dieren omgaan.

“Het is eerder mijn vader die van een generatie afstamt die daar anders tegenover stond. Ik ben zeker dat als er een operatie zou bestaan die het leven van mijn vaders hond zou verlengen met een paar jaar, hij die zeker laat uitvoeren. Want dat is ook zoiets geks. Mensen kunnen makkelijk 60.000 euro geven voor een Mercedes waar ze 12 jaar mee rijden, terwijl ze ook een Kia kunnen kopen. Maar 3.000 euro voor een operatie? Dat geef je toch niet voor een hond, klinkt het vaak. Nu, iedereen kiest dat zelf natuurlijk.”

Aan de keukentafel met Joke Lannoo:
© Pieter Clicteur

Had je al lang het idee voor je boek?

“De uitgeverij is naar mij gestapt. En in dit boek staat eigenlijk een gesprek dat ik honderd keer voer op mijn werk, of dat ik op zijn minst wil voeren.”

Wie is Joke Lannoo?

*Joke Lannoo (34) is afkomstig van De Ginste bij Oostrozebeke. Ze heeft nog twee zussen: Fien en An. Vandaag woont ze in Tielt. Sinds augustus is ze mama van Suze.

*Ze studeerde af als dierenarts en werkte een tijdlang in het Britse Ashford. Momenteel werkt ze aan de Universiteit Gent. Joke werd wereldberoemd in Vlaanderen door haar deelname aan De Mol. Deze maand bracht ze het boek Fit Dog uit. Ze is ook lid van de Orde der Dierenartsen.

*In haar vrije tijd zit Joke vaak op de koersfiets. Zo is ze een fervente fan van retrokoersen. In Tielt won ze al de Guidon Titankoers. En voor De Warmste Week organiseert ze op zondag 22 december de fietstocht Guidon for Life ten voordele van ‘Me to You’.

Heb je nu zelf een praktijk?

“Nee, sinds een paar weken werk ik aan de Universiteit Gent, waar ik onderzoek doe naar voortplanting bij honden en katten, meer bepaald naar hulp bij dieren die niet zwanger raken. IVF, diepvriessperma en insemineren komen vaak voor bij paarden bijvoorbeeld, maar bij honden en katten moet er nog veel onderzoek gebeuren. Na mijn bevalling was ik op zoek naar iets anders. Ik ben zo iemand die een beetje alles gedaan wil hebben. Zo ben ik nu ook actief in de Orde der Dierenartsen.”

Je werkte een tijdje in Engeland, hoe kwam je daar terecht?

“Toen ik afstudeerde bleek al snel dat veel jobs weinig voldoening gaven, dat je als beginneling niet de meest dankbare taken kreeg. Toen ben ik naar Engeland vertrokken, om daar drie jaar te werken. Daarna ben ik naar huis teruggekeerd, omdat ik mijn thuis miste. Toen heb ik het een tijdje gecombineerd, werken in Engeland en werken hier. Ik weet niet of ik het nog zou doen, ik kom liever ‘s avonds gewoon thuis bij Suze.”

“Met Suze naar een K3-optreden… daar kijk ik écht naar uit.”© Pieter Clicteur

En haar grootbrengen op een boerderij, is dat een optie?

Mo vint… je weet wanneer je eraan begint, maar niet wanneer je gedaan hebt. Als het geen goot is die lekt, dan zijn het wel plaffeteuren die geschilderd moeten worden of de gravé die vernieuwd moet worden. Ik krijg mijn huis nu al amper aan de kant, laat staan dat ik er nog twee paarden, vijf schapen, een hond en wat kippen bij pak.” (lacht)

Zijn er nog dingen die nu op je verlanglijstje staan?

“Ik zit nu in een fase dat het stilaan allemaal wat zijn plaats mag krijgen. Misschien ga ik wel lezingen geven over Fit Dog. Ik hoop dat mijn bekendheid van De Mol dit boek bij zoveel mogelijk mensen kan brengen, vooral in de hoop dat er veel misverstanden uit de wereld worden geholpen.”

Word je nog vaak aangesproken over je deelname aan het programma?

“Nee, al voel je de mensen soms wel kijken. Vorige week kwamen de studenten verkleed als sinterklaas en zwarte piet binnen in ons bureau. Na vijf minuten keerden ze nog even terug en vroegen ze of ‘ik niet die van De Mol was’. Ik kijk daar met een goed gevoel op terug, op die periode. Je kan maar je best doen en jezelf zijn. En ze hebben het gebracht zoals het was.”

Had je de hele hype daarna onderschat?

