Staat binnen afzienbare tijd weer een ‘Degezelle’ op het hoogste schavotje? Tot hij in 2017 z’n wielercarrière afsloot, mocht Kevin Degezelle (44) regelmatig een hoofdprijs afhalen. Z’n zoontjes Lars en Niels zorgen voor opvolging.
Dinsdag zat Kevin Degezelle zelf nog eens op de fiets. De ploegleiding van EFC-L&R-AGS had voor haar jonge renners het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx in Gent twee uurtjes afgehuurd. Voor een wintertraining in warme en droge omstandigheden. De voormalige eliterenner zonder contract draaide een aantal rondjes mee. Ook Lars en Niels proefden van het houten ovaal.
“Eigenlijk zou ik onze zoontjes pas vanaf de nieuwelingen laten koersen, maar nadat we twee jaar geleden in Vichte samen naar een koers voor junioren gingen kijken, waren ze niet meer te houden”, vertelt Kevin Degezelle, tijdens z’n carrière vaak goed voor een vijftal overwinningen per seizoen. Intussen is Lars (14) in het veld als eerstejaarsnieuweling aan de slag. Maandag stond hij in Beernem aan de start. Hij bolde als veertiende over de streep.
BK-selectie?
“Mijn startloting was niet super, maar ook niet slecht”, blikt Lars Degezelle even terug. “Uiteindelijk ben ik redelijk content over mijn wedstrijd. Alleen moest ik op het einde een groepje laten rijden. Eens je de voeling verliest, keer je niet meer terug. Ik ga ook nog de nieuwelingencrossen in Koksijde en Gullegem rijden. Voor het Belgisch kampioenschap in Lokeren heb ik mijn kandidatuur gesteld. Geen idee of ik de selectie zal halen. Eigenlijk loopt het deze winter wat minder goed dan ik vooraf hoopte.”
Wat makkelijk te verklaren is. Lars Degezelle is nog heel freel van gestalte. In de meeste crossen eindigt hij tussen de plaatsen tien en vijftien. “Ik ben nog vrij klein, op de lange rechte stukken rijden de leeftijdsgenoten van mij weg”, zucht Lars. “Gewoon omdat de meesten onder hen veel meer kracht hebben. Ik moet nog een groeischeut krijgen. Dat maakt heel veel verschil.”
In goeie handen
Gezien de jarenlange ervaring van Kevin – als tweedejaarsnieuweling begon hij te koersen, hij hield het vol tot z’n 39ste en boekte circa zeventig zeges – zijn de twee tieners in goeie handen. “Ik laat Lars nog geen krachttraining doen”, verduidelijkt papa. “Pas nadat z’n groeispurt voorbij is, mag hij dat van mij doen. Hij is een beetje mijn type en doet het vooral op souplesse. Op technisch vlak is hij niet slecht. Niels is anderhalf jaar jonger en rijdt bij de aspiranten. Hij heeft precies wel wat meer power.”