Wielrenner Ludo Frijns blikt terug: “Ik ben te braaf en te zuiver geweest”

Ludo Frijns blijft actief en gaat nu drie tot vier keer per week golfen in Westende. (foto FRO)
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes. Deze week blikt hij terug op de carrière van Ludo Frijns. In zijn wielercarrière boekte Frijns 79 zeges, met een piekseizoen van 35 bij de amateurs. Hij won als prof twee keer de Omloop van Oostende en reed in 1982 de Tour.

Ludo Frijns werd geboren in Tongeren op 22 maart 1957, in een gezin met drie jongens en een meisje. Na de lagere school volgde hij drie jaar een schrijnwerkersopleiding en toen hij vijftien was, begon hij te koersen. Bij de jeugd won hij een vijftigtal wedstrijden. In 1979 werd hij prof, en bleef dat tot in 1988. In september 1980 leerde Ludo tijdens de koers in Koolskamp Linda Boret uit Zandvoorde kennen. In 1981 trouwden ze en vestigden zich in Zandvoorde. In 1984 verhuisden ze naar Oudenburg, waar ze nog altijd wonen. In oktober 1987 begon Linda een zaak in antieke bouwmaterialen, langs de Torhoutsesteenweg in Gistel. Ludo reed minder en minder wedstrijden. Hij zat meer bij de boeren om oude materialen, stenen, balken, tegels, pannen en decoratie te recupereren. De firma bestaat nog altijd, maar Ludo is wel met pensioen. Hij en Linda hebben een dochter en twee kleinkinderen.

Winnaar wordt knecht

Ludo ging niet echt graag naar school. “Mijn oudste broer, Jacko, is ook wielrenner geweest, tot bij de amateurs, en toen mijn beste maat vroeg om mee te trainen, ben ik erin gevlogen. Ik was veel te dik en er mochten wat kilo’s af. Mijn eerste koers reed ik op 25 maart 1972. Het was snikheet, ik werd gedubbeld en mijn gezicht was verbrand tot in de tweede graad. Ik kon veertien dagen niet buitenkomen. In mijn tweede koers kwam ik aan in het peloton en in dat eerste jaar heb ik nog twee koersen gewonnen. In het tweede jaar reed ik 54 keer top drie en won ik 17 keer. Als junior won ik twaalf en dertien wedstrijden, en als liefhebber zeventien. Ik was een sprinter, maar won soms ook na een solo.”

“In 1977 moest ik mijn legerdienst vervullen, in Keulen. In het begin mocht ik trainen, maar een kapitein, die in Vietnam gezeten had, pakte mijn fiets af. Toen ik na acht maanden afzwaaide, woog ik 79 kilo. Ik heb me goed herpakt en won 35 koersen, waaronder de Ronde van Limburg en de Ronde van Nedersaksen. Op het WK tijdrijden met vier man, over honderd kilometer, werden we in vijftiende.”

Op vraag van Lomme Driessens werd Ludo in 1979 prof bij Boule d’Or-Lannoo. “Ik was 21 en zat boordevol ambities. Maar ik moest voor Fons De Wolf rijden. Iedereen moest werken voor de kopman. Als ik een prijs reed, was Lomme niet content. Toch stond ik vijf keer op het podium: viermaal derde en een tweede plaats. In het tweede jaar moest ik voor Roger De Vlaeminck rijden, in het derde en vierde voor Freddy Maertens. Dankzij de ‘knechten’ wonnen de kopmannen veel koersen. Ik ging zelfs veel trainen met Freddy.”

In de Tour

“Voor Boule d’Or /Sunair heb ik in 1982 de Tour gereden, in dienst van Daniël Willems. Twee dagen voor de start werd ik aangeduid als vervanger van Freddy Maertens. Ei zo na won ik de negende rit. Ik zat mee in de goede vlucht met de Zwitser Stefan Mutter. Ik werd teruggeroepen door ploegmaat Géry Verlinden (Belgisch kampioen bij de profs in 1979, red.), en Mutter won. Dat was een slechte ervaring. Ik had de benen om te winnen. Dat jaar won ik wel in Malderen, en werd tweede in De Haan, Olsene en Schonbrücken.”