“Dat wel. Je kan je daar ook niet op voorbereiden. Toen ik met moeite naar de matchen van het WK voetbal kon gaan kijken, dacht ik wel efkes: what the flip? Maar ik heb geen negatieve ervaringen gehad, nee. Ik heb er ook lang niks over gelezen, tot mijn zus dat wel deed en zei dat het wel oké was. Nee, het was op zijn zachtst gezegd wel overrompelend.”

“Ik kijk met een goed gevoel terug op mijn deelname aan De Mol.”© Pieter Clicteur

Zie je de ‘collega’s’ nog vaak?

“We gaan straks wel eens een kerstmarktje doen en ze zijn hier ook geweest voor Suze.”

Heeft priester Pieter haar gedoopt, zoals hij bij Elisabet deed, ‘De Mol’ van dit jaar?

“Nee. We zijn een pintje gaan drinken en hij heeft Suze gezegend. Iedereen is vrij om te doen wat hij wil, maar ik had geen behoefte om dat op Instagram te zetten. Ik was al ferm geschrokken toen ik op alle nieuwssites zag dat ik mijn zwangerschap zogezegd verborgen had gehouden door het blijde nieuws pas een paar weken voor de uitgerekende datum op Instagram te zetten. Alsof ik dat ga verbergen. Ik dacht ook dat het niemand zou interesseren. De vrouw van Bertrand, een Mol-kandidaat van het jaar voor mij, is een week voor mij mama geworden, maar dat heb ik nergens gelezen. Wat ook erg opviel, is dat ik door geen enkel nieuwskanaal benaderd ben geweest. Maar dan ook geen énkel. Eigenlijk is het zot wat ze allemaal kunnen en mogen schrijven. Nu ja, ik ben al blij dat ik geen Pommeline Tiereliere ben, dan was het vast nog iets anders geweest.”

“Ik zit nu in een fase dat het stilaan allemaal wat zijn plaats mag krijgen.”© Pieter Clicteur

En dan komt de vraag waarvan ze wel wist dat ze er zat aan te komen, zegt ze. Het is niet zo dat ze vragen over haar partner bewust afblokt. “Zijn naam staat ook op het geboortekaartje, maar het is geen klassieke situatie geweest, nee. Maar eerlijk, ik vind dat niemand daar zaken mee heeft. We doen het samen. Suze heeft een hele goeie papa, en ik heb een goeie partner. Daar wil ik het bij houden. Ik krijg er ook niet veel vragen over, nee. Iedereen respecteert dat, wat ik heel tof vind. En wat mij ook verbaast, daar moet ik eerlijk in zijn. Maar één ding is zeker: ik zou Suze niet meer kunnen missen, integendeel.”

Hoe bevalt het moederschap je?

“Het is de max. Ik heb dan ook het tofste kindje ter wereld. (grijnst) Suze is gezond, slaapt goed, eet goed, groeit goed, is vrolijk… Ik mag echt niet klagen. Zelf ben ik ook goed hersteld. Na een week zat ik alweer op de fiets. Na een maand heb ik zelfs een retrokoers gereden. En dan was ik nog de eerste vrouw ook! Al waren we maar met twee coureurs.” (lacht)

Zo’n kindje gooit wel je leven overhoop.

(knikt) “En al de rest is niet meer belangrijk. Dat geeft ook een zekere rust in mijn leven. Het enige wat nu telt, is dat zij gelukkig is. Vroeger wou ik op reis, een mooie carrière… Alles moest geestig, tof en de moeite zijn. Nu heb ik zoiets van: als ik Suzeke maar gelukkig zie.”

Weet je wat haar naam betekent? Suze staat blijkbaar voor lelie.

“Oh nee, en ik vind net dat die bloemen stinken.” (lacht)

Maar de lelie staat wel voor zuiverheid, onschuld en oprechte liefde.

“Ik ben zo iemand die een beetje alles gedaan wil hebben.”© Pieter Clicteur

“Dat klopt dan wel weer helemaal. Nog zo’n vraag die ouders vaak horen: of ze willen dat hun kinderen slim of aardig zijn. Ik vind dat een rare vraag. Ik kan me niet voorstellen dat ik voor slim zou kiezen. Ik zou altijd voor aardig gaan.”

Hoe ben je bij die naam terechtgekomen?

“Ik heb een vriendin die Suzanne heet, en dat vond ik altijd al een mooie naam. Maar we vonden hem met de app Kinder. Ken je die? Dat is de Tinder voor kindernamen. Die kan je met zijn tweetjes downloaden, en dan kies je eerst welke richting je wil uitgaan met je naam. Vervolgens stelt die app namen voor, en dan kan je naar rechts of links swipen. Ten slotte geeft hij ook aan of er een match is gevonden. Suze was daar een van.”

