Tim Declercq: “Liever een Tour zonder publiek dan geen Tour”

Tim Declercq eindigde eind februari voor de eerste keer in zijn carrière in de top tien van een voorjaarsklassieker: vijfde in de Omloop. (foto Getty Images) © Getty Images
Tom Vandenbussche

In normale omstandigheden had Tim Declercq (31) zondag tussen Compiègne en Roubaix Yves Lampaert of een andere ploegmaat van Deceuninck-Quick.Step aan de zege proberen te helpen. Corona stak echter een serieus stokje in de wielen en dus bereidt ‘El Tractor’ zich nu voor op wedstrijden waarvan hij niet eens weet of en wanneer ze zullen plaatsvinden. Wij schotelden hem tien vragen voor. “Er staat ons geen extreem rooskleurige toekomst te wachten.”

1. Hoe houdt Tim Declercq zich dezer dagen bezig?

“Tracey en ik hebben hier en daar enkele hoogstnoodzakelijke werkjes gedaan die anders toch altijd maar uitgesteld worden en nooit in orde zouden komen. Schilderen, de tuin in orde brengen… En intussen blijf ik ook trainen. Eerlijk, ik heb me nog geen seconde verveeld, al neemt dat niet weg dat ik liever de voorjaarsklassiekers had gereden.”

2. Heeft je vriendin Tracey plots de nieuwe man in huis?

“Tgoh… In het opruimen ben ik niet meteen veel verbeterd. (grijnst) Ik doe liever het echte mannenwerk. Schilderen bijvoorbeeld. Wel met de grove borstel. Het moet vooruitgaan bij mij. En als je met goeie verf werkt, wordt alles voldoende gemaskeerd. We zijn tevreden met het resultaat.”

3. Wat raadt de trainer in jou een prof aan om zich voor te bereiden op de eerstvolgende wedstrijden?

“Bij ons, de renners van Deceuninck-Quick.Step, is het de bedoeling dat we ons basisniveau hoog genoeg houden. Eenmaal we groen licht krijgen, zullen we klaar zijn om de trainingsarbeid meteen serieus op te schroeven. Het is en blijft natuurlijk altijd wat schipperen. Je moet aan de ene kant voldoende blijven trainen, maar je mag in deze wedstrijdloze periode ook niet te veel de vermoeidheid opzoeken.”

“Het klopt dat de coronacrisis voor mijn broer Benjamin (die afgelopen winter een knieoperatie onderging en pas begin januari de trainingen kon hervatten, red.) nog zo slecht niet is. Het zal voor hem nu natuurlijk nog langer duren vooraleer hij weer competitieritme kan opdoen, maar hij krijgt nu wel voldoende tijd om zijn achterstand op zijn collega’s in te halen.”

4. Greg Van Avermaet won zondag de Ronde vanop zijn rollen. Hoe werkelijkheidsgetrouw is zo’n wedstrijd?

“Eerst en vooral: ik heb er met open mond naar gekeken. Ik zou er zelf niet graag bij geweest zijn. Ook al kan dit nooit de echte Ronde vervangen, het is ongelofelijk om te zien hoe ver je een renner kan krijgen, terwijl er zo weinig te winnen viel. De vermogenswaarden die getrapt werden, waren echt indrukwekkend. Het enige waar ik mijn vragen bij heb, was het uiteenlopende rollensysteem van de verschillende deelnemers. Dat kan een ietwat vertekend beeld geven. Maar hoe dan ook waren het straffe prestaties. Van Greg en van de rest. Dertien toppers zijn het.”

5. Zou Sporza nu ook niet beter een Parijs-Roubaix op rollen organiseren?

“Ik ben voorstander en zou zeker kijken. Of ik zelf zou willen deelnemen? Graag, als ze mij vragen, zal ik niet anders kunnen, hé. Maar ik denk niet dat ik bij de dertien uitverkorenen zou zijn. Dat ik met mijn hoge vermogenswaarden een voordeel zou hebben? Ja, dat klopt wel een beetje. Op de rollen speelt aerodynamica niet zo’n rol, terwijl dat mij in het echt wel een nadeel bezorgt. Maar de korte afstand is dan weer minder mijn ding. Ik rendeer het best in een wedstrijd van de lange adem. Het compenseert dus.”

6. Welke rol had jij in deze voorjaarsklassiekers gespeeld?

“Zoiets weet je nooit. Bij onze ploeg is het al gigantisch moeilijk om in de selectie te geraken, zeker nu Julian (Alaphilippe, red.) erbij kwam. Als je zulke ploegmaten hebt, weet je dat je nooit de finale zal rijden, maar ik zou ditmaal vermoedelijk niet als eerste renner opgeofferd zijn geweest.”

7. Moet de Tour nog plaatsvinden? En zo ja, is een Tour zonder publiek voor een publieksmens als Julian Alaphilippe geen immens nadeel?

“Ik heb het liefst een Tour met publiek, maar als het niet anders kan toch nog altijd liever een Tour zonder publiek dan helemaal geen Tour. Dan zou dat voor iemand als Julian een nadeel zijn, denk ik, maar dat geldt voor alle Franse renners. Het zal geen tien procent verschil opleveren, maar wel dat tikkeltje extra.”

8. Het voortbestaan van CCC, de ploeg van Greg Van Avermaet, hangt plots blijkbaar aan een zijden draadje. Hoe kijk jij daar naartoe?

“Dat was een gevolg waarvoor ik vanaf de uitbraak van het coronavirus al meteen vreesde. Dit is een crisis zonder precedenten. Er was geen andere optie dan een lockdown. De gevolgen op economisch vlak zijn niet te overzien en de eerste zaken die zullen sneuvelen, zijn misschien wel de sponsorbudgetten. Neen, er staat ons geen extreem rooskleurige toekomst te wachten. Hopelijk is het snel weer mogelijk om te koersen en kunnen de grootste wedstrijden, zoals de monumenten en de drie grote ronden, toch nog plaatsvinden. In eerste instantie dacht ik dat dit jammer zou zijn voor de kleinere wedstrijden die dan moeten plaatsruimen, maar intussen besef ik dat het voor het economische model van de wielersport een betere zaak zou zijn.”

9. Er is sprake van om het BK in Anzegem in juni uit te stellen. Naar welke periode zou jij die wedstrijd verschuiven?

“Liefst zo kort mogelijk erna. Ik begrijp dat de organisatie zekerheid wil, maar dat virus zal tegen dan niet zomaar verdwenen zijn. De vraag is of we op een bepaald moment niet moeten overgaan naar een focus op groepsimmuniteit. Maar ik ben geen specialist ter zake en kan alleen maar luisteren naar de mening van de experts. Ook zij hebben echter geen glazen bol. Het zijn heel onzekere tijden, ook voor coureurs.”

10. In 2021 is er het BK tijdrijden in Ingelmunster, in 2023 het BK op de weg in Izegem. Wat kan je ons al vertellen over het parcours?

“Voorlopig heel weinig. In Izegem heeft men mij beloofd me te contacteren als ze het parcours zullen uittekenen. Ik zou graag opteren voor een lus richting Heuvelland, vooraleer we de plaatselijke ronden aanvatten. Maar daarover is nog niets beslist. We hebben tijd. Wat de tijdrit betreft, zal je bij Yves (Lampaert, red.) moeten zijn. (grijnst) Ingelmunster is meer zijn ding.”