Valerie Demey (31) uit Oostkamp zette een punt achter haar carrière als renster. Fourmies was haar laatste koers. Ze verdwijnt niet uit het wielrennen. Bij VolkerWessels wacht, als enkele punten en komma’s goed worden gezet, een loopbaan als sportdirecteur.
Sinds haar dertiende zit Demey, enkele jaren geleden uitgeweken naar het Antwerpse Ravels, op de koersfiets. Ze bracht het tot profrenster, werd zeven keer geselecteerd voor een WK, negenmaal voor een EK, reed alle Vlaamse en Waalse klassiekers en twee keer de Ronde van Frankrijk. “De Olympische Spelen in Tokio waren het hoogtepunt”, zegt Demey zonder verpozen. “Als atleet het hoogste wat je kan bereiken. Eigenlijk had ik nooit gedacht dat dit binnen mijn mogelijkheden lag. Zelfs tot het jaar voor de Spelen was ik daar niet mee bezig. Ook mijn World Tour-podium in Zweden in 2022 en het WK in Zürich vorig jaar met de tweede wereldtitel van Lotte Kopecky zijn twee mooie highlights.”
In 2018 pakte Demey in Binche zilver op het BK op de weg. De titel ging toen naar ploeggenote Annelies Dom. “Dan denk je ooit Belgisch kampioene te worden”, geeft ze toe. “Het is er nooit meer van gekomen. Want dan kwam Lotte Kopecky. Ik vind het belangrijk dat die driekleur een waardige drager heeft. Lotte en dit jaar Justine Ghekiere zijn waardige dragers. Ik lig er dus niet wakker van dat ik nooit nationaal kampioene werd.”
Trainer
Rode draad in haar carrière is Beernemnaar Chris Cornu. “Toen ik laatstejaarsjuniore werd, is Chris mij beginnen trainen”, gaat Demey verder. “Tot ik vorig jaar aan de slag ging bij VolkerWessels. Ik kan zeggen dat Chris Cornu mij gemaakt heeft tot de renster die ik was. Hij loodste mij naar al die mooie momenten.”
Vanaf nu komen er andere. Gezien haar leeftijd had Valerie Demey nog enkele jaren kunnen doorgaan. “De manager van VolkerWessels ziet in mij een ploegleider, daar begon hij vorig jaar al over toen ik terugkeerde na letsel”, aldus Demey. “Ik werd onmiddellijk enthousiast bij dat idee en ondernam actie. Want ik ging in het Zwitserse Aigle de cursus volgen. Dit voorjaar merkte ik dat mijn interesse veranderde. Ik voelde me goed bij het doorgeven van mijn ervaring aan jonge rensters.”