Ben je al gewend aan de ‘titel’ van mama?

“Tuurlijk is dat wennen, maar dat gaat ook automatisch. Als ik Suze niet bij me heb, ben ik ook gewoon weer Joke. Ik ben alleen maar ‘mama’ voor haar. De eerste weken kan je je niet voorstellen dat je je ooit weer Joke gaat voelen. Maar dat ebt weg, en nu heb ik twee ‘titels’. Maar als we met een groep vriendinnen samenzitten, ben ik nog altijd eerder Joke die vraagt of we volgend jaar naar Werchter gaan. Ik zoek een soort gulden middenweg daarin. En dat gaat met ups en downs.”

Ik ben van nature geen onzekere stresskip, dat scheelt wel

En later samen naar Werchter?

“Dat hangt van haar persoonlijkheid af, natuurlijk. Maar met Suze naar een K3-optreden… daar kijk ik écht naar uit. Zelf zou ik ook niet gaan, maar voor haar? Héérlijk lijkt me dat! Joke wil nog eens naar Werchter, maar ook met Suze naar K3. Dat kan perfect allebei. Ik kan ook al niet wachten tot ik haar in een fietszitje kan zetten. Mocht het toegelaten zijn om met een draagzak te fietsen, dan was ik nu al weg.”

Ik ken niet veel jonge moeders die al zo zelfzeker klinken.

“Ik ben van nature geen onzekere stresskip, dat scheelt wel. En het feit dat Suze het zo goed doet, ook natuurlijk. Ik weet niet hoe het gaat zijn als ze een koppige tweejarige is, natuurlijk. (lacht) Maar je groeit daarin.”

“Nu gaan we patatjes leren eten, daar kijk ik geweldig naar uit. (denkt na) Echt, zolang Suze maar gelukkig is.”

Dan doet de rest er niet toe.

“Precies. Al vond ik het als kind wel tof om op een boerderij op te groeien en vind ik het wat jammer dat Suze dat nu niet kan, zo tjolen, met dieren bezig zijn of met de fiets leren rijden op het erf.”

Was je zelf een ‘ruuskabuus’ als kind?

(droog) “Wat verwacht je nu zelf dat ik ga antwoorden? (lacht) Mijn oudste zus is nog erger! Zij gaat er altijd helemaal voor. Zij woont nu in Normandië met haar man en drie kindjes. Daar werken ze als dierenarts. En mijn jongste zus is bio-ingenieur.”

Hoe was dat, drie dochters op een boerderij?

“Geestig. Andere kinderen gingen naar de volleybal op woensdagmiddag. Wij hoorden dat er nog drie koeien moesten kalven en gingen ze mee vangen. Als mensen zeggen dat ze zich verveelden als kind… ik kan dat niet snappen.”

Hebben jullie een goeie band?

“Ja, en die is alleen maar sterker geworden. Toen papa twee jaar geleden ziek werd merkte je dat meteen. Ik ben heel blij dat de babysit nog hier bij mij in de zetel zit. (glimlacht) Dat opent je ogen wel.”

Aan de keukentafel met Joke Lannoo:
© Pieter Clicteur

Dat was in volle ‘Mol’-periode.

“Ja. Papa lag in coma toen de eerste aflevering op televisie kwam. Dat waren echt twee werelden. Aanvankelijk stond ik bij de andere bezoekers te wachten om binnen te gaan op de intensieve zorg. Maar eenmaal ik op tv te zien was, stond ik in de traphal te wachten tot iedereen binnen was. Want op zo’n moment wil je echt niet voor een selfie gevraagd worden. Dat was een vreemde periode, ja. Zeker de eerste week. Maar ik ben ook iemand die het niet erger wil maken dan het is, en de dingen neemt zoals die komen. Ik heb onlangs een mooie quote daarover gelezen. ‘Zorgen maken is de verkeerde richting uit fantaseren’. Dat past wel bij mij.”

Komt dat door op te groeien op een boerderij, dat je wat harder bent geworden?

“Harder is dat niet echt. Je ziet vooral dat je ouders echt moeten wérken voor die centjes, je leert handig te worden en als je iets niet kon, wel, dan kreeg je te horen dat je nog altijd wel een beetje meer kon. En dat klopte. Ik heb daar veel wijsheden uit geleerd. Die wens ik ook mijn dochter toe. En dan zeker de filosofie van Pippi Langkous. ‘Ik weet niet of ik het kan, want ik heb het nog nooit gedaan. Dus ik denk het wel’. Dat is toch geweldig. Dat wil ik haar graag meegeven. Doe maar, meiske. Als het niet gaat of je loopt met je kop tegen de muur, dan sta ik klaar voor je. Altijd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier