Voor Xander Catteeuw is het wielerseizoen sinds enkele weken weer echt gestart. Na een mindere start zit de vorm nu echt goed en hoopt hij vooral een constant seizoen te rijden.
Door ziekte verliepen de eerste wedstrijden van het seizoen niet zo best voor de 22-jarige sportman, maar sinds april gaat het nu echt weer de goede richting uit. Ondertussen heeft hij al een derde stek in Bredene en een vierde plaats in Templeuve beet, net als een bronzen medaille op het West-Vlaams kampioenschap voor elite 2 in Heule.
“Het gevoel zit nu goed, en mijn voornaamste ambitie is nu om zo constant mogelijk te blijven dit seizoen. Ik mik niet meteen op uitschieters, al zou een overwinning natuurlijk wel eens fijn zijn. Bij de nieuwelingen lukte me dat al eens, in Bailleul, maar dat is natuurlijk al een tijdje geleden, hé.”
Regelmaat
Als de pion van Decock-Mannavital-Van Mossel er toch enkele wedstrijden uit mag pikken, zijn dat de Omloop van de Grensstreek in Wervik en de Beker van Belgiëmanche in Rochefort.
“Dit zijn allebei heel mooie wedstrijden die qua moeilijkheidsgraad wel binnen mijn mogelijkheden passen. Twee jaar geleden haalde ik in beide koersen al een mooi resultaat, resp. 17de en 15de, dus dat is een teken dat ze me wel liggen. Maar bovenal is het belangrijkste dat ik een mooie constante in m’n uitslagen krijg.”
Dat Xander dat wel kan, bewees hij in het verleden al meermaals. Bij de nieuwelingen werd hij ooit tweede in het eindklassement van de Ronde van Dottenijs (een regelmatigheidscriterium van nieuwelingenwedstrijden in en rond Dottenijs), pas in de slotrit verloor hij toen de leidersplaats door een valpartij. Als belofte sloot hij de Beker van België (een regelmatigheidsklassement van nationale interclubwedstrijden) af met een derde stek in het jongerenklassement.
In eigen streek
Komende zondag koerst hij dicht bij huis, in Otegem. “Daar heb ik nog nooit eerder gekoerst, dus het parcours kan ik nog niet zo goed inschatten. Maar de streek ken ik natuurlijk wel, veel kans dat het dus wel over bekende wegen gaat”, aldus Catteeuw. (RRK)