Wie haar ziet koersen, merkt het meteen: die glimlach, dat plezier, dat pure genieten van de fiets. Justine Ghekiere uit Izegem is niet zomaar een wielrenster bij de ploeg AG Insurance Soudal. Sinds 2024 is ze helemaal doorgebroken in het wielerpeloton, en toch blijft ze nog steeds haar vrolijke zelf. Een vrouw die niet geboren werd met een koersfiets in de wieg, maar die via een onverwachte omweg haar droom vond.
Voor Justine Ghekiere begon het verhaal niet op een koersfiets, maar in de fitnesszaal. “Ik werkte als personal trainer toen corona uitbrak”, opent ze. “Plots had ik zeeën van tijd en ben ik gewoon beginnen fietsen om de dagen te vullen. Toen won ik een wedstrijd waarbij je zoveel mogelijk kilometers in een week moest rijden. De prijs was een inspanningstest bij Energy Lab, en dat moment heeft mijn leven veranderd.”
Tot dan was fietsen puur ontspanning, iets wat ze in het weekend deed met haar papa. “Ik had nooit gedacht dat ik prof zou worden. Ik volgde de koers zelfs niet echt. Bij mijn eerste wedstrijd kende ik bijna niemand in het peloton.”
Via Bingoal Casino-Chevalmeire Cycling Team kreeg ze haar kans, en toen ze een jaar later mocht meedoen aan het WK in Australië, besefte Justine: “Er zit iets in mij. Ik kan echt iets betekenen in het wielrennen.”
Doorbraak vol emotie
Haar echte doorbraak kwam in 2024, bij AG Insurance Soudal. Ze won een etappe en de bolletjestrui in de Tour de France, en ook in de Giro d’Italia won ze de bergtrui. “Op dat moment begon ik te beseffen dat ik bij de top begon te horen. Dat gaf vertrouwen, zeker omdat het seizoen daarvoor niet echt goed liep.”
“Alles ging minder en ik zat eerst niet in de selectie voor de Tour. Dat deed wel pijn, maar ik ben blijven werken. Puur op mezelf kwam ik terug en uiteindelijk mocht ik, door ziekte van een ploeggenote, toch mee naar Frankrijk. En daar draaide alles perfect uit. Het voelde voor mijzelf echt als een bewijs dat ik die plaats verdiende.”
De ploeg boven het ego
Wat Justine typeert, is haar teamgeest. “Ik ben geen pure leider. Natuurlijk wil ik presteren, maar ik haal evenveel voldoening uit werken voor een ploeggenote. Zelf winnen is natuurlijk genieten, maar als een ander wint dankzij mijn werk, doet dat bijna evenveel deugd.”
Die ingesteldheid maakt haar geliefd binnen het peloton. “Ik ben op de fiets exact dezelfde als naast de fiets: enthousiast, empathisch, iemand die met iedereen overeenkomt. Ik werk hard, maar ik blijf gewoon mezelf.”
Misschien is dat ook waarom ze zoveel respect heeft voor Marianne Vos. “Wat zij doet, vind ik echt straf. Haar koersinzicht is ongelooflijk, ze is slim, sterk en tegelijk enorm respectvol. Ze blijft met beide voeten op de grond, ook al is ze misschien wel de beste wielrenster aller tijden. En dat bewonder ik het meest aan haar.”

Sterke kop
Presteren brengt vaak stress met zich mee, en dat is iets waar de West-Vlaamse mee leerde omgaan. “Stress heeft echt een grote impact op de prestatie. Niet alleen stress op de fiets, maar ook factoren in het dagelijkse leven hebben vaak een grote invloed. Je mag nog perfect trainen, als het hoofd niet honderd procent oké is, zal het op de fiets ook vaak fout lopen. Dat besef heeft me wel sterker gemaakt.”
“Ik heb geleerd welke triggers mij stress geven en hoe ik die nu kan vermijden.” En de druk? “Ik voel die natuurlijk, maar ze is haalbaar. Zeker als ik zie wat Lotte Kopecky meemaakt. Elke koers waar zij start, moet ze bijna winnen. Dan besef ik dat het bij mij nog allemaal meevalt. Soms denk ik echt: gelukkig dat Lotte ook een Belg is, dan kan ik in de schaduw staan.” (lacht)
Ook in Izegem vindt Justine rust. Vooral bij haar ouders, die een sleutelrol spelen in haar carrière. “Zonder hen stond ik hier niet. In het begin had ik financiële steun nodig en zij hebben me altijd geholpen. Ze willen dat ik gelukkig ben in wat ik doe, en dat ben ik echt, ik beleef een droom. Ze geven mij geen druk, maar soms voel ik wel de drang om het goed te doen – voor hen.”
Voor elke koers stuurt ze een berichtje. “Dat is ons vaste ritueel. Zij sturen eerst iets, en vlak voor ik naar de start ga, antwoord ik.” En ook naast de koers blijft de band met thuis heilig. “Ze wonen hier vlakbij, dus ik ga er vaak eten, en soms zit ik zelfs meer daar dan in mijn eigen huis.”
Balans zoeken
Topsport vraagt veel, weet ook Justine. “Het sociale mis ik soms het meest. Ik zit vaak weken in het buitenland, alleen. Maar als ik weet wat ik daarmee bereik, doe ik het met veel plezier.” Daarnaast zoekt ze ook balans. “Ik probeer mijzelf een 80-20-regel te gunnen. Alles perfect willen doen werkt voor mij niet, soms doe ik mijn eigen zin en dat zorgt voor plezier op de fiets.”
Dat is iets wat ze ook wil meegeven aan de toekomstige wielrensters. “Zorg dat je plezier hebt en blijft genieten. Soms zie ik jonge rensters die te veel willen doen en dan denk ik: je gaat dat niet volhouden. Je hoeft niet alles meteen goed te doen. Stap voor stap beter worden, dát is de kunst.”
Ook Justine blijft nog steeds zoeken naar kleine verbeteringen. “Ik ben heel hard bezig met de cijfertjes, elk jaar analyseren we die en kijken we wat goed werkt en leidt tot goede resultaten. Die details maken vaak het verschil.” Haar grootste werkpunt blijft herstel. “Soms moet ik wat meer rust nemen en beter slapen, zeker na zware trainingen. Daarin ben ik vaak nog nonchalant.”

Nooit meer terug
De Izegemse is nu 29, maar aan stoppen denkt ze nog lang niet. “Ik wil dat het blijft gaan zoals nu, elk jaar een stapje vooruit. Over een leven na de fiets denk ik niet na. Zolang ik kan blijven koersen en ervan genieten, is dat genoeg. Wat volgt, zie ik dan wel.”
En wat als corona er niet was geweest en die test nooit had plaatsgevonden? “Dan stond ik wellicht nog als personal trainer in de fitness en was ik nooit op de fiets beland. Maar ik ben heel blij dat het zo gelopen is, ik zou niet meer terug willen.”