“In 1983 ben ik na vier jaar weggegaan bij Lomme Driessens. Ik koos voor het geld, een dubbele maandwedde bij Safir, de ploeg van Michel Pollentier. Achteraf gezien was dat niet de beste beslissing, want ik belandde weer in het circuit van de kermiskoersen. In dat jaar stond ik acht keer op het podium, met overwinningen in Moorsele, Bredene en Wingene.”

Ludo reed als prof ook nog bij TV-Blad, tot in 1986, en trok dan naar Robland-Isoglas.

Primus in Oostende

“In totaal won ik 25 keer bij de profs. Heel aangenaam waren mijn zeges in de Omloop van Oostende, in 1984 en 1986, met aankomst op de Visserskaai. In 1986 reed ik weg uit een kopgroep van twaalf en kwam alleen aan. Die wedstrijden werden ingericht door de Wielervrienden van Ludo Frijns, onder leiding van Paul Van Laer. Ik had Paul leren kennen na een interview voor een wielerkrantje. We werden vrienden, hij richtte een fanclub op en organiseerde van 1983 tot 2002 de Omloop van Oostende, de GP Ludo Frijns, een hele eer voor een aangespoelde Limburger.”

Ludo Fryns rijdt zegevierend over de streep in de Omloop van Groot-Oostende anno 1986. (foto FRO)
Ludo Fryns rijdt zegevierend over de streep in de Omloop van Groot-Oostende anno 1986. (foto FRO)

“In 1984 won ik ook in Belsele en Aartrijke, en de Omloop van het Houtland in Lichtervelde. In Tongeren – in eigen streek – was ik op weg naar een mogelijke zege. Eric Vanderaerden kocht het hele peloton uit om ons vluchtersgroepje te pakken. Op driehonderd meter van de streep werden we ingelopen, en ik werd maar veertiende. In die tijd was koers al een beetje ‘kommersje’. Er werd veel ‘geklapt’ onder de coureurs en af en toe was ik bij de gelukkigen. Ik heb veel en graag gewonnen, maar af en toe was ik even gelukkig als ik niet won. In feite heeft er veel meer in gezeten!”

Op zijn dertigste begon het te keren voor Ludo. Hij had nog de benen voor de koers, maar de gedachten zaten meer bij het werk in het bedrijf van antieke bouwmaterialen. “Op training was ik nog de beste, maar in de koers kwam ik te kort. In mijn hoofd was ik al bezig met mijn volgend leven. We waren niet alleen actief in de regio, maar ook in het buitenland. Op zeker ogenblik konden we zelfs de vraag niet volgen. De jongste jaren is er veel veranderd in de bouw, maar het bedrijf houdt stand.”

Golfen

“Na mijn wielercarrière ben ik niet in een zwart gat gevallen. Ik heb twee handen en kan niet lui zijn. Ik heb twee jaar gevoetbald, als spits bij de reserven van KE Gistel. Ik heb ook twintig jaar tennis en later padel gespeeld, bij De Campagnevrienden in Gistel. Na een knieblessure in 2018 ben ik gestopt. Sinds vijf jaar heb ik mijn hart verloren aan golf. Met de vrienden speel ik drie, soms vier keer per week in Westende. We nemen ook deel aan toernooien in Spanje, Marokko en in Portugal. Ik heb wel wat balgevoel, en sporten in de natuur is zalig.”

“Fietsen doe ik niet veel meer, met uitzondering van een ritje met mijn vrouw, elektrisch. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik vijftien jaar coureur geweest ben, want ik heb rap zeer aan mijn gat! Ik had talent zat, maar ik ben te braaf en te zuiver geweest om een grote vedette te worden. Toch ben ik content met mijn prestaties. Velen moesten met minder tevreden zijn.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier