Tim Merlier (Soudal Quick-Step) heeft woensdag de 113e editie van de Scheldeprijs (1. Pro) op zijn naam geschreven. De 32-jarige Europese kampioen was op de Churchilllaan in Schoten na 202,8 km koers sneller dan Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck). De Italiaan Matteo Moschetti (Q36.5) eigende zich de derde plaats toe. Milan Fretin (Cofidis) viel als vierde net naast het podium.
Vrijwel onmiddellijk na de start in het Nederlandse Terneuzen kregen we een kopgroep met Yentl Vandevelde, Alex Colman, Abram Stockman, Ceriel Desal, Jelle Vermoote, Baptiste Veistroffer, Bram Dissel en Lars Loohuis. Het achttal pakte een maximale voorgift van zo’n 4 minuten op het peloton.
Waaiers
Nog voor het inrijden van België werden er in de grote groep waaiers getrokken. Na 82 kilometer koers smolt echter alles weer samen. Dat was het sein voor Tuur Dens, Ceriel Desal, Baptiste Veistroffer en Tijmen Eijsing om te gaan versnellen. Dat viertal vatte de drie plaatselijke ronden, van elk 16,9 kilometer op en rond de Churchilllaan, aan met een voorgift van 1:25.
Voor Dens ging het, met nog 40 kilometer voor de boeg, te snel in de kopgroep en hij moest laten lopen. Nog voor het ingaan van de slotronde liet Eising eveneens zijn metgezellen rijden waardoor we nog slechts twee leiders overhielden: Veistroffer en Desal. Desal bleef het langst geloven in de vlucht.
Valpartij
Op 12 kilometer van de eindmeet gingen enkele renners, waaronder Warre Vangheluwe, tegen de vlakte. Desal van zijn kant werd met nog 9 kilometer te rijden gegrepen door het jagende peloton. Meteen daarop kon de voorbereiding voor de massasprint beginnen. Daarin koos Tim Merlier in de laatste honderden meters op de Churchilllaan het wiel van Jasper Philipsen en kwam daar gepast uit. Hij volgt zichzelf op als winnaar van de Scheldeprijs.
Witte broek
“Ik wachtte op deze aankomstfoto, met de trui van Europees kampioen. Die ga ik misschien wel een speciaal plaatsje geven thuis”, glunderde de spurtbom van Soudal Quick-Step aan de finish. “Omdat het zo’n goed weer was, had ik voor de gelegenheid ook mijn witte broek aangetrokken. Dat maakt het net nog iets meer af, vind ik. Maar dat geldt niet voor iedereen binnen de ploeg (lachend).”
In de laatste kilometer had Merlier nog slechts een mannetje voor zich. De massale valpartij in voorbereiding op de groepssprint was daar wellicht de oorzaak van. “Ik heb niets van die valpartij gemerkt”, gaf hij aan. “Ik hoorde dat hierdoor enkele ploegmakkers achterop waren geraakt en ze mij dus niet konden helpen in de sprint. Ik had wel nog Jordi Warlop en Bert Van Lerberghe mee. In de slotkilometer volgde ik de leadout van Bert en toen hij gebaarde dat het beste eraf was, kon ik meegaan met anderen en er op het gepaste moment uitkomen.”
Met vertrouwen naar Roubaix
Zondag start de Europese kampioen vol vertrouwen in Parijs-Roubaix. “Ik zou die koers maar al te graag winnen, maar ik heb er al heel veel pech gehad. Het is er soms een slagveld. En er komen nog enkele andere grotere motoren aan de start. Dit was mijn zevende zege van het seizoen. Dat kan dus al tellen. Ik hoop er nog enkele overwinningen bij te doen, maar ik vind het tot hiertoe toch al niet slecht”, eindigde Merlier met een knipoog.